Simone woont in een klein tentje (ook in de winter)

“Ik zoek actief de verbinding met de natuur. In een huis ga je toch snel binnen zitten. In een tent ben je geforceerd om buiten te zijn.” En zo zijn er nog veel meer redenen waarom Simone van Dijk (28) sinds november 2022 in een tent is gaan wonen. “Veel spullen vergen veel onderhoud. Ik wil die verantwoording niet. Ik wil gewoon een beetje leven.”

Simone begon met kamperen in het koudste seizoen. “Als ik ga uitproberen of ik kan wonen in een tent, kan ik maar beter beginnen in de winter”, lacht ze. “In de zomer is buitenleven makkelijk, bijna iedereen kan dat wel. In de winter is dat een stuk pittiger.” Helemaal onbekend was ze niet met het leven onder een tentdoek. “Ik woonde hiervoor twee jaar in een stacaravan met een yurt ernaast, op het terrein van een boerderij. Eén jaar alleen en een jaar samen met mijn zus. En daarvoor woonde ik een tijdje in een woongroep in Amersfoort. Maar ik ben graag alleen, dus dan werkt een woongroep niet zo lekker.”

Leven in een tent

Toen haar zus een baby kreeg en wat meer ruimte nodig had, besloot Simone wat anders te proberen. “Ik merkte al een tijdje dat ik het wel veel werk vond, die twee ruimtes. Veel onderhoud, alles is snel vies op de boerderij. Veel spullen. Veel gedoe. Ik wilde niet de hele tijd bezig zijn met afwassen, de tuin doen, de kachel opstoken, hout hakken en het legen van de composttoilet. Ik wil gewoon leven.” Ze grinnikt. “Ik heb niet zoveel discipline, dus ik kan niet zo goed voor al die spullen zorgen. Ik wilde van de verantwoordelijkheid af en meer vrijheid.”

De optie van in een tent wonen kwam al eerder voorbij in haar leven. “Een vriendin van me heeft het ook een tijdje gedaan. Toen zag ik opeens: ja, dat kan dus gewoon ook! Zij ging toen in de winter naar het zuiden, maar ik wilde de winter ook een kans geven. Zo koud is het niet meer in Nederland!”

Ze begon in een klein tipitentje met een houtkacheltje. “Er konden alleen maar kleine houtjes in. Heel leuk. En het werd snoeiheet. Maar ik had alsnog veel spullen. Als ik wilde verplaatsen moest dat met een auto. Daardoor was het eigenlijk nog niet wat ik wilde.” Het moest nog simpeler en kleiner, dus sinds januari is Simone’s onderkomen een klein trekkerstentje. “Er kunnen net twee mensen in slapen, strak naast elkaar. In kleermakerszit kan je rechtop zitten, maar dan raakt je hoofd het tentdoek. Het is echt alleen om in te slapen”, legt ze uit. “Ik volg daarin mijn gevoel. Ik wil lekker buiten zijn, niet in de tent zitten.”

Basisvaardigheden leren

Leven met het ritme van de natuur, dat is wat Simone wilde. “Ik vind de natuur inspirerend en interessant, en wilde daar meer van weten. Welke vogel is dit, welke boom is dat. Welke vorm nemen wolken aan, net voordat het gaat regenen. Ik kan wel af en toe naar het bos gaan, maar dan leer je dat niet.” De natuur helpt Simone ook om bepaalde basisvaardigheden te ontwikkelen. “Ik wil wat meer kunnen, wat meer zelfstandig zijn. Hoe ga je om met regen, met kou. Hoe maak je vuur. Hoe verandert de natuur. Dat soort dingen zijn we toch een beetje verleerd in een huis. Inmiddels kan ik bomen herkennen, ook in de winter. En weet ik welke sterren er aan de hemel staan, omdat ik er elke nacht naar kan kijken. Zo fantastisch!”

Lastige nachten

Daarnaast had ze behoefte aan een rustig leven. “In de yurt leerde ik al veel over mezelf. Ik hield eerst vast aan een leven van presteren. Ik móest wat doen met mijn leven, moest een master afmaken, had nog veel afspraken elke dag en avond. Geleidelijk aan leerde ik daarin rust vinden.” In de tent kwam die rust nog meer. “In de winter sliep ik rustig 10 tot 12 uur per nacht, bijna een winterslaap. De natuur is dan ook heel rustig, dus ik ging daarin mee. Als het donker is, is het donker. In een huis doe je nog licht aan en leef je gewoon door.”

Soms waren de nachten wel lastig. “Als het heel koud is, duurt het lang voordat je opwarmt en slaapt. Dan lag ik in bed te mijmeren. Ook wel fijn eigenlijk. Nu ik erover nadenk vind ik het in de winter bijna fijner dan in de zomer. Momenteel is het overal heel druk op alle campings. Daarom slaap ik nu soms in huizen van vrienden die op vakantie zijn. Die afwisseling is ook wel leuk!”

FOMO: fear of missing out

Het is niet dat Simone nooit aan sociale activiteiten doet. “Ik klink een beetje als een oma nu. Ik geniet ook ontzettend van lol maken en feestjes hoor. Maar ik wil er voor kiezen dat af en toe te doen. Ik sta vaak op een camping vlakbij Amersfoort, waar mijn sociale leven is. In het bos denk ik niet na over FOMO (fear of missing out). In de stad wel. Een leuk winkeltje hier. Een cursus daar. Veel prikkels en dus heb ik veel meer het gevoel dat ik overal aan mee moet doen. Helemaal in de zomer, dan is er veel aanbod.”

Voor haar werk kan Simone een plekje opzoeken in de bieb of een café. “Ik werk als ZZP’er voor een platform voor verloskundigen. Daar doe ik de administratie voor en de klantenservice. Van alles eigenlijk. En voor vrienden en familie werk ik ook wel eens als doula. Veel met vrouwen, dus”, lacht ze. Ze ziet zichzelf dan ook nog wel een tijd in de tent wonen. “Ik heb nu een opslag gehuurd waar ik de spullen kan inzetten die ik niet meeneem. Die staan nu nog bij mijn ouders en zus. De tent voelt dan meer als een permanente beslissing en zo ben ik minder afhankelijk van anderen. Dit is nu mijn leven, in een tent. Het is echt mijn huisje!”

Wil je Simone’s tentleven volgen? Dat kan via haar instagramaccount @denatuurverbinding Lees ook: hoe Koen Arts een jaar buiten woonde en zo verbinding maakte met de natuuur.

Over de schrijver