Natuurwijn: hip en trendy. Maar wat is het precies?

Natuurwijn is hip. Sterrenrestaurants zetten het op de kaart, bars serveren natuurwijn en steeds meer winkels verkopen het. Maar wat is het precies? Is natuurwijn altijd vegan? En waarom is de wijn troebel? Voor HetKanWEL zoek ik het uit.

Voor antwoorden op mijn vragen ga ik langs bij Arjen Miedema. Hij is eigenaar van Vleck wijnen Utrecht. In het winkelgedeelte van Vleck laat Arjen me een fles oranje natuurwijn zien. Hij houdt de fles horizontaal tegen het licht. Ik zie kleine deeltjes drijven in de wijn. “Dit zijn neergeslagen kristallen, enzymen en gistresidu. Ze zorgen ervoor dat de wijn troebel is. Je voelt ze niet in je mond, al ziet het er zo best heftig uit. Als je de wijn in een glas schenkt, zakt het bezinksel naar de bodem en is het weer helder.” Hij schenkt de wijn in twee glazen en ik zie wat hij bedoelt. Ik pak het glas en proef mijn eerste slok natuurwijn: fris, aromatisch en… lekker!

De natuur haar gang laten gaan

“Een goede natuurwijn maken, is gecompliceerd en arbeidsintensief. Natuurwijnmakers laten de natuur haar gang gaan, plukken de druiven met de hand, maken gebruik van natuurlijke gisten en voegen geen suiker toe. Ook zetten ze geen chemische en technologische hulpmiddelen in. Makers van conventionele wijnen (de niet-natuurwijnen) doen dat wel: ze voegen bijvoorbeeld sulfiet toe als conserveringsmiddel of geven de wijn extra aroma.”

“Goed gemaakte natuurwijn is voor mij het lekkerste dat er is,” vertelt Arjen. “Maar er wordt ook slechte natuurwijn gemaakt. De kennis en kunde van de maker bepaalt echt hoe goed de wijn is. De term ‘natuur’ is geen garantie voor kwaliteit.”

Natuurwijn als water

“Natuurwijn wordt enorm gehypet; sommige wijnmakers hebben een ware popsterrenstatus. Tien jaar geleden zag men de natuurwijnliefhebbers nog als het gekke jongetje van de klas. Nu is de wijn populairder dan ooit. Dat past in de trend van bewust eten en drinken.”

In de zaak hangt een bord aan de muur met de tekst: ‘Wijn moet drinken als water.’ “Nee, dat is niet mijn eigen spreuk,” lacht Arjen. “Zuivere wijn kun je redelijk ongelimiteerd drinken. Op natuurwijnevenementen vloeit de wijn rijkelijk, maar de wijn is zo puur, er is nooit gedoe. De alcohol maakt je wel een beetje duf, maar het ontbreken van sulfiet en chemische toevoegingen bespaart je een knetterende hoofdpijn.”

Gewoon lekker

“Mensen maken wijn soms ingewikkeld, maar het belangrijkste is: het moet gewoon lekker zijn. Kenmerkend van natuurwijn is dat het levendig is: het stimuleert je tong en wangslijmvlies breder dan conventionele wijn. Je merkt echt een fysieke sensatie, een energie, als een prikkeling die opbouwt in je hele mond.” Ik neem nog een slok en ik proef de prikkeling waarover Arjen vertelt. “Hoe beter de wijn is, hoe langer dat gevoel doorgaat. Ook nadat je het doorslikt. Bij conventionele wijnen, met veel sulfiet, stopt die sensatie dan gewoon.” Net als conventionele wijn heeft natuurwijn allerlei smaken. Van licht tot donker en van fris tot zwaar.

De ene fles natuurwijn is de andere niet. “Omdat natuurwijn per definitie biologisch is, smaakt het elk jaar een beetje anders. Dit komt door verschillende factoren, zoals het klimaat. In een warm jaar bevatten de druiven bijvoorbeeld minder vocht, waardoor ze een hogere concentratie smaakstoffen en suikers hebben. Conventionele wijnen smaken vrijwel altijd hetzelfde, omdat de makers chemisch en technologisch ingrijpen in het productieproces. In Frankrijk mogen ze zo’n zestig verschillende additieven inzetten. Zo houden ze de smaak en kwaliteit constant. Bij natuurwijn gebruiken ze nul chemische toevoegingen.”

Je proeft de natuur

“In natuurwijn proef je ook echt terug dat het een natuurproduct is. Een natuurwijnmaker werkt alleen met wilde, natuurlijke gisten, die bijvoorbeeld op de schillen van de druiven zitten. Na het oogsten worden ze geperst. Dan volgt de ‘vergisting’: de suiker wordt omgezet naar alcohol. Ook zijn de mineralen uit de grond waarop de wijnstokken groeien herkenbaar in de wijn. Het idee bij natuurwijn is dat je het stempel van de grond, de druif en de hand van de maker proeft. Dat geeft extra spanning in de wijn.”

Is alle natuurwijn vegan?

“In het productieproces van conventionele wijn zetten wijnmakers soms gelatine, vislijm of melkeiwit in. Zo verwijderen ze de kleine stukjes druivenschil en de gisten die in de wijn drijven. Bij natuurwijn is klaren en filteren op deze manier uit den boze. Áls wijnmakers de wijn al filteren, gebeurt dit met natuurlijke producten, zoals klei. Natuurwijn is daarom altijd vegan.”

Enfin ce nést qu’une boisson. Uiteindelijk is het gewoon een drank,” relativeert Arjen. Maar zijn enthousiasme en bevlogenheid voor deze drank zijn aanstekelijk. En terwijl ik nog een slok neem van mijn eerste natuurwijn, weet ik dat ik verkocht ben en dat er nog vele proeverijen volgen.

Wat zijn jouw ervaringen met natuurwijn? Laat het ons weten door hieronder een reactie achter te laten.

Lees ook: wat heeft de meeste milieu-impact: wijn of bier?

Over de schrijver