Tweedehands kleding is aan een niet te stoppen opmars bezig. We ruilen onze afdankertjes in swap shops of via de ketting kledingruil in de buurt. Verkopen items die we niet meer dragen via apps als Vinted. En zoeken naar designer collector’s items op sites als Salon Heleen Hülsmann. Sinds 2019 groeide het aantal tweedehands kledingwinkels in Nederland met 23% naar 665 vestigingen. Tweedehands shoppen lijkt hét betaalbare alternatief voor fast fashion te zijn, maar is tweedehands kleding altijd de meest duurzame keuze? Nee, niet altijd. We leggen je uit waarom.
Wereldwijd is de omzet van tweedehandskleding met 220% gegroeid in de periode 2012-2018. Meer dan de helft van de Nederlanders koopt wel eens tweedehands kleding. Met name bij millennials en generatie Z groeit de vraag (de grootste groep tweedehands kopers is tussen 25 en 34 jaar) . En dus springen ook grote merken en retailers tegenwoordig op de tweedehands trein door een speciale hoek in te richten voor gecureerde afdankertjes die nog prima te dragen zijn. Had tweedehands kleding vroeger nog een beetje een armoedig, stoffig of excentriek imago, tegenwoordig is dat imago hip en vooral duurzaam.
Dat er van alles mis is met de kledingindustrie weten we: de kledingbergen met ons afval stapelen zich op in landen als Ghana en Chili (hieronder is een mooi filmpje te zien van The Guardian over hoe de lokale bevolking probeert die groeiende afvalberg van ons het hoofd te bieden). Maar ook in ons eigen land stapelt de textielafvalberg zich zo hoog op, dat we ons er geen raad meer mee weten. Zo ligt er in Assen 2 miljoen! kilo kleding die niemand wil hebben. Er is veel te veel. Sterker nog: er is momenteel genoeg kleding op aarde om de komende 6 generaties te kleden. Geen enkele reden dus om nog wat nieuws te kopen zou je zeggen. Toch doen we dat nog wel massaal.
Met het kopen van tweedehands kleding bespaar je heel wat grondstoffen (zoals katoen), water, chemicaliën en CO2-uitstoot die bij het maken van nieuwe kleding komt kijken. Bovendien verleng je de levensduur van kleding, die anders op die groeiende afvalberg gegooid zou worden. Tweedehands kleding is daarmee een betaalbaar, duurzaam alternatief dat goed kan concurreren met de nog steeds groeiende goedkope (ultra)fast fashionmarkt, terwijl je tegelijkertijd zeker weet dat je unieke stukken kan vinden die niemand anders heeft. Zo kan je je eigen stijl ontwikkelen en een statement maken met je kleding. Win-win-win-win dus: je bespaart grondstoffen, geeft kleding een langere levensduur, het is betaalbaar én je ontwikkelt er je eigen identiteit en stijl mee waardoor je er niet net zo uit ziet als de rest (ook belangrijk).
Toch kleven er ook nadelen aan het kopen van tweedehands kleding. Ten eerste, omdat het soms zo goedkoop is dat het alsnog aanzet tot het gedachteloos verzamelen van kleding die ongebruikt of amper gedragen onderin de kast eindigt. Apps als Vinted zijn er, net als (ultra)fast fashionmerken, op gericht om je zoveel mogelijk te laten kopen. Je krijgt continu alerts met boodschappen als ‘mis je kans niet, koopt wat je hebt geliket’ of suggesties als ‘dit vind je misschien ook leuk’.
Tweedehands shoppen is niet per se een goede manier om te ‘consuminderen’. Werp één blik op de tweedehands verkoopapps als Vinted en je ziet bergen ‘miskopen’ voorbijkomen. Soms met het prijskaartje er nog aan en vaak van diezelfde fast fashionketens waar je met je tweedehands kledingkeuze nou juist een vuist tegen probeert te maken. Veel mensen kopen goedkoop nieuwe (ultra) fast fashion kleding, dragen het 1 of 2 keer, verkopen het dan weer en kopen met dat geld weer nieuwe (ultra) fast fashion kleding. Daarmee houden we de cyclus van ‘nieuw’, ‘goedkoop’ en ‘meer’ dus feitelijk in stand.
Niet dat we daar per se zelf iets aan kunnen doen. De modewereld (nieuw, maar ook tweedehands) speelt in op jouw honger naar meer en nieuw. Dat doen ze uiteindelijk door op je zelfbeeld in te spelen, zo stelt expert Marieke Eyskoot in de nieuwe podcast Het groene antwoord van de ASN Bank. Vanaf dat we jong zijn krijgen we allerlei boodschappen op ons afgevuurd via reclame, social media en influencers. Veel lifestyleproducten zoals kleding, verzorgingsproducten en dieetproducten proberen je eigenlijk te laten voelen dat je niet goed genoeg bent. Ze proberen je te laten twijfelen aan jezelf en je een negatief zelfbeeld aan te praten dat je kan fixen door hun product te kopen. Dat is niet okay.
Daarbij komt nog het punt van al dat transport. Als we niet uitkijken, bestellen we via de tweedehands kledingapps net zo veel als bij normale winkels (het is immers verslavend) en daarmee laten we dus regelmatig vanuit heel Europa pakketjes bezorgen met tweedehands kleding. Dat veroorzaakt CO2-uitstoot, ook als we kiezen voor de duurzaamste vervoerder.
“Het is goed dat kleding een tweede leven krijgt, maar tweedehandskleding doet niets tegen de wanpraktijken in sweatshops,” zei André Nijhof, hoogleraar sustainable business aan de Nyenrode Business Universiteit ooit in Trouw. En daar heeft hij een punt. Wie doen daar dan wel wat tegen? Duurzame merken, die daardoor ook vaak wat duurder zijn. Simpelweg omdat zij de ‘echte prijs’ rekenen voor kleding die onder goede arbeidsomstandigheden gemaakt is en waarbij de werkers een normaal, leefbaar loon krijgen. Geen sweatshops dus. Duurzame kleding lijkt vaak ‘duur’, maar feitelijk is al die andere kleding veel te goedkoop (en daar betaalt de aarde -en dus wij allemaal- uiteindelijk de rekening voor).
Maar er is nog een andere reden om ervoor te kiezen om je geld te investeren in duurzame merken. Het zijn namelijk deze merken die het ontwikkelen van duurzame materialen mogelijk maken. Van gerecyclede stoffen die sterk genoeg zijn tot aan biologische verf die niet meteen vervaagt na één of twee keer wassen. En van vegan leer dat niet gemaakt is van aardolie (plastic) tot aan lokaal geproduceerde kleding dat niet drie keer de hele wereld over hoeft te reizen voordat het in jouw garderobe eindigt. Deze duurzame ontwikkelingen kan je steunen door jouw geld te besteden aan hun producten. Koop je geen kleding meer van deze duurzame merken dan houden ze op te bestaan en zitten we (weer) vast aan de grote fast fashionketens (die hun hoofd waarschijnlijk wel boven water houden).
Gelukkig zijn er op de tweedehands markt ook steeds meer duurzame merken te vinden. Er zijn ook steeds meer duurzame modelabels die hun eigen kleding terugnemen als ze stuk zijn of als je erop uitgekeken bent. Mud Jeans is hier misschien wel het meest bekende voorbeeld van. Maar ook New Optimist, die de kleding ook daadwerkelijk in Nederland produceert, neemt kleding terug als je er ‘klaar’ mee bent door middel van een statiegeld systeem.
Is tweedehands shoppen dan slecht? Nee, zoals hierboven genoemd heeft het grote voordelen. Ons advies?
Houd jij rekening met de kwaliteit of met het merk van tweedehands kleding? Laat het ons weten door hieronder een reactie achter te laten. Lees ook: zo krijg je die muffe geur uit je tweedehands kleding. En: Waarom je niet naar de stomerij zou moeten gaan (en toch je wollen tweedehands kledingstuk schoon krijgt).
Wyke Potjer is content manager van hetkanWEL. Ze heeft journalistiek gestudeerd en werkt sindsdien fulltime voor landelijke radio, televisie, print en online media. Ze is vegan, heeft geen auto, probeert plastic uit haar leven te bannen en biologisch te eten. Naast haar freelance bestaan als journalist geeft ze yogales (vinyasa en yin).