Een kledingfabriek in Amsterdam, confectie ‘on demand’ en statiegeld op kleren. New Optimist timmert hard aan de weg om de vervuilende kledingindustrie te verduurzamen en te strijden tegen uitbuiting, verspilling en vervuiling. Deze maand opende het merk een kledingfabriek in een oude school in Amsterdam-West, waar het personeel onder normale arbeidsomstandigheden werkt en ‘gewoon’ volgens Nederlandse maatstaven uitbetaald krijgt.
“Het is nog een beetje een rommeltje,” zegt Xander Slager verontschuldigend. Hij is samen met Nelleke Wegdam de oprichter van New Optimist, dat net verhuisd is van een klein hoekpand naar deze halve verdieping op de begane grond van een oud schoolgebouw. In de grote lokalen liggen de rollen ongeverfde biokatoen in hoge stellingkasten tot aan het plafond opgestapeld. De rekken met kleding staan nog kriskras door elkaar, terwijl er in een ander lokaal stoïcijns wordt doorgewerkt achter tien naaimachines en twee grote snijtafels.
Kledingfabriek in Amsterdam
Je zou New Optimist kunnen kennen van de hoodies, T-shirts en sweatpants die je onder andere bij de Bijenkorf vindt. De designs hebben vaak een asymmetrische look en kende tot voor kort veel color blocking, oftewel: grote vlakken contrasterende kleuren in één kledingstuk. Maar dat is langzaam aan het veranderen. Niet alleen kent de huidige collectie meer mono kleuren, maar het assortiment is ook uitgebreid naar kledingstukken van spijkerstof en rib.
“Deze kledingstukken verven we straks in z’n geheel,” vertelt Xander terwijl hij een rek met kleurloze kleding laat zien. “Garment Dye heet dat. Dat heeft verschillende voordelen. Ten eerste kan je vier keer zo snel snijden en ook sneller stikken, omdat je de kleding nog maar in één kleur maakt in plaats van in vier kleuren. Een ander voordeel is dat je nooit met een groot overschot komt te zitten, omdat een bepaalde kleur niet goed blijkt te verkopen, terwijl een andere kleur al heel snel uitverkocht is. Je kan dat op deze manier heel makkelijk bijsturen. Dat scheelt in verspilling.”
Hij pakt er een kledingstuk bij dat al op die manier geverfd is. “Kijk, je krijgt meer diepte in kleuren als je het kledingstuk in z’n geheel verft, omdat het overal net iets anders pakt. Daarmee wordt het eigenlijk een luxeproduct, omdat het iets meer leeft en iets minder plat is.”
De kledingindustrie
Xander werkt al jaren in de kledingindustrie en woonde lange tijd in China waar hij zijn eigen bedrijf runde. Toen hij in 2018 terugkwam naar Nederland stond hij niet echt te trappelen om weer in de mode aan het werk te gaan, maar het bloed kruipt waar het niet gaan kan. “Ik kwam een sociaal ondernemer tegen met wie ik een inspirerend gesprek had en toen dat ik: ik kan die mode-industrie ook anders doen, sociaal en circulair.” Niet veel later was New Optimist geboren en werkt hij samen met Nelleke gestaag aan het verduurzamen van de industrie.
“We kennen de industrie van binnenuit en weten dat het een systeem is dat zichzelf moeilijk laat verbeteren of fundamenteel laat veranderen. De afgelopen decennia zijn we in een race naar de bodem terechtgekomen waarbij we ver weg produceren, omdat het goedkoper is, en dan op zo’n grote schaal terecht komen.”
“Dat heeft een zelfvernietigend effect, omdat de prijsconcurrentie eindeloos doorgaat. Het is nooit goedkoop genoeg. Een aantal jaar geleden kwam Primark op en waren we geshockeerd dat het de helft van de prijs van H&M was. Nu hebben we Shein. Het kan dus altijd goedkoper. Zo kan het ook altijd uitverkoop zijn, omdat er stelselmatig te veel wordt geproduceerd. En er wordt zoveel geproduceerd, omdat het goedkoper moet en goedkoper is verder weg en daarom moet het weer groter. Het is een vicieuze cirkel waar je niet meer uitkomt.”
“Het is niet zo dat iedereen in het systeem slecht is, het is zo dat het systeem zelf slecht is,” voegt Xander toe. En dus wilde hij alleen nog in de mode-industrie werken als het systeem anders kon. Dat doet hij met New Optimist op verschillende manieren. Zo wordt de collectie volledig in Amsterdam gemaakt, in de nieuwe fabriek waar we elkaar spreken. Maar New Optimist introduceert bijvoorbeeld ook statiegeld op hun kleding. “Tot in lengte van dagen.”
Drie duurzaamheidsprincipes
“We houden ons aan een aantal duurzaamheidsprincipes, die opgesteld zijn door de Ellen McCarthur Foundation. Ten eerste dat je geen afval veroorzaakt: we hebben nog nooit iets weggegooid en gebruiken geen materialen uit de petrochemische industrie, dus alles is biologisch of gerecycled.”
“Ten tweede maken we kledingstukken die zo lang mogelijk meegaan. Daarom bieden we ook gratis reparatiediensten aan. En ten derde willen we volledig circulair zijn, dus dan moet je dat ook faciliteren. Daarom introduceren we dit jaar statiegeld van 3 euro op onze kleding, waardoor je de katoen eigenlijk in bruikleen krijgt, net als bij flessen. Op die manier kunnen we een kleinere recycleloop maken met hoogwaardige, kwalitatieve items die anders op een hoop zouden belanden met minderwaardige materialen.”
In de toekomst is het ook de bedoeling dat consumenten de kleding van New Optimist ‘on demand’ gaan kopen, zodat er geen overschot aan kleding ontstaat die onverkocht op de afvalberg eindigt. “Als je lokale productie hebt, kan je de stap maken naar ‘on demand’. Dat betekent dat je eerst iets verkoopt aan consumenten en het dan maakt. Daar zijn we nog niet, maar dat is wel waar we naar toe willen.”
Lees ook ons verhaal over Zoolmates, een Nederlands initiatief dat de productie van duurzame sneakers naar Nederland wil halen. Of onze tips waar je duurzame mode aan kan herkennen als je het merk niet kent en niet in een duurzame kledingwinkel staat.
1 gedachte over “New Optimist wil de kledingindustrie veranderen en opent een kledingfabriek in Amsterdam”
Hier word ik blij van, wat geweldig!
Reacties zijn gesloten.