De zomer is voorbij. Langzaam beginnen de bomen te verkleuren en het wordt frisser. Maar het weer is nog prima om buiten in de tuin lekker aan de slag te gaan. Ben je op zoek naar een leuke DIY-activiteit? Eentje waarbij je ook wat nuttigs doet voor vogels? Maak dan zelf een nestkastje. Het najaar is namelijk de beste periode om een nestkast op te hangen. Zo kunnen vogels alvast aan hun nieuwe thuis wennen en er ook in slapen. In het voorjaar kunnen ze dan een nest bouwen.
Waar de ‘gewone’ huismus altijd deel uitmaakte van ons straat- en tuinbeeld, is dat tegenwoordig wel anders. Volgens Natuurmonumenten is sinds de jaren ’80 het aantal broedende paartjes huismussen met meer dan 50% afgenomen. En deze dieren, ook al zijn ze klein, zijn erg belangrijk voor ons ecosysteem. Maar er is hoop, na een jarenlange daling begint de populatie huismussen en merels langzaam op te krabbelen. En dat komt onder andere door onze hulp. Dus dat nestkastje in je tuin, hang je niet voor niks op.
Helft Nederlandse vogels gaat achteruit
Jaarlijks broeden er zo’n 200 soorten vogels in ons land. Volgens Vogelbescherming Nederland gaat bijna de helft van de Nederlandse vogels in aantal achteruit. Dit komt door de verslechtering van onze leefomgeving, de intensieve landbouw en het gebruik van bestrijdingsmiddelen.
Met het verdwijnen van openbaar groen (zoals parken), wordt het leefgebied van vogels steeds kleiner. Hierdoor hebben onder andere merels, spreeuwen, mezen en groenlingen het lastig. Met een groene tuin en een vogelkastje kan je ze helpen. Ze kunnen dit het hele jaar door gebruiken.
Omdat er zoveel vogelsoorten zijn, hebben ze ook allemaal hun eigen behoeften. Daarom zijn er ook verschillende typen nestkasten. De omgeving speelt ook een rol. Zo houden mussen, zwaluwen en spreeuwen van kasten in een open omgeving. Boomkruipers, mezen en winterkoninkjes kruipen graag in een boomholte, in de klimop of onder de dakgoot.
Maak een nestkastje
Een vogelkastje kan je uiteraard ook kopen en ophangen (voor als je twee linkerhanden hebt of weinig tijd). Maar het leukste is om er zelf een of meerdere te maken. Per vogelsoort zijn er verschillende kastjes nodig, dit heeft onder andere te maken met de grootte van de vogel. Check eerst welke vogelsoorten er in jouw omgeving leven en maak dan het kastje voor de vogel naar keuze.
Het basismodel van het nestkastje is geschikt voor vogels zoals de ringmus, pimpelmees, koolmees, spreeuw, bonte vliegenvanger en de gekraagde roodstaart. Andere vogelsoorten hebben andere modellen nodig. De ophanghoogte voor het basismodel is 2-3 meter, behalve voor de spreeuw, waarbij 2-5 meter nodig is. De diameter van de invliegopening varieert van 2,8 tot 5 centimeter. Het kastje is gemiddeld 26-30 cm hoog, 12-16 cm breed en 12-16 cm diep.
Basismodel nestkastje:
- Gebruik massief hout van minstens 1,5 centimeter dik, bij voorkeur hout met het FSC-keurmerk. Zaag plankjes op de gewenste grootte. Voor de zijkanten heb je twee plankjes nodig.
- Voor de voor- en achterkant heb je twee plankjes nodig. Aan de voorkant maak je een gat als invliegopening in het midden van het bovenste deel van de plank.
- Je hebt een plankje nodig voor de onderkant. Het dak is plat en hiervoor heb je een langer plankje nodig, zodat het een afdakje vormt boven de opening. Zorg ervoor dat het dak waterdicht is.
- Zorg ervoor dat je het kastje ergens open kunt maken, zodat je het ook kunt schoonmaken. Dit kan bijvoorbeeld aan de zijkant of de bovenkant.
- Zaag nog een smalle plank waarop je het kastje kunt bevestigen (de bevestigingslat), zodat je het veilig op kunt hangen. Bevestig de planken aan elkaar met schroeven, spijkers of lijm. Indien je schroeven of spijkers gebruikt, pas de lengte hiervan dan aan de dikte van het hout aan. De planken moeten stevig aan elkaar vast komen te zitten.
- Eventueel kun je de buitenkant van het nestkastje behandelen met een milieuvriendelijke olie.
Ophangtips:
- Let er goed op dat je het nestkastje stevig ophangt, zodat het niet naar beneden kan vallen.
- Je kunt het nestkastje tussen de twee en vijf meter hoog ophangen, op een muur of boom.
- Zoek een rustige plek uit met een veilige aanvliegroute, niet in de volle zon en beschut tegen de wind. Met de vliegopening naar het noordoosten gericht.
- Zorg voor voldoende voedsel in de nabije omgeving.
- Bescherm het kastje tegen katten. Plaats bijvoorbeeld gaas om de boom heen, zodat een kat niet naar boven kan klimmen.
- Heb je meerdere kastjes? Hang ze voor verschillende soorten minimaal drie meter uit elkaar en voor dezelfde soort minimaal tien meter. Dit heeft te maken met het territorium van de vogels. Kastjes van zwaluwen, spreeuwen en mussen kunnen wel in de buurt van elkaar worden geplaatst, deze vogels wonen graag in groepen.
- Maak het kastje ieder najaar, in september of oktober, schoon met kokend water. Het schone huisje kan daarna als slaapplek worden gebruikt voor de koude maanden.
Wat doe jij om vogels te helpen?
Lees ook: