Met het nieuws dat er in Nederland overal PFAS (forever chemicals) in de grond zitten én in ons bloed, rijst de vraag of we nog wel veilig van Nederlandse bodem kunnen eten. Nog helemaal los van alle pesticiden die zich al decennialang in de bodem ophopen. Wildplukker Ilse Donker uit Groningen deed mee aan het wetenschappelijke Wild Biome Project en leefde drie maanden lang van wildplukken en wild uit de natuur (planten en dierlijke producten).
Het wetenschappelijke project verzamelt de bloedwaardes van alle deelnemers om te kijken wat een wild dieet doet met het lichaam van de moderne mens. Daarnaast liet Ilse zichzelf twee keer testen op haar PFAS-waardes.
“Ik heb ontzettend spijt dat ik niet van tevoren ook mijn PFAS-waardes heb laten testen”, zegt Ilse. “Ik heb nu halverwege het project een test gedaan en tegen het einde. Maar ik kan het niet vergelijken met de beginwaardes en daaruit concluderen of er een relatie is met het eten van wildpluk”. De uitslag van de eerste test van Ilse was zo schrikbarend hoog, dat ze besloot te stoppen met het eten van de eieren van haar eigen kippen naar het advies van het RIVM. Als we elkaar spreken heeft ze net de uitslag van de tweede test binnen en die was juist weer relatief laag, hoewel nog steeds ruim boven de gezondheidskundige grenswaarde.
“Heel fijn, maar ook verwarrend, want PFAS blijven toch in je bloed zitten?” Dat de eerdere waarden deels aan haar eieren lag was wel duidelijk, want ook de waardes van de eieren heeft ze laten meten. “Ik gooi ze nu allemaal weg, terwijl er in Gaza mensen omkomen van de honger, dat voelt zo fout”. Maar het probleem is niet de eieren, benadrukt ze. Want als we de eieren gaan bestempelen als de boosdoener, vergeten we wat er eigenlijk echt misgaat: de vervuiling van onze bodem door bedrijven en een overheid die daar nog te weinig aan doet.
“In Denemarken worden PFAS al verboden, waarom kan onze overheid dat niet doen?” De EU is ook al drie jaar bezig om tot wetgeving rondom een verbod op PFAS te komen, maar daar hoeven we als land natuurlijk niet op te wachten. Opvallend was dat wildplukker Anna Luijten, die ook meedeed aan het Wild Biome project, ganzeneieren at en relatief lage PFAS-waardes in haar bloed vond. Ook wildplukker Daan Timmers deed mee aan het project en zag een daling van de PFAS-waardes in haar bloed aan het einde van de drie maanden.
“We weten natuurlijk niet precies wat de oorzaak is, maar deze uitslag geeft wel hoop dat de eerdere stijging van mijn waardes in ieder geval niet per se aan wildpluk hoeft te liggen”, zegt Ilse. Wat PFAS precies doen met de mens is nog niet zeker, maar ze tasten waarschijnlijk het immuunsysteem aan. “We weten er nog zoveel niét over, daarom moeten we blijven onderzoeken,” zegt Ilse.
Behalve de PFAS, kent wildplukken nog meer risico’s in Nederland. Zo vinden mensen het vaak eng om de bramen die langs de snelweg groeien te eten in verband met uitlaatgassen. En iets uit de berm te plukken waar mogelijk een hond, vos of wolf overheen heeft geplast is ook een risico. Dan maar liever ‘veilig’ iets in de supermarkt kopen wat er in ieder geval schoon en gaaf uitziet.
“Angst voor wildplukken is vaak een gebrek aan kennis,” zegt Ilse. ” Maar als je ergens bang voor bent is het juist een mooie kans om het te onderzoeken door je kennis te vergroten en ervaring op te doen. Die kun je dan ook weer doorgeven, want die kennis en wijsheid missen we nu heel erg in de samenleving”, tipt Ilse.
Moet je bijvoorbeeld bang zijn voor een vossenlintworm of hondsdolheid bij bosbessen, voor botulisme als je je wilde groenten inmaakt, of voor giftige planten? “Lees erover en zoek het uit”, moedigt ze aan. “Dan blijkt het allemaal wel mee te vallen”.
Voor vergiftiging is ze zelf niet zo bang. “Er zijn niet zoveel giftige planten in Nederland, dus als je die weet te herkennen en van de eetbare planten weet te onderscheiden, ben je er al”. Zo bezocht ze zelf eens een kloostertuin waar giftige planten werden gekweekt, om de eetbare Fluitenkruid te leren onderscheiden van de zeer giftige Gevlekte Scheerling. Ook is het aan te raden de giftige paddenstoelen goed te leren herkennen; zo lijkt de dodelijke Groene Knolamaniet erg op verschillende eetbare paddenstoelen.
“Ook een wildplukcursus kan handig zijn als je je wilt verdiepen in de wereld van de eetbare planten, maar dat moet je niet tegenhouden ermee te beginnen”. Als je bang bent voor de gevaren, raadt ze aan gewoon te beginnen met één plant die je kent, bijvoorbeeld de brandnetel. “Zo kan je het stapje voor stapje uitbreiden”.
En plukken langs snelwegen, of velden waar pesticiden worden gespoten? “Vroeger deed ik dat nog wel, maar nu eet ik liever planten van relatief schone grond. Maar in principe is een plant plukken langs een aardappelveld niet heel anders dan diezelfde aardappels uit de supermarkt halen”. Hoewel ze er nog niet veel over kan zeggen, waren haar bloedtesten wel positief na het drie maanden leven van wild eten.
“Ik heb dan misschien hoge PFAS-waardes, maar mijn andere waardes zijn hartstikke goed. En ik voel me ook fantastisch”. Misschien halen de nadelen van het plukken en eten van een vervuilde bodem het dus niet bij de voordelen die gevarieerd, lokaal, seizoensgebonden en gezond eten voor je hebben.
Zou Ilse wildplukken aan het grote publiek aanbevelen? “Op zich is het juist goed als meer mensen ervan af weten en op deze manier van de natuur leren houden”. Cursussen moeten dan volgens haar focussen op hoe we óók voor de natuur kunnen zorgen, in plaats van alleen maar te nemen.
“Wildplukkers hanteren zo’n beetje een maximum van 20% wat je van een specifieke plant mee kan nemen. En neem nooit de eerste en de laatste die je van een plant ziet. Zo kan de plant in dat gebied zich blijven voortplanten en hebben andere dieren er ook profijt van”, vertelt ze.
“En misschien maak je fouten tijdens het wildplukken, dat is oké. Want perfectionisme is een dooddoener”. Als je eens te gretig van een plant hebt geplukt, kun je bijvoorbeeld terugkeren en wat zaadjes van die plant zaaien. “Maar doe dat alleen met inheemse planten, want de exoten willen we juist weg hebben!”
In Apeldoorn zijn er inmiddels strenge controles aan de gang rondom wildpluk, vanwege de zogenaamde roof die er plaatsvindt. Er zijn mensen die tassen vol kastanjes meenemen, of alle paddenstoelen wegplukken. “Ja, mensen verpesten de boel. Als je ze uit het bos verbant, weten ze niet meer hoe ze ermee om moeten gaan. Dus dit verbod werkt alleen maar nog meer misbruik in de hand”.
De wildplukkers zijn volgens Ilse echt het probleem niet in de natuur. “Ik ging eens heel zuinig om met een prachtige berm vol Gewone Berenklauw, om een week later te vinden dat alles was weggemaaid”, zegt ze teleurgesteld. “Dat deed echt pijn”. Dan kan je nog zo netjes plukken, bepaalt een ambtenaar op kantoor dat het allemaal weg moet. “Dat kan voorkomen worden als méér mensen een relatie met de natuur hebben en zelf ook baat hebben bij het behoud”.
Dus als heel Nederland opeens zou gaan wildplukken, zou dat goed zijn? “Natuurlijk zou dat eerst rampzalig zijn, maar ik denk dat er dan wel vrij snel het besef komt dat we duurzaam moeten plukken zodat er volgend jaar weer plantjes staan”. Zelf draagt ze bij aan meer kennisoverdracht door wildplukwandelingen te geven, en ook via haar werk als juf op een bosschool. Daar leert ze kinderen over eetbare planten, terwijl ze ondertussen ook haar eigen maaltje bij elkaar kan plukken.
Naast mensen die bang zijn om in het wild te plukken zijn er ook mensen die hun ogen en oren sluiten voor de gevaren voor ons voedsel. “Mensen willen het soms liever allemaal niet weten en vertellen me dan dat die PFAS-testen niet kloppen en alleen maar bangmakerij zijn. Maar er is wel degelijk een probleem. En zolang we die blijven aankaarten, werken we aan een oplossing”. Het is ook niet haar missie om iedereen hopeloos en depressief te maken, maar juist het tegenovergestelde ervan.
“Hoop is het allerbelangrijkste, en dat we in beweging blijven in plaats van te denken: laat maar. Dat laatste is geen goed leven”. Wildplukken geeft haar die hoop, omdat ze continu omringd is door de veelzijdigheid en overvloed van de natuur, zélfs in Nederland. “We moeten er met elkaar gewoon wat moois van maken” eindigt ze. “En ik hoop daaraan bij te dragen door mensen met de natuur te verbinden, maar óók met elkaar. Zolang we het samen blijven doen, staan we sterk”.
Meer weten over Ilse en hoe je van haar kunt leren? Check ilsedonker.nl of volg haar op @ilseaardedonker op Instagram.
Simone leeft nomadisch en wisselt het wonen in een tent af met op huizen passen en in haar deeltijd kamer slapen. Ze houdt van leven met minimale bezittingen en daarmee van hergebruiken, repareren en zelf maken. Het liefst dwaalt Simone door de bossen van de Veluwe, of in de ruige bergen waar dan ook. Ze werkt online voor Vraag de Vroedvrouw