Duurzaam en stoer of juist praktisch: fatbikes, e-steps, elektrische bakfietsen – ze zijn niet meer weg te denken uit het straatbeeld. Elektrische vervoermiddelen lijken op het eerste gezicht het ideale antwoord op drukke wegen, vervuiling en lawaai. Maar waar de één positief is over deze toekomst van duurzaam vervoer, vreest de ander voor een nieuwe bron van verkeersdrukte en ongelukken.
In steden als Amsterdam en Utrecht zie je ze inmiddels vaker dan gewone fietsen. Vooral op drukke fietspaden leidt dat tot verwarring en irritatie. Want wie heeft voorrang als een opgevoerde fatbike, een bakfiets en een step elkaar kruisen bij een groen licht? De praktijk blijkt minder overzichtelijk dan gedacht.
De discussie draait dan ook niet alleen om de vraag wat we rijden, maar ook hoe we ermee omgaan. Zonder duidelijke kaders en gedragsregels verandert de duurzame belofte van deze voertuigen al snel in een risico voor iedereen op de weg.
Met name de elektrische fatbike met dikke banden wint snel aan populariteit. De combinatie van een stoer uiterlijk met een elektrische motor spreekt veel jongeren aan. Je ziet ze dan ook regelmatig met minimaal 35 km/u over het fietspad knallen. De dikke banden maken ze geschikt voor elk terrein, maar geven ook een onterecht gevoel van controle. Daarbij worden ze massaal opgevoerd en rijden veel jonge bestuurders zonder helm, zonder ervaring en zonder goed zicht op de risico’s. De fatbike is dan ook zker niet voor iedereen een ‘fanbike’.
Op papier is een duurzame elektrische fatbike een goed alternatief voor de auto of brommer. Ze veroorzaken geen uitstoot, zijn stil en relatief energiezuinig. Ideaal dus voor korte ritten in en rond de stad.
Maar in de praktijk ligt dit iets genuanceerder. In veel gevallen vervangen deze gestekkerde voertuigen niet de auto, maar de gewone fiets of het OV. Of ze worden juist als speeltje gebruikt: door kinderen van 12, zonder rijbewijs, zonder helm, zonder verkeersinzicht. Dan is de milieuwinst te verwaarlozen. Bovendien zorgen ze voor extra drukte op het fietspad, waar nu allerlei snelheden en voertuigen door elkaar rijden – van elektrische bakfietsen tot kindersteps en alles daartussenin.
Een groot probleem is dat de regelgeving achterloopt op de technische ontwikkelingen. E-steps zijn in Nederland alleen toegestaan als ze aan specifieke eisen voldoen (wat zelden het geval is), maar je ziet ze toch overal. Fatbikes worden vaak zó gemodificeerd dat ze niet meer onder de definitie van fiets vallen. Gelukkig wordt hier tegenwoordig steeds meer op gehandhaafd. Wat ontbreekt, is overzicht. Wie mag waar rijden: hoe hard, en met welke bescherming?
Hoewel de risico’s bekend zijn, is het dragen van een helm nog steeds niet vanzelfsprekend in Nederland. Zeker niet bij fatbikes en e-steps. En dat terwijl de snelheid van deze voertuigen makkelijk vergelijkbaar is met die van een brommer.
Ziekenhuizen merken het effect: een groeiend aantal ongevallen met ernstig hoofdletsel. Vooral jongeren zijn oververtegenwoordigd in de statistieken. In veel andere landen is een helm op een snelle e-bike allang verplicht. Waarom in Nederland nog niet?
Om het gebruik van e-voertuigen veilig en duurzaam te maken, is meer nodig dan alleen een accu:
Natuurlijk is er ook veel positiefs over te zeggen. Een ouder die de auto laat staan en met een elektrische bakfiets naar de opvang gaat, draagt wel degelijk bij aan schonere lucht. En jongeren die anders een scooter zouden nemen, maken met een fatbike een minder vervuilende keuze.
Maar duurzaam reizen is meer dan alleen minder uitstoot. Het gaat ook over veiligheid, leefbaarheid en gedeelde ruimte. En die komt steeds meer onder druk te staan.
Oftewel: fatbikes, e-steps en elektrische bakfietsen kunnen zeker bijdragen aan duurzamer vervoer. Maar alleen als ze op de juiste manier worden ingezet – mét verstand, duidelijke regels en bescherming. Want een schonere stad heeft pas echt waarde als die ook veilig is voor jou en iedereen die je onderweg tegenkomt.
Ellen Oortwijn schrijft met veel plezier voor HetKanWel.nl. Als zzp’er houdt ze zich specifiek bezig met onderwerpen als voeding, gezondheid, duurzaamheid en persoonlijke ontwikkeling. Vanuit het mooie Drenthe ondersteunt ze “bewuste ondernemers met een missie” door het hele land.