Wat als je natuurbeheer, tiny houses en extra inkomsten voor boeren kunt combineren? Dat klinkt toch als een oplossing uit duizenden. Dat dacht ook wethouder Jeroen van den Heuvel uit Maashorst toen hij het project AgroNatuurWonen startte. Hoewel het plan in eerste instantie op weerstand stuitte bij de gemeenschap én de provincie, liet hij het er niet bij zitten. “In 2026 gaat de schop de grond in.” Wij spraken Jeroen over ‘zijn’ Anders Wonen-project.
Een paar maanden geleden sprak ik over Anders Wonen tijdens een bijeenkomst over wonen in het buitengebied. Er waren initiatiefnemers, onderzoekers en mensen die werkten bij de gemeente, de provincie en het Rijk. We gingen met elkaar in gesprek over de (on)mogelijkheden van nieuwe woonvormen die wonen en natuurbehoud combineren, en tegelijkertijd landbouwgrond verrijken.
Een van de sprekers was wethouder Jeroen van den Heuvel uit Maashorst. Hij vertelde over zijn ambitie om met tiny houses op boerenland woonruimte te creëren voor starters in zijn gemeente. Bewoners zouden zorgen voor de natuur, en de boer krijgt een extra inkomstenstroom – dikke winst voor iedereen. Maar daar bleek niet iedereen het mee eens. De wet- en regelgeving stond in de weg. Ook inwoners van de gemeente hadden veel vragen en bezwaren. Voor Jeroen begon toen een proces dat ik vergelijkbaar vind met dat van veel Anders Wonen-initiatiefnemers.
Jeroen van den Heuvel groeide op in het dorp Zeeland in Noord-Brabant. “We waren als gezin altijd buiten in de natuur. Mijn ouders namen me niet mee naar een pretpark, maar we struinden door de bossen. Daar is voor mij de basis gelegd voor de verbondenheid die ik voel met het landschap. In mijn rol als wethouder Groen en Recreatie loop ik regelmatig een dag mee met een boswachter. Dan kan ik me soms precies herinneren hoe het voelde toen ik op diezelfde plek als kind liep.”
Wethouder worden stond als kind niet op zijn verlanglijstje. “Ik begon mijn werk in het sociaal domein, als jongerenwerker, maar ik was altijd actief in het dorp. Ik hielp mee bij kinderactiviteiten, dacht mee over het dorpshuis en zat in een protestgroep ‘Vereniging Herindelen Landerd’ toen onze basisschool dreigde te verhuizen naar een plek waar niemand de school wilde hebben. Uit die protestgroep startte ik de politieke partij: Maashorst Vooruit. En voor ik het wist, stond ik op de vierde plek op de lijst van deze nieuwe lokale partij en werd ik raadslid.”
Hij lacht: “Dat was elf jaar geleden. Sinds 2022 ben ik wethouder. Het is een aanstelling, geen beroep – en echt de mooiste manier om direct iets te kunnen betekenen voor mijn leefomgeving.”
Zijn portefeuille is breed: klimaat en energie, natuur- en landschapsbeleid, landbouwtransitie, milieu, afval, openbare ruimte, recreatie, toerisme en het natuurgebied De Maashorst zelf. “Alles grijpt in elkaar”, legt hij uit. “De manier waarop we onze landbouw inrichten, raakt de biodiversiteit en de waterkwaliteit – maar ook het welzijn van mensen. Toerisme hangt samen met de gezondheid en beleefbaarheid van het landschap en het milieu. Voor mij is het één geheel en het is belangrijk om die verbinding constant op te zoeken.”
Het woord ‘duurzaamheid’ gebruikt hij eigenlijk niet meer als hij het over zijn portefeuille heeft. Jeroen: “Toen ik wethouder werd, draaide alles om duurzaamheid. Maar in de afgelopen jaren heeft dat woord een andere betekenis gekregen. Eerst spraken we over het belang van CO₂-reductie om bij te dragen aan een betere wereld. Nu gaat het steeds vaker over een duurzaam leven in het belang van onze portemonnee.”
“Het verhaal is verschoven en daarin moet je als bestuurder meebewegen, anders krijg je niets voor elkaar. Dat betekent niet dat ik mijn idealen opzij zet, maar dat ik het verhaal anders moet vertellen. Het gaat niet om míjn droombeeld, maar om een collectief droombeeld. En dat is moeilijk uit te leggen, want steeds minder mensen voelen zich geroepen om bij te dragen aan iets collectiefs.”
Dat het verhaal verandert, betekent niet dat Jeroen zich anders inzet voor zijn omgeving. “Zonder lef en experimenteren lukt het sowieso niet. Tegelijkertijd moet je mensen meenemen. Je kunt wel een prachtig plan hebben, maar als de omgeving het niet begrijpt of zich erdoor bedreigd voelt, loop je vast.”
In de visie van Creabitat wordt wonen radicaal opnieuw uitgedacht: niet als huizen in een landschap plaatsen, maar als het cultiveren van een levend ecosysteem waarin natuur, gemeenschap en zelfvoorziening één geheel vormen. Op een stuk land dat traditioneel agrarisch zou zijn, transformeert Creabitat bijvoorbeeld 100 hectare in voedselbossen en 80 hectare in regeneratieve landbouw. Daarnaast is 20 hectare bestemd voor circulaire woningen, mét kunstmatige energievoorziening, gezond voedsel van eigen bodem en gedeelde voorzieningen. De kern van het project is “van ego naar seva” (seva is een houding van dienstbaarheid aan de natuur en de gemeenschap). De ambitie is om in iedere nieuw te ontwikkelen cluster de vier domeinen – sociaal, ecologie, economie en cultuur – in harmonie te brengen.
Dat ervaarde Jeroen bij een van zijn grote projecten: AgroNatuurWonen. Het idee: boeren die hun bedrijf deels omvormen tot natuur, krijgen de ruimte om kleinschalig wonen mogelijk te maken op hun land, bijvoorbeeld met tiny houses of woonclusters. Zo ontstaat een nieuw verdienmodel voor boeren, wordt er natuur ontwikkeld én komt er extra woonruimte beschikbaar. Voor jong en oud en voor minimaal 50% bewoners uit Maashorst.
“Het is een experiment dat heel veel positieve effecten kan hebben.” Natuur realiseren is duur, en boeren hebben een kwetsbaar verdienmodel. Tegelijkertijd is er woningnood. “Dan denk ik: laten we dit eens proberen.”
De gemeente stelde duidelijke randvoorwaarden vast: maximaal drie huisjes per hectare, maximaal 21 woningen per locatie, en minstens 60 procent inheemse beplanting. De vergunningen zijn tijdelijk, voor twintig jaar. “We zoeken initiatiefnemers die durven en we leren van de praktijk.”
Dat leren gaat niet zonder hobbels. Jeroen vertelt openhartig over de eerste bijeenkomsten: “We lieten een tekening zien met een geschat aantal huisjes. Mensen dachten meteen aan een soort Center Parcs-dorp, en dat vonden ze geen goed idee. Ineens hingen er overal spandoeken in de tuinen, want buurtbewoners voelden zich bedreigd. Dat hadden we beter moeten inschatten.”
Hoe is het voor hem persoonlijk om soms tegenover boze dorpsgenoten te staan met spandoeken in de tuin? Hij denkt even na. “Dat is pittig. Ik kom zelf uit Zeeland – het zijn míjn dorpsgenoten. Dan denk je weleens: waar ben ik aan begonnen? Maar het is ook een les: begin op een andere manier, neem iedereen direct mee. En blijf empathisch, ook als de kritiek hard is. Want uiteindelijk kan het alleen maar samen.”
“Daarom zijn we met iedereen in gesprek gegaan, en dat leverde ook wat op. We hebben bijeenkomsten gehad die tot diep in de nacht duurden. En aan het eind van die avonden was er toch meer begrip. Een van de tegenstanders zei: ‘Ik vind dit niet leuk, maar als het er dan toch komt, hoop ik dat mijn dochter er kan wonen.’”
Hij glimlacht: “Je ontwikkelt wel een dikkere huid, maar je moet niet verharden. Het blijft belangrijk om het goede verhaal te blijven vertellen en samen met de mensen te groeien.”
In de Peel ontstaat iets bijzonders: met het initiatief Peel Natuurdorpen wordt landbouwgrond omgevormd tot natuurrijk landschap waarin tiny houses verscholen liggen tussen houtwallen, bloemenweides en voedselbossen. Boeren blijven eigenaar van hun grond, maar verdienen op een nieuwe manier, met natuur én wonen. Het idee hierachter? Biodiversiteit herstellen, klimaatbestendige landschappen creëren én plek bieden aan mensen die duurzaam, kleinschalig en in verbondenheid met de natuur willen leven. Zo ontstaat een radicaal nieuw perspectief voor het platteland. Daarin gaan landbouw, natuur en wonen hand in hand, zonder afhankelijk te zijn van subsidies.
Volgens Jeroen gaat AgroNatuurWonen om veel meer dan wonen. “Het gaat om gemeenschappelijkheid: communities van verschillende generaties die samen zorg dragen voor het landschap, een deel van hun voedselvoorziening regelen en functies van een buurtschap opnieuw invullen.”
Hij herkent dat uit zijn eigen woonervaring. “Ik woon in een rijtjeswoning. In het begin deelden we met drie buren een grasmaaier en maakten we afspraken over schuttingen. Maar na een paar verhuizingen is dat gevoel van gezamenlijkheid wat weggezakt. Dat lijken we opnieuw te moeten leren. AgroNatuurWonen kan daar een plek voor bieden.”
Als wethouder is Jeroen kartrekker en verbinder. Hij praat met boeren, initiatiefnemers, bewoners, de provincie en waterschappen. “Mijn taak is de balans bewaken: zorgen dat de ecologische doelen gehaald worden, dat er draagvlak is én dat we blijven vernieuwen. Soms is dat laveren tussen idealen en praktische bezwaren.”
Dat betekent soms ook tegen de stroom in roeien. “De provincie heeft moeite om ruimtelijke kaders los te laten. Zelfs als je met een stevige ecologische en sociale onderbouwing komt, is dat niet altijd genoeg. Dat geeft spanning. Dan moet je kijken: houden we vast aan het grotere plan, of zetten we een kleinere stap om vooruit te komen? Wij kozen voor dat laatste.”
Jeroen is eerlijk over de onzekerheden. “We weten niet of het precies lukt zoals we het nu voor ons zien. Het blijft een experiment. Maar ik geloof dat dit een manier is om landbouw, natuur en wonen écht met elkaar te verbinden – een way of living die recht doet aan de omgeving én aan de mensen die er wonen. Als dit slaagt, kan het ook een model zijn voor andere gemeenten in Brabant en daarbuiten.”
“Zo’n traject is complex. En we hebben al veel geleerd – niet alleen over huisjes, maar ook over onze manier van werken. We zijn nu in gesprek met twee projecten Peel Natuurdorpen en Creabitat, maar we zitten echt met alle partners tegelijk aan tafel: van boeren en bewoners tot provincie en experts. Dat is nieuw, en dat is winst. Het duurt misschien in de aanloop iets langer, maar uiteindelijk komt het er wel. ”
In oktober organiseren we voor de 5e keer de Anders Wonen maand in samenwerking met Triodos Bank. Dit betekent dat we tijdens deze maand extra veel woonverhalen delen van pioniers die het anders aanpakken. Wil je niks missen?
> Schrijf je dan hier in voor de maand en ontvang een maand lang onze gratis Anders Wonen Nieuwsbrief die ook weer automatisch stopt. Hier vind je meer informatie over de Anders Wonen Maand.
> Wil je je nu alvast laten inspireren door verhalen van woonpioniers en praktische tips over wonen? Bestel dan ons boek Anders Wonen via onze shop :-)
> En droom je ervan om zelf in een wooncommunity, eco-dorp of wooncoöperatie te wonen, of wil je zelf gaan bouwen? Volg dan een van onze online Masterclasses:
21 oktober om 20.00 uur: Voor altijd betaalbare huur met je eigen wooncooperatie
28 oktober om 20.00 uur: Je eigen huis bouwen? Woonpioniers helpt je op weg.
Asceline Groot is partner bij hetkanWEL, onderzoeker, specialist op het gebied van duurzame trends en ontwikkelingen en co-auteur van het boek 'hetkanWEL. Voor een groener, eerlijker en leuker leven'. Daarnaast heeft ze een PhD aan de Radboud Universiteit Nijmegen. Ze deed onderzoek hoe social enterprises hun ideeën ontwikkelen.
Reacties
Geen reacties