Het roer om: Febe (30) veranderde van Amsterdamse yup in een zelfvoorzienende boerin in Spanje

“Als je wat op de achtergrond hoort, ik ben nog even wat doperwten aan het plukken voordat we de kroeg ingaan.” Ook op de boerderij in Spanje is het vrijdag en de borrel kan elk moment beginnen. Febe de Jong woont op een boerderij op het Catalaanse platteland (‘zo ongeveer tussen Barcelona en de Pyreneeën in’), samen met nog 15 anderen. Zo’n drie jaar geleden besloot ze dat het Amsterdamse yuppenleven dat ze leidde het niet helemaal was, en gooide ze het roer om. Nu is ze zelfvoorzienende boerin in Spanje.

“Ik dacht ooit dat ik jurist wilde zijn”, steekt ze van wal, terwijl ze over het veld met doperwten loopt. “Dat heb ik ook wel een beetje gedaan. Het was leuk, verdiende goed, en ik was wel goed in mijn werk. Ik leefde echt dat typische stadse leven in Amsterdam. Ik had veel vriendinnen in de buurt, ging uit eten. Heel gezellig.” Maar toch werd Febe er een beetje gefrustreerd van.

Bullshitjob

“Het voelde niet helemaal kloppend. Ik werkte in de financiële sector. We probeerden van binnenuit het systeem beter te maken, via beleidsstukken, awareness-training en dergelijke. Heel belangrijk, maar hoe meer ik het structureel falen van het systeem zag, hoe meer in het gevoel had dat ik tegen de stroom aan het inzwemmen was. Aan het einde van het jaar zijn er altijd die aandeelhouders die geld willen zien en dan telt de economische groei. Daar loop je altijd tegenaan, dat was belangrijker dan al het andere. Ik schrok me echt kapot hoeveel geld er over de balk werd gesmeten.”

Febe zucht. “Advocaten, consultants, gedetacheerden, starters; er werden allerlei mensen rijk die echt heel matig en veelal volkomen onbelangrijke dingen aan het doen waren. En dat vonden ze ook nog eens niet erg. Toen ik het een keer echt niet meer zag zitten en mijn frustraties deelde met een collega, zei diegene: ‘Het belangrijkste is dat jij jouw werk zo goed mogelijk doet. Daar moet je je op concentreren.’ Dat is natuurlijk bullshit. Het gaat erom dat je waarde bijdraagt. Het voelde als verspilling van energie, talent en ambitie. Ik heb hele goede leidinggevenden gehad. Zij zouden echt geweldig werk kunnen verrichten. Maar dan zit je vast in zo’n onbelangrijke bullshitjob, zoals Rutger Bregman dat zo goed verwoordt.” 

Het roer om

Febe begon zich wat dingen af te vragen. “Ergens moeten mensen, grondstoffen en ecoystemen worden uitgebuit om de exorbitante kosten te betalen om al die bullshitjobs op de markt te houden. Ik wilde daar niet meer aan mee doen. Kan dat ook anders? En wat ga ik dan doen? Waar geniet ik van? Wat vond ik leuk als kind? Dat kwam allemaal bij elkaar met: een beetje boeren.”

“Ik ben geld gaan sparen. De stekker moest eruit, sneller dan ik dacht. Ik ben eerst gaan rondreizen, wat vrijwilligerswerk gaan doen op boerderijen en zelfvoorzienende plekken.” Ze trok naar Costa Rica en Colombia, en zat veel in het zuiden van Spanje. “Elke plek voelde als een soort stage. Wat trekt me aan en wat stoot me af? En dan een beetje bijsturen.”

Zelfvoorzienend boeren in Spanje

Ze kwam vaak grote groepen jongeren tegen, die in een soort hippie-commune leefden. “Dat trok me niet zo. Dan kwam de Hollander in mij naar boven. Efficiënt zijn, het moet werken. Dat zag ik vooral op plekken waar een gezin was. Daar was geen tijd voor bullshit, want er moet eten op de tafel staan. Dan maak je harde keuzes, wat werkt, wat niet? Dat vond ik leuker.”

In Nederland heeft ze nog een tijdje in restaurants gewerkt met het ‘Farm to Table’ concept. “Toen woonde ik weer even in Amsterdam. Daar heb ik veel van geleerd, die tijd in de restaurants. Maar ik wilde liever in de tuin staan dan mensen bedienen. En ik voelde dat ik nog iets moest afmaken in Spanje, in Catalonië. Ik was daar nog niet klaar.”

Via via kwam ze op de plek waar ze nu woont. In het begin was het niet makkelijk. “Het is een uitdagende plek. De kwaliteit is hier hoog, van werken, van kennis, van producten. En in het begin wist ik niet zoveel. Mijn Spaans was ook nog niet zo goed. Er waren regels in de keuken, dit gereedschap moest hier, dat moest daar.” Maar voor Febe was er geen twijfel over mogelijk, dit was de juiste zelfvoorzienende boerderij om een tijd te blijven.

Er is veel werk

Haar leven ziet er nu compleet anders uit dan drie jaar geleden in Amsterdam. “Ik werk meer dan ooit. We wonen hier op een stuk grond van 25 hectare. Zo’n 2 á 3 hectare is bewerkt, dat is een voedselbos en een groentetuin. Er staat een groot landhuis op. Ooit moet dat echt prachtig zijn geweest, maar het was best wel vervallen. Stukje bij beetje knappen we dat op. We hebben schapen voor de begrazing en het vlees, kippen voor de eieren en het vlees, soms ook varkens”, somt ze op. De boerderij is ook een onderwijscentrum, met slaapzalen en een groot klaslokaal. Er worden cursussen gegeven over permacultuur en hun manier van leven. “Er is genoeg te doen”, lacht ze.

Febe woont nu met zo’n 15 mensen op dit landgoed. “Het is alsof je met een groot gezin woont. Met de een ga je wat meer om dan met de ander. De meeste mensen wonen in het landhuis, in de opgeknapte delen. Ik woon in een bijhuisje, een soort hobbithuisje in het bos. Een klein stukje lopen door de moestuin, dan ben ik er. Het uitzicht hier is prachtig, dat went nooit.”

Gezelligheid en geborgenheid

Naar Amsterdam verlangt ze niet meer. “Dit leven geeft me gezelligheid en geborgenheid. We doen veel met elkaar. Het geeft veel meer zin aan mijn leven als alleenstaande, want je doet het niet meer alleen voor jezelf. Niet elke avond je eigen potje koken. Je werkt voor een gedeelde realiteit. Heel anders dan het individualisme in Nederland. Daar werd ik niet gelukkig van.”

Febe ziet zichzelf daar ook nog wel even wonen. “Soms denk ik erover om in de coöperatie te stappen hier. Ik zie de toekomst best wel duister in, op economisch, ecologisch en sociaal vlak. En hier voel ik me veilig. Ook al heb ik hier minder impact op het wereldtoneel, hier kan ik wel laten zien dat het écht anders kan. Ik heb ook fases van hulpeloosheid gevoeld, dat het toch allemaal niet meer uitmaakte. En hier sta je poten in de klei, en doe je echt wat. Dat geeft daadkracht en energie. Het is een medicijn tegen de verlamming.”

Lees ook: Van citygirl naar hut in het bos: Rosie verbouwt in haar eentje een huis in Zweden. En: Carlijn woonde 3 maanden offgrid in Zwitserland, in harmonie met de natuur. En: deze mensen gooiden het roer om en delen 5 tips zodat jij het ook kan doen.

Over de schrijver