5 herfsttips van Groene Tuincoach Anniek voor een gifvrije, groene tuin

Het najaar staat bij veel mensen in het teken van het winterklaar maken van hun tuin. Volgens groene tuincoach Anniek Veltman kun je de laatste maanden van het jaar ook gebruiken om je tuin aantrekkelijk te maken om vogels en insecten te helpen overwinteren én een explosie aan leven in het voorjaar voor te bereiden. Met haar 5 tips legt ze precies uit hoe je dat doet.

Foto’s Marie van der Heijden

Al decennialang staat de Nederlandse natuur onder druk. Dit komt onder meer door de uitbreiding van het stedelijk gebied, het gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen, monocultuur in de landbouw en klimaatverandering. Hierdoor daalt het aantal bestuivers en dat is zorgwekkend. Wij zijn voor een groot deel van ons voedsel afhankelijk van de bestuiving door insecten. Dat besef dringt gelukkig bij steeds meer mensen door. Door je tuin natuurvriendelijker in te richten help je zowel de bestuivers als andere dieren bij jou in de buurt. De Groene Tuincoach Anniek Veltman helpt mensen bij het vergroenen van hun tuin en haar tips deelt ze ook met ons.

 Over De Groene Tuincoach Anniek Veltman
Samen met Stefan Forsten werkt Anniek onder de naam De Groene Tuincoach en helpen zij mensen bij het vergroenen van hun tuin. Anniek ontwikkelde haar groene vingers in een buurtmoestuin in Utrecht. Toen ze van Utrecht naar Houten verhuisde, was haar nieuwe tuin een ware tegeloase. Anniek: “Er stond verder een schuur in de tuin, een overkapping, en er waren twee ieniemienie borders. Ik begon me in tuinieren te verdiepen en elke tegel die ik eruit haalde, verving ik door planten. Ik leerde snel, vond het leuk en wilde me verder ontwikkelen. Ik werkte met veel plezier in de ICT, maar steeds vaker voelde ik de behoefte om vaker buiten te zijn. Naast mijn werk startte ik met de opleiding ecologisch tuinontwerp en werk sinds 2023 als tuincoach.”

Het mag best een beetje wild

“Het mag best een beetje wild, hoor ik gelukkig steeds vaker van klanten”, vertelt Anniek Veltman lachend. Of de tijd van strakke gazons en kale aarde – of nog erger, kunstgras en tegels – nu eindelijk echt voorbij is, durft Anniek niet te zeggen, maar ze vertelt: “Mensen die mij om hulp vragen, zijn zich er van bewust dat hun tuin weinig bijdraagt aan de lokale natuur en willen daar iets aan doen. In de tuinen waar ik kom, zijn er wel eens tegels en kunstgras, maar die mag ik er dan uithalen. Ik zie wel een groeiend bewustzijn bij mensen dat hun tuin – klein of groot – de ideale plek is om de natuur een handje te helpen. Mensen worden een beetje wakker.”

1. Laat in de herfst je tuin zo veel mogelijk met rust

Anniek: “Hoe meer ik met mijn vingers in de tuin zat, hoe meer ik me verbaasde en ervoer dat alles in de natuur met elkaar samenhangt. Gek genoeg zijn het vaak kleine dingen die heel veel impact hebben. Het meest simpele is om gevallen blad niet op te ruimen. Door je blad op de aarde te laten liggen, voeg je voeding en organische stof toe aan de grond en daar profiteren de planten en de diertjes in de bodem weer van. Mijn tuin helemaal netjes maken voor de winter doe ik ook nooit. Eigenlijk maakt dit je tuin ook alleen maar interessanter. Heb je bijvoorbeeld wel eens van heel dichtbij gekeken naar regendruppels of ijskristallen op planten of spinnenwebben? Dat zijn soms echte kunstwerkjes. En door niet op te ruimen, kun je soms zomaar een egel aantreffen, die in je tuin overwintert. Of komen er vogels af op de zaaddozen van uitgebloede bloemen.” Dus geniet van je tuin en ruim zo min mogelijk op. Zo verstoor je de natuurlijke processen in je tuin niet.

2. Snoei alleen als het echt nodig is

Bomen en struiken in je tuin hoef je meestal niet elk jaar te snoeien. Anniek: “In de vrije natuur worden bomen en planten niet gesnoeid. In de tuin is dat meestal ook niet nodig. En in sommige gevallen raad ik het zelfs af. Struiken die in de winter bloeien of bessen geven, zoals Klimop en Vuurdoorn, zijn een belangrijke voedselbron voor late bestuivers en vogels die bessen eten. Daarnaast kunnen vogels en insecten in de winter perfect in deze struiken schuilen. Dus, ook al is je Klimop ontploft, zet je heggenschaar er liever in het voorjaar in of knip echt alleen de takken weg die in de weg zitten.”

Fruitbomen of bessenstruiken snoei je wel elk jaar

“Sommige struiken moet je wel jaarlijks snoeien, denk aan fruitbomen of bessenstruiken, zoals frambozen en rode bessen. Daarmee zorg je ervoor dat de planten volgend jaar genoeg bloemen krijgen en daarna lekker veel oogst geven. Door een fruitboom goed te snoeien, komt er genoeg lucht en licht in de kroon. Zo voorkom je dat schimmelziektes vat krijgen op de boom. Het najaar kan een goed moment zijn om te snoeien, omdat de sapstroom bij veel planten dan in de ruststand is.

Over het algemeen snoei je bladverliezende struiken en bomen meestal in de late herfst of winter. Vaste planten snoei je in het voorjaar. Je schuift dan het bruine blad en de verdorde stelen aan de kant, zodat er weer ruimte ontstaat voor nieuw groen.

Weet je niet precies wanneer je welke plant of boom kunt aanpakken? Check dan de snoeikalender.

Gebruik schoon en scherp snoeigereedschap

“Als je gaat snoeien, gebruik dan altijd schoon en scherp snoeigereedschap. Scherp gereedschap zorgt voor minimale schade aan de plant en schoon gereedschap voorkomt dat schimmels en bacteriën via de wonden binnendringen, waardoor de plant ziek kan worden. Heb je gesnoeid, dan kun je twee dingen doen met de takjes: je kunt het groen afvoeren uit je tuin door het in de kliko te gooien, maar liever laat je restjes in je tuin liggen. Leg het bijvoorbeeld ergens achterin je tuin of onder een struik. De insecten, maar ook vogels en egels, zullen je hier dankbaar voor zijn. Zie het als een dekentje voor de winter.”

3. Zet in het najaar inheemse planten in je tuin

Het najaar is een uitstekend moment om te planten. De zon schijnt niet meer zo fel, de bodem heeft nog een lekkere temperatuur en er valt meer regen, waardoor je minder water hoeft te geven. De plantjes krijgen nog genoeg tijd om goed te wortelen, zodat ze in het volgende jaar sterk kunnen starten.

Anniek: “Wil je nieuwe planten in de tuin, kies dan – naast gifvrije exemplaren – voor inheemse soorten. Juist deze planten, die in de Nederlandse natuur voorkomen, zijn van groot belang voor de biodiversiteit. De natuur heeft er al een connectie mee, waardoor vlinders, vogels en bijen ze moeiteloos weten te vinden.

Er zijn bepaalde insecten die zich specifiek aangetrokken voelen door bepaalde planten. Vlinders die we veel in onze tuinen zien zoals Atalanta’s en Dagpauwogen zijn zwaar afhankelijk van brandnetels. De rupsen van deze vlinders lusten alleen brandnetels. Als brandnetels verdwijnen op bepaalde plekken, verdwijnen ook deze (en nog meer) vlinders op die plekken.”

Het probleem letterlijk bij de wortel aanpakken

“Een ander voorbeeld zijn de klokjesbijen die stuifmeel halen uit planten uit de klokjesfamilie (campanulacae). Soms slapen deze bijen zelfs in de klokjesbloemen. Deze planten zijn inmiddels op veel plekken in de Nederlandse natuur verdwenen maar door aanplant in tuinen, verschijnen er steeds meer in de bebouwde omgeving. Goed nieuws voor de Klokjesbijen dus. Voor andere planten en hun relaties kan het minder goed aflopen. Het is dus van groot belang om dit probleem letterlijk bij de wortel aan te pakken en ervoor te zorgen dat inheemse planten niet verdwijnen.”

De mooiste inheemse planten
Ben je op zoek naar biologische en inheems planten, dan kun je terecht bij biologische kwekers of bij Sprinklr. Sprinklr heeft een groot aanbod. Denk aan de Blauwe knoop, Duifkruid, Kattenstaart, of de Wilde kamperfoelie. Plant je die in je tuin, dan weet je zeker dat je volgend jaar een tuin vol rondvliegende bestuivers hebt.

4. Kies altijd voor gifvrije planten

Anniek: “Als je planten koopt, zorg er dan wel voor dat ze gifvrij zijn. Helaas bevatten veel planten in grote tuincentra nog geregeld gif om plaaginsecten of ziektes te bestrijden. Hier worden niet alleen de plaaginsecten mee bestreden, maar veel insecten die wél nuttig zijn, zoals bestuivers, sneuvelen ook. Bovendien is het gif niet alleen schadelijk voor insecten, maar ook voor de dieren die deze insecten eten. Denk aan vogels, kikkers, padden en egels. Het gif werkt echt door in de hele keten. Wil je zeker weten dat een plant gifvrij is geteeld, koop dan planten met een biologisch keurmerk.”

“Vanwege het gebrek aan onderzoek weten we ook niet precies hoelang gif in de plant en de bodem blijft. Het verschilt per middel of, en wanneer, de schadelijke effecten verdwijnen. Twijfel je of de planten in je tuin gif bevatten, omdat je ze niet zelf hebt geplant? Dan kun je de plant het beste flink terug snoeien. Hierna bevat de plant veel minder of zelfs geen pesticiden meer. Gooi dit snoeiafval niet in de groene kliko, onder een struik of op de composthoop, maar bij het gewone huisvuil. Zo voorkom je dat eventuele restanten pesticiden weer in het milieu terechtkomen.”

Biologische planten bevatten geen gif en geen kunstmest

Voor het kweken van biologische planten is dus geen gif, maar ook geen kunstmest gebruikt. Kunstmest kun je zien als een soort infuus dat planten snel opkweekt. Zodra het infuus weg is, storten ze vaak snel in. Biologische planten hebben geen kunstmest nodig, want de planten groeien op een gezonde bodem en krijgen de tijd om te groeien. Om plagen te bestrijden, zetten kwekers vogels, libellen, lieveheersbeestjes en oorwurmen in. Zij zorgen ervoor dat de planten niet volledig worden kaalgevreten en verhogen de weerbaarheid tegen ziektes en plagen. Dat maakt ze sterk en als ze eenmaal bij jou in de tuin staan, merk je dat een biologisch gekweekte plant zich prima kan redden zonder gifcocktails of een infuus van kunstmest.”

Anniek: “Koop je planten, bloembollen en zaden het liefst met een biologisch keurmerk of bij een biologische kweker. Of vraag bij je lokale kweker of particuliere tuincentrum of er gif is gebruikt. Krijg je geen duidelijk antwoord? Koop ze dan niet. Dan weet je namelijk niet zeker of je plant bijdraagt aan de biodiversiteit.”

Het belang van een biodiverse tuin
Anders wonen gaat niet alleen over je huis, maar ook over je tuin. Een klimaatvriendelijke en biodiverse tuin houdt meer water vast, is koeler, heeft een gezonde bodem en trekt veel leven aan. De tuin heeft weinig hulp van buitenaf nodig om zichzelf te redden, zelfs bij uitdagende weersomstandigheden. En als plaaginsecten (denk aan bladluizen) hun kop opsteken in de tuin zijn er altijd wel natuurlijke bestrijders (zoals het lieveheersbeestje) in de buurt die de plaag in toom houden. Zo creëer je een levendige, duurzame én weerbare tuin die op haar beurt weer bijdraagt aan een sterkere lokale natuur.

5. Plant biologische bloembollen in de herfst

Blauwe druifjes, sneeuwklokjes en krokussen bloeien vroeg in het voorjaar en zijn heel aantrekkelijk voor bijen en hommels. Bloembollen fungeren als voedsel- en energieopslag voor planten en zijn eigenlijk een soort ondergrondse voorraad. De bollen kun je het beste in oktober planten, omdat ze een koude periode nodig hebben om in bloei te komen.

Weet je niet welke planten je in je tuin wilt zetten? Schrijf dan eens op wanneer welke planten in je tuin bloeien. Zo ontdek je wanneer er even niets bloeit. Daar kun je dan werk van maken. Anniek: “In beplantingsplannen zorg ik er altijd voor dat de bloeiboog compleet is. Dat betekent dat er altijd iets in je tuin bloeit. Zo help je bijen, vlinders en zweefvliegen aan voedsel. Bloembollen zijn ook belangrijk in de bloeiboog. Er is veel keuze in vroegbloeiende bollen, zoals blauwe druifjes, sneeuwklokjes en krokussen. En planten zoals klimop en winterjasmijn bloeien in het najaar of zelfs de winter, wanneer er verder bijna niets anders bloeit.

Heb je vragen voor Anniek of tips? Laat het dan weten in een reactie.

Triodos Hypotheek stimuleert duurzame tuinen
Ook zin om je tuin te vergroenen? Met een Triodos Hypotheek kan je niet alleen de verduurzaming van je huis, maar ook de verduurzaming van je tuin meefinancieren. Dat geldt bijvoorbeeld voor de aanleg en materialen van een groendak. Maar ook voor kosten omtrent de vergroening van je tuin, zoals de ontwerpkosten, de hovenier, de materialen, de beplanting en de omheining van je tuin. Onze hypotheekadviseurs vertellen je hier graag meer over. Meer weten?
Maak een vrijblijvende afspraak

Over de schrijver

4 gedachten over “5 herfsttips van Groene Tuincoach Anniek voor een gifvrije, groene tuin”

  1. Wat een leuk artikel! Goede tip/reminder om in de herfst bollen te planten. Ga ik komend weekend gelijk even doen.
    Wij laten ook al veel plantenresten liggen in de tuin. Ik heb wel het gevoel dat daar ook veel slakken op af komen. Natuurlijk hebben we die ook ergens voor nodig, maar het is wel wat zuur dat ze al je net geplante plantjes opeten. Heb je daar nog tips voor?

    1. Hoi Lysbeth, Bedankt voor je reactie! En goed van je dat je het blad laat liggen. Ook als je dat niet zou doen zou je toch slakken in je tuin houden dus blijf er vooral mee doorgaan! Pas geplante plantjes waar slakken dol op zijn zou ik tijdelijk beschermen door er een bekertje zonder bodem omheen te zetten en daar omheen kopertape te wikkelen (2 laagjes onder elkaar). Zand, schelpen eierschalen of scherpe steentjes rondom de wortel van je planten strooien helpt ook. Daar houden slakken niet van. En zijn het er echt heel veel dan helpt het om een paar ochtenden achter elkaar slakken te rapen en die zo’n 500 meter weer vrij te laten (of in je kliko te stoppen). Ik heb zelf een egel in mijn tuin en kikkers en had daardoor relatief weinig last van slakken.

  2. Fijn artikel, bedankt!
    Kan je bij punt 4 ook iets zeggen over het stekken van planten? Ik haal meestal stekjes en zaden bij anderen, waarvan ik weet dat ze zonder kunstmest en dergelijke zijn opgegroeid.

    1. Hoi Ina, Bedankt voor je reactie! Stekjes van anderen krijgen en planten is zeker een goede optie en budgetvriendelijk. Check wel altijd even of er in de tuin waar ze uit komen niet veel Zevenblad staat of een andere woekeraar. Anders krijg je die ook gratis ;-). Zelf stekken kan natuurlijk ook maar dat kan niet bij elke plant even makkelijk.

Reacties zijn gesloten.