Truien, mutsen, sjaals, vesten: als ik niet oplet, bestaat mijn hele garderobe uit winterkleren van wol. En ook in de zomer draag ik graag een wollen vest bij wijze van jas. Wol is één van mijn favoriete materialen bekende ik eerder al eens toen ik voor hetkanWEL de diervriendelijkheid van wol onder de loep nam. Ik was dan ook in shock toen ik vorig jaar voor het eerst hoorde dat de 1,5 miljoen kilo wol die Nederlandse schapen jaarlijks produceren bijna allemaal (95%) de verbrandingsoven ingaat. Het kost de Nederlandse schapenhouders meer geld om de schapen te scheren dan dat de verkoop van Nederlandse wol oplevert, omdat er nog nauwelijks vraag naar is. Gelukkig werkt het Hollands Wol Collectief aan oplossingen.
Schapen worden in Nederland gehouden voor hun melk, hun vlees of ze worden als grazers ingezet voor natuurbeheer. De wol van de honderdduizenden Nederlandse schapen is gek genoeg een bijproduct of zelfs restafval. Voor de coronapandemie werd het voor een habbekrats naar China verscheept waar het verwerkt werd. Maar nu zijn de transportkosten zo hoog dat vernietiging van de wol een goedkopere optie is geworden. Daar betalen de schapenhouders dan 20 cent per kilo voor en ze verdienen er niks aan. En dat terwijl je het materiaal niet alleen voor kleding of tapijten kan gebruiken, maar je Nederlandse wol bijvoorbeeld ook kan gebruiken voor het isoleren van je huis.
Het Hollands Wol Collectief wil van de Nederlandse wol weer een hoogwaardig product én een lucratieve business maken. Maar daar hebben we wel een andere mindset voor nodig als het gaat om consumeren, want aan hoogwaardige wol hangt een prijskaartje die mensen -dankzij de fast fashionketens- niet meer gewend zijn te betalen. Zo kost een duurzame trui van The Knitwit Stable uit Baambrugge, dat meedoet aan het Hollands Wol Collectief, een paar honderd euro. “Dat vinden mensen niet goedkoop. Maar het gaat een heel leven mee, dat zijn we niet meer gewend,” zegt Janne de Hoop tegen RTL Nieuws.
Samen met Mirthe Snoek is ze initiatiefnemer van het Hollands Wol Collectief, dat ontstond tijdens een hackathon georganiseerd door de provincie Zuid-Holland en Blue City in Rotterdam. Na de zomer van 2021 lieten ze de eerste 5.000 kilo Nederlandse wol verwerken door diverse ondernemers die zich bij het Collectief hebben aangesloten. Zoals de eerdergenoemde The Knitwit Stable, maar ook merken als i-did en Natalie Wool. Inmiddels zijn ze bezig met het verwerken van 10.000 kilo Nederlandse wol.
Niet alle wol is geschikt voor kleding. Om de mooiste wol te krijgen, moet je de voeding aanpassen en bij de grazers die ingezet worden voor natuurbeheer blijven regelmatig takjes in de wol hangen. Het kost geld om die wol weer schoon te maken. Toch is het weggooien van deze Nederlandse wol zonde, want je zou er een kant-en-klare voorzetwand van kunnen maken, zo vertelt Walter de Groot van Circuwall, die de wol als isolatiemateriaal wil gebruiken. Terwijl een bedrijf als Nest de wol juist wil gebruiken voor circulaire, voedende dakbedekking op groendaken. Wol heeft een luchtzuiverende werking, is vochtregulerend, geluiddempend, brandvertragend en het isoleert.
Zelfs de vieze stukjes wol bij de schapenpoten, die altijd worden weggegooid, hebben een bestemming gekregen. “We hebben een fabriek in Haarlem gevonden die van deze schapendreadlocks mestkorrels maakt die je als plantenvoeding in de moestuin kan strooien,” vertelt De Hoop aan dagblad Trouw.
Wol is niet de enige industrie die door de mondialisering uit ons land verdwenen is. Zo zijn er bijna geen spinnerijen of weverijen meer, terwijl Enschede tot de jaren ’60 van de vorige eeuw -na Manchester- de grootste textielstad van Europa was. Annemieke Koster werkt met haar weverij Enschede Textielstad hard aan om die industrie weer in volle glorie te herstellen, maar dan wel duurzaam en circulair. Lees ons interview met haar in ons boek HetkanWEL, voor een groener, eerlijker en leuker leven.
Wyke Potjer is content manager van hetkanWEL. Ze heeft journalistiek gestudeerd en werkt sindsdien fulltime voor landelijke radio, televisie, print en online media. Ze is vegan, heeft geen auto, probeert plastic uit haar leven te bannen en biologisch te eten. Naast haar freelance bestaan als journalist geeft ze yogales (vinyasa en yin).