Echt natuur! 🙂 reageerde mijn buurman, de tuinman, toen ik vol ontzetting een foto van mijn dahlia appte die in een nacht tijd ineens he-le-maal onder de zwarte luizen was komen te zitten. Terwijl ik de van de regen zwaar geworden steel omhoog trok om vast te binden aan de schutting, zag ik de twee grote kuddes tussen de regendruppels op elkaar gepakt zitten, in toom gehouden door ijverige mieren.
In eerste instantie deinsde ik achteruit, zoals ik een paar weken geleden ook had gedaan toen ik een dode rat in mijn stadstuintje aantrof. Maar dat sloeg vrij snel om in nieuwsgierigheid, want: hoe kwamen al die zwarte luizen hier in een nacht ineens? Was dit slecht voor de plant? Wat deden die mieren daar? En: hoe kwam ik zonder gifstoffen van die luizen af?
Mieren, zo leerde ik vandaag van mijn buren, zijn eigenlijk net boeren. Ze ‘houden’ luizen, die ze melken. En het schijnt (of dit ook echt zo is, durf ik niet met zekerheid te zeggen, want ik ben een leek, maar ik lees het online) dat mieren de ‘kudde’ luizen zelfs van plant naar plant kunnen verplaatsen als het daar beter vertoeven is . Hoe werkt dat dan precies, die relatie tussen luis en mier?
Luizen eten het sap van een plant en poepen de overtollige suikers weer uit. Dat heet honingdauw, omdat het ‘heerlijk’ zoet is en mieren er dol op zijn. De mieren eten het sap en als ze meer sap willen kietelen ze de luizen met hun voelsprieten, zodat die meer honingdauw produceren. In de volksmond noemen we dat het melken van de luizen. In ruil voor het melken, bieden de mieren de luizen bescherming tegen indringers zoals ik of lieveheersbeestjes (daarover straks meer). In die zin lijkt het dus erg op het werk van veehouders, behalve dan dat de luizen niet worden gefokt of opgesloten en ‘spontaan’ komen aanwaaien, waarop de mieren er als de -ehm- mieren bij.
Dan is natuurlijk de vraag waar zo’n enorme kolonie zwarte luizen in een nacht tijd ineens vandaan komt. Ze komen af op de geur van een plant. En meestal is dat de geur van een plant waar het niet zo goed meegaat, want die geurt sterker. Het kan zijn dat de plant niet op de goede plek staat (teveel zon of juist te weinig zon), te veel water heeft gekregen of juist te lang heeft droog gestaan.
Die laatste twee kunnen in dit geval best een rol hebben gespeeld, want na weken van extreme droogte is nu niet alleen mijn regenton overvol, maar ook mijn twee gieters en emmer (waar ik het overtollige regenwater uit de ton naar toe liet stromen).
Nou bestaan er iets van 800 verschillende soorten luizen, dus welke plant er nou meer gevoelig voor is en welke minder, is moeilijk te zeggen. Behalve dus, dat ze op de zwakkere broeders in het groen afkomen. Dat gezegd hebbende kunnen dahlia’s inderdaad gevoelig zijn voor de zwarte luis. Wat me bij de volgende vraag brengt: hoe erg is het dat die zwarte luis op mijn dahlia zit?
In principe zou je kunnen zeggen: laat lekker zitten, die zwarte luizen. Hebben die mieren in de tuin ook eens wat zoets te eten. Maar hoewel de plant er waarschijnlijk niet meteen dood aan zal gaan, kan de plant wel verzwakken door zo’n leger zwarte luizen die het sap uit de plant zuigt. En dat kan er dan weer toe leiden dat de dahlia minder bloemen produceert, want natuurlijk eeuwig zonde is. Want waar heb ik die dahlia nou voor geplant? Juist, voor die prachtige bloemen.
Dus ik ging toch aan de slag om die luizen te bestrijden, natuurlijk op een zo’n natuurvriendelijke manier, zonder gif.
Mijn dahlia heeft dus misschien wat extra liefde en aandacht nodig en wat voeding. Dat kan zijn ‘wormenthee’ (het waterige goedje dat uit je composthoop stroomt en als natuurlijke pokon kan dienen). Of brandnetelgier. Wat? Ja, brandnetelgier heet dat. Kan je heel makkelijk zelf maken:
Als je niet met gif in de weer wil (en dat wil je niet, want dat is dodelijk voor de biodiversiteit), dan is het een kwestie van natuurlijke vijanden uitnodigen. Heb je slakken, dan ga je in de weer met loopeenden of aaltjes. Heb je last van woelmuizen op een boerderij dan plaats je nestkasten voor uilen om op de woelmuizen te jagen. Heb je luizen, dan nodig je lieveheersbeestjes uit. Want die zijn gek op luizen. Hoe trek je die aan?
De lieveheersbeestjes zijn geen snelle oplossing moet ik er meteen bij zeggen. Het kan 1 of 2 seizoenen duren voordat je tuin in balans is (en mijn tuin beleeft z’n eerste seizoen, dus daar zijn we nog lang niet). Waarmee ik maar wil zeggen: het kost tijd voordat de natuurlijke balans in je tuin aanwezig is, maar om deze hoeveelheid zwarte luis volgend jaar te voorkomen, is het zeker een goed idee om rommelhoekjes te hebben, water en zoveel mogelijk diversiteit in bloemen en planten te hebben.
Een uur nadat ik de luizen had weggeveegd, zaten de mieren er nog wel (weer) volop
Toch wil ik die luizen niet op mijn dahlia, simpelweg omdat ik die bloemen straks wél wil. Dus, zo adviseerde een buurvrouw, veeg ik ze er ‘gewoon’ af met een gehandschoende vinger (want met een blote vinger gaat me dat -als beginnende tuinierder- nu nog net even te ver). Blijkbaar voel ik nog wel de behoefte om in te grijpen en de natuur niet helemaal z’n gang te laten gaan. Ik gooi de luizen dus gewoon weg nadat ik ze eraf geschraapt heb.
Afspoelen met koud water is trouwens ook een optie, las ik. Al heb ik dat zelf nog niet uitgeprobeerd (en blijkbaar was de regen van de afgelopen dagen niet koud genoeg, want dat werkte averechts).
Heb jij nog tips om een natuurlijke manier van je luizen af te komen? Laat het ons weten door hieronder een reactie achter te laten.
Lees ook:
Hoe kom ik op een natuurijke manier van mijn slakken af?
Inheemse planten in de tuin: is dat echt altijd beter?
5 tips voor een duurzame tuin van ecologische tuinontwerper Anne Wieggers
Wyke Potjer is content manager van hetkanWEL. Ze heeft journalistiek gestudeerd en werkt sindsdien fulltime voor landelijke radio, televisie, print en online media. Ze is vegan, heeft geen auto, probeert plastic uit haar leven te bannen en biologisch te eten. Naast haar freelance bestaan als journalist geeft ze yogales (vinyasa en yin).