Nog niet zo lang geleden was ik op een varkensboerderij in het Oosten van het land. Een paar varkens hadden geluk en mochten hun leven buiten slijten, in de modder rollen en als uitgelaten honden over het land hollen. De anderen hadden pech en bleven binnen in de donkere stal. Maar of ze hun leven nou buiten of binnen doorbrachten: allemaal gingen ze zonder pardon na ongeveer 9 maanden naar de slacht om als vlees op ons bord te eindigen. Voor de goede orde: een varken kan van nature zo’n 15 tot 20 jaar worden.
Het knuffelen van varkens
Ik was als vegan per ongeluk in deze situatie terecht gekomen. In mijn hoofd gingen we van de slacht geredde varkens knuffelen, die van een fijn leven konden genieten zoals dat in De Nobele Hoeve gebeurt. Maar in werkelijkheid betaalden we geld om varkens te knuffelen die bestemd waren voor de slacht en daarmee zorgde ik onbedoeld voor extra vlees op de botten van dit bedrijf dat varkens als product behandelt.
Het was een verjaardagsfeestje. En omdat ik met mijn verhalen over klimaatverandering, vervuiling en consuminderen al zo vaak een feestje bederven, sleepte ik mezelf dit keer heel wat drempels over om niet een punt te maken van deze wrange situatie. Het feestvarken was immers een dierenliefhebber. En een vleesliefhebber. En daar zit meteen de crux, zo kwam ik tot de conclusie.
Stoppen met vlees eten
De meeste mensen slagen er op de één of andere manier heel goed in om het vlees op hun bord in hun hoofd keurig te scheiden van de dieren en het dierenleed wat erachter schuilgaat. Ik heb dat persoonlijk nooit gekund: als kind schreeuwde ik al moord en brand als er iets op mijn bord belandde waar ogen of botten in zaten (of hadden gezeten). En vier jaar geleden besloot ik, na een bezoek aan een veehouderij, de knop nog radicaler om te zetten en ook vegan te worden.
Voor iedereen die niet helemaal helder voor ogen heeft waarom je in godsnaam zou moeten stoppen met het eten van dierlijke producten, zet ik alle argumenten nog eens op een rijtje:
We doden 1,7 miljoen kippen, varkens en koeien per dag. PER DAG! Dat is níet normaal, zo kopte De Correspondent deze week terecht. De Wageningen University heeft het over 620 miljoen dieren per jaar.
De kalfjes die geboren worden opdat de koe melk blijft geven, worden meteen bij de moeder weggehaald. Ze staan dan in een box die wettelijk gezien 1,1 maal de lengte moet zijn van het kalf. In die box krijgen ze al heel snel kunstvoeding, want de melk is voor ons.
Even tussendoor: varkens (waar ik het eerder over had) hebben in Nederland recht op een ruimte tussen de 0,2 en 1 vierkante meter.
Die koeien zijn trouwens vanaf hun eerste kalf (in hun tweede levensjaar) bijna continu zwanger (9 maanden per kalf). Meestal worden ze op hun 6e of 7e levensjaar geslacht, omdat ze dan niet meer rendabel genoeg zijn, terwijl een koe van nature wel 20 jaar zou kunnen worden.
Uit onderzoek van RTL (2019) bleek dat de verzorging van de kalfjes vaak zo slecht was, dat 1 op de 5 binnen twee weken na de geboorte alweer dood is.
Een boer vervangt jaarlijks maximaal 30 procent van zijn kudde per jaar. Al die kalfjes (stiertjes en een deel van de vaarsjes) gaan dus naar de slacht. Deze dieren zijn een ‘restproduct’ van de zuivelindustrie.
Voordat het zover is, worden ze overigens nog een paar maanden vetgemest. Om kosten te besparen, staan ze binnen. (Lees dit artikel van Follow the Money (2020) over het restafval van de zuivelindustrie om een helder beeld te krijgen).
De Nederlandse vee-industrie houdt 400 miljoen dieren per jaar. Ter vergelijking: we hebben bijna 18 miljoen mensen in Nederland. Dus als we het over ‘vol’ hebben, is er bij de dieren meer ruimte te winnen – hoe ‘efficiënt’ ze ook opgehokt staan.
Over dat ophokken gesproken: we hebben 999 megastallen, ruim twee keer zoveel als in 2010.
Van onze grote veestapel is slechts 3,4% biologisch. Daarmee doen we het heel slecht als je het vergelijkt met andere landen binnen de Europese Unie.
Om de melkproductie van de koeien te vergroten, wordt vaak gewerkt met Engels raaigras. Dit gaat ten koste van de biodiversiteit. De weilanden worden dan ook wel ‘groene woestijnen’ genoemd, omdat bijen, vlinders en weidevogels er niks te zoeken hebben en dus ook drastisch in hoeveelheid zijn afgenomen.
Een koe krijgt 14 kilo maïs per dag te eten. Daar is per koe een akker van ruim 1000 vierkante meter voor nodig. In 2021 hadden we 1,57 miljoen melkkoeien, dus reken maar uit hoeveel land dit kost. Wereldwijd wordt twee derde (!) van de landbouwgrond gebruikt om veevoer te verbouwen, dit is land waar we ook prima mensenvoedsel op kunnen verbouwen. Voor de productie van 1 kilo rundvlees moet de koe 25 kilo plantaardig voedsel eten. Voor een kilo varkensvlees is 6,4 kilo veevoer nodig. En een kip eet 3,3 kilo voedsel voor 1 kilo kippenvlees. Dat is uitermate inefficiënt.
Die koeien produceren trouwens samen met varkens en kippen 75,2 miljard kilo mest.
En dan hebben we het nog niet eens over het andere veevoer, want onze Nederlandse koeien krijgen ook 270 kilo soja per koe per jaar. Dit komt vanaf het andere eind van de wereld hierheen en leidt regelmatig tot ontbossing (en nee, dat geldt niet voor de soja die wij mensen eten of drinken: die komt vaak uit gebieden waar geen bos wordt gekapt).
Ruim 70% van de Nederlandse de landbouwgrond wordt gebruikt voor veeteelt, terwijl de zuivelindustrie slechts 8,8 procent van de calorieën levert in Nederland.
Levert het ons dan heel veel geld op? Ook niet, valt te lezen in het artikel van Follow the Money eerder deze maand: slechts 1 procent van ons bruto binnenlands product.
Als we allemaal plantaardig zouden eten, hebben we 75% minder landbouwgrond nodig, stelt de Britse zoöloog en schrijver George Monbiot in een interview met De Volkskrant. Deze grond kunnen we teruggeven aan de natuur, die dan weer CO2 uit de lucht vangt. Win-win.
En over CO2 gesproken: 1 kilo halfvolle melk zorgt voor een uitstoot van twee kilo broeikasgassen, 1 kilo Goudse kaas kost 13 kilo uitstoot. Een koe geeft in onze veeteelt industrie trouwens 10x zoveel melk dan het van nature geeft, namelijk 10.000 liter. Dat is echt topsport voor zo’n beest, vandaar dat de koe ook veel eerder ‘af’ is dan normaal en dus geslacht wordt (zie punt 4).
Vlees is goed voor 40 procent van de broeikasgasuitstoot die komt kijken bij het produceren van het voedsel van de gemiddelde Nederlander lezen we in De Correspondent.
De wereldwijde veehouderij is volgens de Voedsel- en Landbouworganisatie van de VN verantwoordelijk voor 14,5 procent van alle uitstoot van broeikasgassen.
Ongeveer een kwart van het wereldwijde watergebruik gaat naar de productie van dierlijke producten, zo steelt Greenpeace. Met de huidige droogte (en dit is niet de laatste droge zomer) is dat een ‘luxe’ die we ons niet kunnen permitteren.
En dan hebben we het nog niet eens gehad over onze gezondheid. Want het eten van veel bewerkt en rood vlees hangt samen met een hoger risico op een beroerte, diabetes type 2, darmkanker en longkanker zo stelt het Voedingscentrum.
Er zijn inmiddels genoeg alternatieven: van kweekvlees tot vleesvervangers en van plantaardige zuivel tot vegan kaas, die – zo weet ik uit eigen ervaring- steeds lekkerder wordt. Overigens kan je ook zonder die vervangers heerlijk vega koken, zei Karin Luiten laatst tegen HetkanWEL. Bijvoorbeeld met peulvruchten of noten. Daarbij komt dat we dagelijks 50 gram eiwitten nodig hebben, maar in Nederland 78 gram consumeren. Dat kan dus sowieso wel wat minder.
En als je denkt dat je vlees echt nodig hebt om van haute cuisine te kunnen eten: ga een keer eten bij de Nieuwe Winkel in Nijmegen. Dit veganistisch restaurant sleepte dit jaar een tweede Michelinster in de wacht. Overigens zijn er meer vegan Michelinsterren restaurants: in Frankfurt, Londen, New York City, Tokio… om er maar een paar te noemen.
En als je denkt dat je vlees nodig hebt om topprestaties te kunnen leveren: bekijk de Netflix-documentaire The Game Changers eens. Deze film laat zien hoe menig topsporter 100% plantaardig eet. Van Lewis Hamilton tot Serena Williams en van Novak Djokovic tot Arnold Schwarzenegger.
Samengevat:
Het eten van dierlijke producten veroorzaakt dierenleed.
Het is slecht voor het milieu door de grote uitstoot van broeikasgassen zoals CO2, methaan en lachgas.
Grote delen land worden nu gebruikt voor veevoer, terwijl we die prima zouden kunnen gebruiken om voedsel voor mensen te verbouwen.
Als we allemaal plantaardig zouden eten, kunnen we 75% van het land teruggeven aan de natuur, die op haar beurt CO2 uit de lucht vangt (en dat is hard nodig).
Op die manier komt er hopelijk ook weer een hoop biodiversiteit terug (want de bijen, vlinders en weidevogels hebben het moeilijk in onze ‘groene woestijnen’).
Bovendien besparen we er veel water mee, want een kwart van het wereldwijde gebruik gaat nu naar de productie van dierlijke producten
Mocht je denken dat plantaardig eten niet te nassen is: dat is niet zo. Je moet alleen even omdenken wellicht. Nijmegen kent zelfs een vegan Michelinsterren restaurant en daar zijn er wereldwijd veel meer van.
En als je denkt dat we vlees nodig hebben voor onze gezondheid. Dat valt reuze mee (of tegen): we eten veel te veel eiwitten en je kan de nodige eiwitten ook uit peulvruchten halen (of vlees- en zuivelvervangers). Bovendien zorgt (rood) vlees voor de nodige gezondheidsrisico’s. Alleen B12 moet je bij slikken als je een goed, gevarieerd plantaardig dieet volgt.
Menig topsporter eet 100% plantaardig, waarmee ook bewezen is dat je in prima conditie kan zijn als je stopt met dierlijke producten.
Wyke Potjer is content manager van hetkanWEL. Ze heeft journalistiek gestudeerd en werkt sindsdien fulltime voor landelijke radio, televisie, print en online media. Ze is vegan, heeft geen auto, probeert plastic uit haar leven te bannen en biologisch te eten. Naast haar freelance bestaan als journalist geeft ze yogales (vinyasa en yin).