Geplaats door Ellen Oortwijn maandag 27 oktober 2025 Duurzaam groen

Tuinlabel: zo scoort jouw buitenruimte op duurzaamheid (+ 5 praktische stappen om te verduurzamen)

Je kent het energielabel voor je huis wel, dat laat zien hoe energiezuinig je woning is. Maar wist je dat ook je tuin een klimaatlabel kan krijgen? Jawel: je eigen buitenruimte krijgt dan als het ware een ‘groenrapport’. Handig, want zo zie je in één oogopslag hoe goed jouw tuin bijdraagt aan een leefbare planeet.

Het meest bekende is het NL Tuinlabel, ontwikkeld door NL Greenlabel, het initiatief van tv-tuinman Lodewijk Hoekstra (je weet wel, die van Eigen Huis & Tuin). Het label beoordeelt hoe duurzaam je tuin is en laat zien waar nog winst te behalen valt. Misschien scoor je al goed op biodiversiteit, maar kun je nog wat doen aan wateropvang of verkoeling.

Een duurzame tuin is namelijk niet alleen beter voor vogels, insecten en het klimaat, maar ook voor de buurt en jezelf. Minder hitte, minder onderhoud en zelfs vaak een hogere woningwaarde.

Wat is een tuinlabel precies?

Een tuinlabel is een soort duurzaamheidsmeter voor je buitenruimte. Het laat zien hoe klimaatvriendelijk jouw tuin is op verschillende onderdelen: van bodem en beplanting tot materiaalgebruik, wateropvang en biodiversiteit. Zo krijg je inzicht in vragen als:

  • Hoeveel regenwater kan mijn tuin opvangen?
  • Zijn mijn planten goed voor bijen en vlinders?
  • En gebruik ik materialen met een lage milieubelasting?

Na beoordeling (vaak via een online tool of check door een tuinprofessional) krijgt je tuin een score of label. Dit is vergelijkbaar met het energielabel bij woningen. Zo weet je precies waar je goed scoort én waar nog kansen liggen.

Waarom een tuinlabel juist nu belangrijk is

Het weer in Nederland wordt steeds extremer. Zomers droger en heter waardoor de bodem langer droog staat, terwijl regenbuien tegelijkertijd veel heviger worden. Onze sterk versteende inrichting zorgt voor problemen als hittestress en wateroverlast. We merken het allemaal: verbrande planten, dorre gazons of juist een kelder die blank staat. 

De oppervlakte van alle tuinen in Nederland is meer dan tien keer zo groot als het totale oppervlak van De Hoge Veluwe. Hierdoor zijn onze tuinen een enorme groene kracht in de strijd tegen klimaatverandering. Want elke tegel die eruit gaat telt. Hoe meer tuinen bijdragen aan wateropvang, schaduw en biodiversiteit, hoe beter we extreme weersomstandigheden aankunnen.

Een groene buurt is minder warm, gezonder en prettiger om in te wonen. En dat is precies waar zo’n tuinlabel om draait: inzicht krijgen, bewust kiezen en, belangrijker nog, gewoon dóen.

Hoe duurzaam is jouw tuin?

Het NL Tuinlabel is het bekendste, maar niet het enige. Steeds meer gemeenten, zoals onder andere Woerden of Zwijndrecht, bieden een lokale tuinlabel-tool waarmee je ziet hoe klimaatbestendig je tuin is en welke verbeteringen mogelijk zijn, zonder officiële certificering. De gemeenten van Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden koppelen dit label via klimaatklaar zelfs aan een online kaart met scores op water, hitte en biodiversiteit.

In Vlaanderen is er Groen Gek(l)eurd voor duurzame tuinaannemers, en het Nationaal Keurmerk Natuurlijk Tuinieren beoordeelt grotere tuinen en parken op natuurvriendelijk beheer. Ook groene keurmerken als FSC en PEFC voor hout of milieuvriendelijke bestrating dragen natuurlijk indirect bij aan een tuin met een goed klimaatlabel.

Benieuwd naar jouw score? Op nltuinlabel.nl kun je je tuin laten beoordelen door een gecertificeerde NL Professional. Je krijgt een label – van A (heel duurzaam) tot G (ruimte voor verbetering) – en een lijst met praktische adviezen. Het is niet bedoeld als wedstrijd, maar als inspiratiekaart: samen maken we het verschil, letterlijk vanuit de achtertuin.

Wat kun je zelf doen voor een klimaatbestendige tuin?

Je hoeft geen landschapsarchitect te zijn om verschil te maken. Een paar simpele aanpassingen in je tuin kunnen al een groot effect hebben. Minder stenen betekent minder hitte, meer schaduw en ruimte voor water om de bodem in te trekken.

5 stappen voor een beter klimaatlabel voor je tuin

Praktische tips waarmee je jouw tuin groener, koeler én diervriendelijker maakt.

1. Tegelwippen: van grauw naar groen

Ben jij nog de trotse eigenaar van een ‘onderhoudsvriendelijke’ tuin vol tegels? Tijd om te wippen! Bij het NK Tegelwippen (ja, dat bestaat echt) strijden steden elk jaar om wie de meeste tegels vervangt door groen. Niet alleen voor de eer, maar voor een beter klimaat. Want hoe minder tegels, hoe beter regenwater kan wegzakken, hoe meer insecten terugkeren, en hoe koeler je tuin aanvoelt in de zomer.

Richtlijn: maak minstens 60 procent van je tuin groen.

Liever toch wat verharding? Kies dan voor waterdoorlatende klinkers of halfverharding. Zelfs zonder tuin kun je meedoen: met een geveltuintje naast je voordeur of raam maak je al verschil.

2. Maak je tuin een paradijs voor bijen, vogels en egels

Een levende tuin is een gezonde tuin. En dieren zijn je beste graadmeter: als zij zich er thuis voelen, zit jij goed.

Zorg voor:

  • Natuurlijke afscheidingen zoals hagen of struiken (in plaats van schuttingen)
  • Rommelhoekjes met bladeren en takken, waar egels graag schuilen
  • Nestkastjes of bijenhotels — of maak er zelf eentje van een oude boomstronk
  • Geen plek voor een vijver? Zet een waterschaal neer. Zo hebben vogels, egels en insecten altijd iets te drinken tijdens warme dagen. Maar ook een kleine vijver maakt al verschil. Dit kan je voor elkaar krijgen door een kuip of ton in te graven: dit trekt al heel veel beestjes aan.
  • Wist je dat bijen het liefst kiezen voor bloemen die ze ‘kennen’? Kies dus inheemse soorten planten: daar komen ze graag op af én ze hebben er minder verzorging voor nodig.

3. Plant inheemse soorten

Inheemse gifvrije planten zijn gewend aan het Nederlandse klimaat, hebben weinig water of mest nodig, en vormen het natuurlijke buffet voor onze lokale insecten. Denk aan knoopkruid, heggenrank, sleedoorn of brede stengelige kruiden zoals duizendblad. Kies bovendien biologische zaden of planten met een milieukeurmerk en maak het af met duurzame bloempotten (alleen als je nieuwe nodig hebt, natuurlijk).

Extra tip: zorg dat er het hele jaar iets bloeit, zodat bestuivers ook in het voor- en najaar eten kunnen vinden en jij het hele jaar door een tuin vol kleur hebt.

4. Vang regenwater op (en gebruik het slim)

De regenpijp mag best een keer ‘vakantie’. Door hem af te koppelen en het water op te vangen in een regenton, gebruik je het later om je tuin te sproeien. Goed voor de portemonnee én het milieu. Je kunt ook je eigen wadi aanleggen om regenwater vast te houden voor drogere tijden of kijk naar opties om je wc door te spoelen met regenwater.

Heb je een plat dak? Overweeg een groendak, zo’n dak houdt water vast, isoleert je huis en trekt insecten aan. Zelfs kleine hoogteverschillen in je tuin kunnen helpen: zo stroomt het water niet weg, maar zakt het rustig de bodem in.

In sommige gemeenten kun je hier subsidie voor krijgen. Check dus even de klimaat- of duurzaamheidsregeling van jouw gemeente (zie bijvoorbeeld klimaatklaar.nl).

5. Zorg voor schaduw en koelte

Op hete dagen voel je direct het verschil: een betegelde tuin kan zomaar enkele graden warmer zijn dan een groene tuin. Dat komt door het stedelijk hitte-eilandeffect: stenen houden warmte vast, groen niet.

De oplossing is eigenlijk heel simpel: meer bomen, struiken en klimplanten. Ze zorgen niet alleen voor schaduw, maar brengen ook verkoeling door verdamping. Gemeenten geven geregeld gratis bomen weg (zo kan je in Amsterdam 8 november 2025 een gratis boom ophalen, maar ook via Meerbomen.nu kun je regelmatig gratis zaailingen ophalen en die worden vanzelf groot).

Via Struikroven kan je op verschillende plekken in Nederland helpen met het redden van groen van de sloop. Op die manier kom je gratis aan planten die al wat groter zijn.

En: regenwater + schaduw = een gouden combinatie. Hoe meer vocht en schaduw, hoe beter jouw tuin extreme hitte doorstaat.

Oftewel: groen begint in je eigen achtertuin

Of je nu een mini-balkon hebt of een flinke lap grond: iedere vierkante meter telt. Een tuinlabel helpt je bewust te kijken naar wat je hebt, wat beter kan en waar je trots op mag zijn. De oplossing voor het klimaat ligt namelijk niet alleen bij overheden of bedrijven, maar bij onszelf. In onze straten, tuinen en buurten.

Dus: vervang steen door groen, vang wat regenwater op en nodig een paar bijen uit. Wie weet scoort jouw tuin straks niet alleen een A-label, maar ook een hoop nieuwe bewoners met vleugels, stekels en pootjes.

Over de schrijver

Ellen Oortwijn

Ellen Oortwijn schrijft met veel plezier voor HetKanWel.nl. Als zzp’er houdt ze zich specifiek bezig met onderwerpen als voeding, gezondheid, duurzaamheid en persoonlijke ontwikkeling. Vanuit het mooie Drenthe ondersteunt ze “bewuste ondernemers met een missie” door het hele land.

Reacties

Geen reacties

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Copyright 2025 Fonticons, Inc.--> Share