Jonneke verhuisde met haar gezin van een jaren 30 woning naar een tiny house

Jonneke Bodzinga (38) was al een tijdje fan van ‘tiny wonen’, maar met twee kinderen had ze zo haar twijfels. Haar man zag het eerst absoluut niet zitten. Totdat in hun eigen wijk in Amersfoort een stukje bos vrijkwam voor een tiny houseproject. “Ons oude huis bleek moeilijk te verduurzamen. We besloten mee te dingen naar een plekje, en toen werden we opeens gekozen!”

“Mevrouw, u heeft helemaal geen spouw”, kreeg Jonneke te horen toen ze haar jaren ’30 woning wilde verduurzamen. “Ons huis bleek heel moeilijk te isoleren. De dingen die wel konden hebben we gedaan. Een groen dak aanleggen. Zonnepanelen erop. Koken op inductie. Maar je moet er veel geld tegenaan gooien.” Jonneke besloot verder te zoeken en kwam uit op een tiny houseproject, een paar honderd meter van waar ze woonden. “Gaandeweg werd ik steeds enthousiaster. Mijn man en ik zagen voorbeelden van andere gezinnen in een tiny house, met genoeg ruimte voor de kinderen. Dus we besloten een aanvraag in te dienen.”

Zes tiny houses in Mayordomio

Het was een verrassing dat ze ingeloot werden, vertelt Jonneke. “Er deden zo’n 15 groepen mee en sommigen waren al jaren bezig met lobbyen voor een plek. We moesten een plan indienen als groep van minstens drie huishoudens. Wij deden dat samen met een oud-collega en buurtgenoten.” Ze bedachten een plan dat aan allerlei eisen moest voldoen. “Duurzaamheid, sociale cohesie bevorderen in de buurt. Best pittig nog. Ons plan heette Mayordomio, een Spaans woord voor rentmeesterschap.” De kern was het beheren van een stukje aarde vanuit een duurzame en christelijke visie.

“Duurzaamheid in de breedste zin van het woord. Goed voor de natuur zijn, meer plantaardig eten, zo min mogelijk spullen kopen. Dat idee.” Met dat plan werd de groep ingeloot. “Er was plek voor zes tiny houses, dus we hebben de groep aangevuld met drie leuke mensen die bij ons idee pasten.”

Slimme inrichting

Het gezin moest plots aan de slag. “De huisjes moesten energieneutraal zijn, dikke muren hebben en qua buitenkant op elkaar lijken. Dat hebben we laten ontwerpen. En als het hout straks vergrijst, vallen ze heel mooi weg in het bos.” De binnenkant hebben ze helemaal laten aanpassen aan hun wensen. De ontwerper bedacht slimme oplossingen om met een gezin in een klein huis te wonen. “Zo is de zithoek met bank, ook onze eethoek. Je kan de tafel omhoog klappen en dan ga je van een salontafel naar een eettafel voor 12 personen. Er zit ook bergruimte onder. Zo combineren we meer dingen.”

Het is een luxe huis met een volwaardige keuken. Alles is praktisch ingedeeld en alle hoekjes zijn benut, legt Jonneke uit. “Alles heeft een vaste plek. Ook in de keuken. Zo weet je altijd waar wat staat.” Het gezin slaapt nu nog in een groot familiebed met de twee kinderen (2 en 5 jaar). “Maar als ze groter zijn, is er ruimte voor een extra slaapkamer. We hebben nog een speelzolder, maar dat kan bijvoorbeeld een studeerkamer worden. Zo groeit het huisje met ons mee.”

Ontspullen

Het gezin woont sinds mei 2023 fulltime op deze plek. Niet iedereen snapte de keuze om over te gaan naar een kleiner huisje. “Er kwamen opmerkingen als: ‘dat is toch te klein voor twee kinderen’ of ‘dan hebben ze geen ruimte voor hun speelgoed.’ En ja, we moesten flink ontspullen voordat we hierin kwamen, maar de kinderen krijgen er juist veel ruimte voor terug”, zegt Jonneke. “Dit huis past veel beter bij ons gezin dan het vorige huis. Ze spelen veel buiten, maar we hebben ook een speelzolder met speelgoed. Zoveel hebben we ook niet nodig. Je bent heel snel van je koopverslaving af als je zo klein woont. Als iets kapot is, repareren we het. Of we gaan naar de kringloop. Het is eigenlijk bizar wat voor spullen we allemaal denken nodig te hebben.”

It takes a village…

“Daarnaast hebben we geen hypotheek meer. Ik hoef daardoor niet te werken en mijn man een stuk minder. We hebben meer tijd voor leuke uitjes. En de kinderen hebben een heleboel mensen in hun leven erbij gekregen. Dat spreekwoord van ‘It takes a village’ maken we hier wel waar. Ze lopen bij iedereen naar binnen, krijgen wat van andere levens mee. Als wij even weg moeten, passen de buren op. Dat is heel waardevol.”

Het wonen in een zo’n klein dorpje vindt Jonneke dan ook gezellig. “We proberen veel samen op te trekken. We delen een wasmachine en vriezer en de fietsenstalling. We willen ook een elektrische auto gaan delen. We maken een gezamenlijk plan voor de tuin en het voedselbos, organiseren open dagen voor de wijk. Natuurlijk gaat dat niet allemaal vanzelf. We moesten wel wennen aan elkaar in het begin, en we hebben goede afspraken gemaakt over de gezamenlijke huishouding en de omgang naar elkaar.” In de zomer leeft de familie veel buiten en zien ze de buren meer dan in de winter. “Maar ook nu gaan we regelmatig op de koffie, of koken we als iemand ziek is. We trekken veel meer samen op dan in een normale buurt.”

Jonneke ziet dan ook een positieve toekomst tegemoet. “We mogen er 15 jaar lang staan, misschien nog wel langer. Dus ik ga er vanuit dat we hier nog wel even blijven!”

Volg het gezin op Instagram. Lees ook het verhaal van Bianca en Fabienne die een tweedehands tiny house kochten. En bekijk hier de tips van Marjolein Jonker over het vinden van een stuk grond voor je tiny house.

Over de schrijver