Mijn hele leven ben ik welgeteld een keer op wintersport geweest, toen ik ergens halverwege de dertig was. Ik klikte mezelf vast op een snowboard en viel een week lang beurtelings via mijn knieën en billen de berg af tot ik er – bont en blauw- de brui aan gaf, het board aan de wilgen hing en zonvakanties koos voor mijn geld. Wintersport, zo had ik besloten, is niet mijn ding. Nu, vele jaren later in Isère (de Franse Alpen), moet ik daar op terugkomen.
Want wintersport – zo blijkt – is veel meer dan alleen maar op een paar latten of een board de berg af suizen. Het is ook sneeuwschoenwandelen, fietsen en klimmen in een prachtig besneeuwde omgeving waar je volle teugen frisse winterlucht inademt, de eerste krokusjes ontwaart en ademloos kan kijken naar de betoverende kleuren van de ondergaande zon achter de hoge pieken van -in dit geval- de Franse Alpen bij Isère.



Met de trein naar Isère en de Franse Alpen is makkelijker dan je denkt. Vanuit Amsterdam of Rotterdam neem je de Eurostar naar Parijs. Daar kom je aan op Gard du Nord en neem je de metro naar Gard de Lyon. De snelste manier is met de RER D Sud, groen (10 – 15 min). Je kan in de bar van de Eurostar alvast een Navigo Easy Pass halen (een anonieme OV-pas) waar 2 ritjes op staan (heen en terug).
Op Gard de Lyon neem je de TGV naar Grenoble. Je doet er 3 uur over, dus ongeveer net zo lang als van Amsterdam naar Parijs. En al die tijd zit je heerlijk ontspannen met voldoende beenruimte en je bagage bij de hand te chillen (of te werken, want er is wifi aan boord). Je ticket naar Grenoble kan je rechtstreeks via Eurostar boeken.
Je kan vervolgens een auto huren via de reguliere autoverhuurbedrijven of via autodeelplatform Citiz die meer dan 2500 deelauto’s hebben in meer dan 220 Franse steden. Hiervoor moet je je vooraf wel registreren. Dat kost 40 euro. Vervolgens betaal je per uur of dag en per kilometer. De prijzen zijn inclusief verzekering en 24/7 hulp bij pech.
Afgelopen winter bond ik voor het eerst de sneeuwschoenen onder in l’Oisans, een streek in Isère. Dit Franse departement ligt in de regio Auvergne-Rhône-Alpes met Grenoble als hoofdstad. De meeste Nederlanders kennen dit gebied van de beroemde Alpe d’Huez waar zomers niet alleen de Tour de France langs komt, maar jaarlijks ook de Alpe d’HuZes wordt georganiseerd om zoveel mogelijk geld op te halen voor onderzoek naar kanker.



Maar goed, dat is in de zomer. Ik was er in de winter en ging voor het eerst van mijn leven sneeuwschoenwandelen. Nou ja, niet helemaal voor het eerst van mijn leven. Ik had in het noordelijke puntje van Noorwegen ook ooit een moedige poging gewaagd, waarbij ik bij elke stap alsnog tot mijn knieën in de sneeuw wegzakte dankzij het smeltwater dat onder de dikke laag sneeuw over de berghelling naar beneden stroomde.
Dit keer gingen we in Isère met een klein groepje op pad met de lokale gids Marie, die de Franse Alpen op haar duimpje kent en ons met de skilift naar boven bracht en in rap tempo wegloodste van de drukte en het rumoer van de pistes. In die stilte was er enkel nog het geluid van de knisperende sneeuw onder onze voeten, de fluitende vogels en het zachte stromen van het eerste smeltwater onder dunne lagen ijs.
We liepen in hetzelfde ritme achter elkaar aan, zacht wiegend van links naar recht. Houvast zoekend in de sneeuw met onze stokken en zoekend naar sporen van gems en vossen in de sneeuw. “Dit is een vos,” wijst Marie naar een rechte lijn pootafdrukken. “Dit is een hond,” wijst ze even later naar een zigzaggende lijn. “Honden worden gevoerd en kunnen het zich permitteren om hun energie te ‘verspillen’ door van links naar rechts te lopen. Vossen hebben die luxe niet: die moeten hun energie sparen en lopen daarom in een rechte lijn.”



Ze laat ons de sporen zien van een gems. “Ze lopen eigenlijk op hun middel- en ringvinger,” laat ze zien. “De wijsvinger en pink zitten een stuk hoger daarachter. Zo kunnen ze makkelijker door de sneeuw lopen en heeft het dier meer houvast op een helling. Een gazelle heeft hele andere poten en loopt daardoor alleen in het dal waar minder sneeuw ligt. Gazelles moeten heel hard kunnen rennen, dat doen ze vooral op hun voorste tenen: de achterste hebben geen nut.”
Isère heeft 21 skigebieden en 1200 km aan pistes. Naast skiën, snowboarden, sleeën, sneeuwschoenwandelen, mountainbiken en klimmen kan je ook op 2.000 meter hoogte op een bevroren meer kamperen in een tent (voor het op-en-top gevoel van avontuur en een zijn met de natuur). Wil je zelf sneeuwschoenwandelen in de omgeving van l'Oisans, check dan deze site. Of deze om te hiken in Isère. Vanaf deze websites kan je de GPX coördinaten downloaden en op je telefoon zetten.
En als je even iets anders wilt dan door de sneeuw hobbelen, kan je in Auris-en-Oisans bij Laëtitia terecht voor een workshop over de stenen en kristallen die in de omgeving te vinden zijn. Ze vertelt je niet alleen over de geschiedenis en de geologie van de stenen, maar ook over hun energetische krachten. Zeer de moeite waard.
Het is maart als ik in Isère ben en de eerste rotsen liggen al sneeuwvrij te bakken in de vroege lentezon. “De rotsen zijn donker en worden snel warm in de zon, waardoor de sneeuw hier als eerste smelt,” wijst Marie. De volgende dag lopen we zonder sneeuwschoenen aan de andere kant van de berg (op het zuiden) al door een sneeuwvrij landschap.



Hier raast het smeltwater al door onstuimige beekjes, zijn de eerste bosjes krokussen zichtbaar en zoemt er zowaar een vroege bij rond een paardenbloem. We worden tegemoet gelopen door een groep wandelaars die de nacht in een berghut hebben geslapen. “Er zijn hier zo’n 50 trails die je kan lopen,” zegt Marie die zelf regelmatig een huttentocht gelopen heeft in de omgeving.
“Er komen steeds meer activiteiten naast het skiën en snowboarden in Isère als gevolg van klimaatverandering.” De sneeuwgrens is ook hier al behoorlijk naar boven opgeschoven. “Het leven in de bergen was zwaar vroeger en vaak kon je pas in mei, als het sneeuwvrij was, de bergen weer beklimmen. Nu kan dat al in maart,” vertelt Marie.
Nu toerisme een belangrijke bron van inkomsten is in Isère, wordt er gezocht naar andere activiteiten die je kan doen om de prachtige omgeving te verkennen. En dus kan je er ook in de winter wandelen (met of zonder gids) en fietsen (op mountainbikes) of een workshop volgen over bergkristallen die in de Alpen gevonden zijn.
Overnachting: Wij verbleven in het Hotel Cassini, dat gerund wordt door een Nederlands stel (Sophia en Maarten) dat werkelijk niks ongemoeid liet om het ons zoveel mogelijk naar de zin te maken. Zo werden wij elke avond getrakteerd op een 3-gangen maaltijd, door Maarten zelf klaargemaakt, waarbij rekening werd gehouden met alle dieetwensen en allergieën van de groep. Heerlijk vegan gegeten en goede wijnen gedronken. Goed teken is natuurlijk ook dat de lokale bevolking hier ’s avonds een hapje komt eten.
Lees ook: Zo kunnen we de wintersport verduurzamen En: Treinreizen in Europa, met deze tips houd je het betaalbaar en eenvoudig.
Wyke Potjer is content manager van hetkanWEL. Ze heeft journalistiek gestudeerd en werkt sindsdien fulltime voor landelijke radio, televisie, print en online media. Ze is vegan, heeft geen auto, probeert plastic uit haar leven te bannen en biologisch te eten. Naast haar freelance bestaan als journalist geeft ze yogales (vinyasa en yin).
Reacties
Geen reacties