De natuur verdient een stem — dat blijkt overduidelijk uit onze enquête over de Rechten van de Natuur. Een overweldigende 88% van de deelnemers vindt dat de natuur eigen rechten moet krijgen, nog eens 7% in specifieke gevallen, en slechts 1% vindt dat het te ver gaat. Daarmee laat onze community zien dat het tijd is om de natuur niet langer alleen als hulpbron te zien, maar als volwaardige partner in ons rechtssysteem.
De rechten die mensen het belangrijkst vinden, laten zien waar het werkelijk om draait. Het recht op bescherming tegen vernietiging (83%), het recht op schoon water en lucht (75%), en het recht op herstel bij schade (56%) staan bovenaan.
Ook meer zeggenschap van de natuur in politiek en beleid (55%) krijgt veel steun. Volgens de meerderheid (83%) moeten onafhankelijke natuur-advocaten of ombudspersonen de belangen van de natuur verdedigen, gevolgd door lokale gemeenschappen en inheemse groepen (75%). Slechts 17% vindt dat dit primair de taak van de overheid is — wat wijst op een groeiend wantrouwen dat politiek alleen voldoende doet.
Stichting Rechten van de Natuur
In Nederland zet Stichting Rechten van de Natuur zich in voor de erkenning dat de natuur ook bestaansrecht heeft. Net zoals de mens. Rivieren, bossen en de rest van de natuur verdienen het recht om te bestaan, beschermd en vertegenwoordigd te worden. Het is tijd voor een samenleving waarin de stem van de natuur gehoord wordt.
Wij interviewden de drijvende kracht achter deze stichting, Jessica den Outer. Lees het interview hier. Ook sprak zij dit jaar de duurzame troonrede uit tijdens Duurzame Dinsdag. Als je die nog niet hebt gelezen, vind je die hier.
Een duidelijke meerderheid (73%) vindt dat natuurrechten zelfs mogen ingrijpen op economische belangen. Voor velen is de natuur belangrijker dan groei of winst. “Zonder natuur houdt alles op,” schrijft een deelnemer. Als rivieren of bossen een “rechtspersoon” zouden worden, verwacht 65% dat dit moet leiden tot betere bescherming tegen vervuiling en uitputting, 14% wil een stem voor de natuur in ruimtelijke ordening en beleid, en 12% pleit voor meer verantwoordelijkheid voor bedrijven die schade veroorzaken.



De meeste deelnemers wijzen naar politici en overheid (36%) als de belangrijkste verantwoordelijken om natuurrechten te realiseren. Daarna volgen burgers en gemeenschappen (25%) en de internationale gemeenschap (25%). Slechts 4% vindt dat bedrijven de grootste verantwoordelijkheid dragen. Dit onderstreept dat onze lezers geloven dat echte verandering via beleid en samenwerking moet komen — niet alleen via vrijwillige groene initiatieven.
De open antwoorden brengen deze cijfers tot leven. Veel mensen benadrukken dat de natuur een levende entiteit met intrinsieke waarde is, en dat Nederland kan leren van landen als Nieuw-Zeeland, Ecuador en Colombia, waar rivieren en ecosystemen al wettelijke bescherming kregen.
Tegelijk is er bezorgdheid over economische belangen en de trage politieke transitie: “Door een grote lobby vanuit het bedrijfsleven gaat het fout,” schrijft iemand. Anderen pleiten voor internationale samenwerking, zodat bedrijven niet kunnen uitwijken naar landen met zwakkere milieuregels.
Er klinkt ook optimisme en betrokkenheid: deelnemers delen voorbeelden van lokale initiatieven, burgerberaden en organisaties als Stop Ecocide NL, die werken aan bewustwording en juridische verankering van natuurrechten.
Velen vinden dat iedereen een rol heeft: burgers die het gesprek aangaan, gemeenten die natuurvertegenwoordigers aanstellen, en onderwijs dat jongere generaties leert wat ecologische rechtvaardigheid betekent. “Streven naar evenwicht tussen wat wij van de aarde gebruiken en wat de aarde ons kan geven,” vat een deelnemer het samen.



De uitkomsten laten een duidelijke trend zien: onze community wil dat de politiek de natuur wettelijke rechten geeft, met ruimte voor herstel, vertegenwoordiging en bescherming — ook als dat economische groei inperkt. De natuur is geen bezit, maar een partner in leven. Zoals één respondent het verwoordde: “De natuur is niet van ons. Wij zijn van de natuur.” En daar kan toch niemand het mee oneens zijn.
Asceline Groot is partner bij hetkanWEL, onderzoeker, specialist op het gebied van duurzame trends en ontwikkelingen en co-auteur van het boek 'hetkanWEL. Voor een groener, eerlijker en leuker leven'. Daarnaast heeft ze een PhD aan de Radboud Universiteit Nijmegen. Ze deed onderzoek hoe social enterprises hun ideeën ontwikkelen.