Op deze manier wordt je koffer inpakken voor de vakantie een makkie

Als ik ergens een hekel aan heb, is het wel het inpakken van mijn koffer of rugzak voor de vakantie. Waarom weet ik niet precies, want in de praktijk blijkt dat ik er best wel goed in ben en zelden iets vergeet mee te nemen. Maar misschien wel juist daarom, want daar gaat het nodige denk- en puzzelwerk aan vooraf met een hoop als-dan-scenario’s.

Juist omdat ik niet teveel wil slepen en dus zo minimalistisch mogelijk op vakantie wil, is het belangrijk om het weer te checken en kleding mee te nemen die daarbij past, comfortabel zit, een beetje leuk oogt en eindeloos te combineren valt. Met als resultaat dat ik vaak op de avond voor vertrek in een ontplofte slaapkamer zit te kermen dat ik op vakantie gaan haat. Even voor de duidelijkheid: dat is niet zo. I love it. Ik ben gewoon niet dol op inpakken.

De keren dat ik echt tekort schoot in mijn packing-skills zijn op 1 hand te tellen. Of eigenlijk op 2 vingers. Er was die keer dat ik in mei met de trein naar Berlijn ging waar het onverwacht koud bleek te zijn. Of nou ja, onverwacht… ik had het weerbericht niet gecheckt met als resultaat dat ik in een souvenirwinkel een paar goedkope handschoenen moest kopen omdat het niet te doen was om met blote handen op de e-bike door de stad te fietsen terwijl de wind recht in de mouwen van mijn veel te dunne jas blies. Veel theepauzes om die handen weer op te warmen hielp ook.

Improviseren en flexibel zijn

En er was die keer dat ik in al mijn wijsheid besloot dat 1 paar schoenen en 1 paar slippers inpakken echt wel genoeg was voor een reis van een maand van koude berglucht naar warm strandweer. Dat was ook zeker zo geweest, ware het niet dat ik mijn evenwicht verloor en tot ver boven mijn enkel in de blubber zakte waardoor ik nog maar 1 bruikbare schoen had en een paar slippers. Mind you, voor alles is een oplossing. Dus gebruikte ik de tuinslang van het hotel om de schoen weer schoon te spuiten en spendeerde ik een hele avond met het weer droogmaken van die ene natte schoen voor een straalkacheltje in de hotelkamer.

Waarmee ik maar wil zeggen: niks aan de hand dus. Als je maar een beetje kan improviseren (kan ik) en flexibel bent (ben ik), komt alles wat je vergeten bent qua inpakken wel goed. En als je je paspoort, bankpas en telefoon (met lader) maar bij je hebt. De rest is oplosbaar.

Zelfs toen ik ergens alleen met mijn creditcard kon betalen waarvan ik echt de pincode niet meer wist, was er een oplossing: ik vroeg een vriend voor mij te betalen, vroeg daarna een nieuwe pincode aan en liet mijn buurvrouw (die ook voor mijn kat zorgde) de pincode-post openmaken. Opgelost. Ik kon de rest van de vakantie alles betalen en kon ook mijn vriend weer terugbetalen. Zo simpel is het soms.

Inpakken van je koffer of rugzak

Toch is het handig om een soort van methode te hanteren bij het inpakken en niet lukraak dingen uit je kast te grijpen en in je koffer te kieperen. Zo maakte ik jarenlang dankbaar gebruik van de inpaklijsten die mijn moeder door de jaren heen had opgesteld (met of zonder kamperen), maar ben ik daar ook weer mee opgehouden op een gegeven moment omdat ik het eigenlijk ook wel zo’n beetje wist. Mocht je toch graag gebruik maken van een paklijst: Asceline heeft er eentje samengesteld die je hier vindt.

Voor het pakken van je koffer kan je eigenlijk heel simpel terugvallen op de principes van de Capsule Wardrobe, waarin je met een paar kledingstukken eindeloos veel verschillende outfits kan maken (lees hier hoe het werkt). Maar ook al heb je thuis al een overzichtelijke kledingkast, je neemt natuurlijk niet je hele capsule wardrobe mee op vakantie. Dus bij het inpakken van je koffer is het zaak om nog meer te downsizen en keuzes te maken. Wat heb je dan echt nodig?

De 3-3-3 of 5-4-3-2-1 methode

Hiervoor zijn verschillende ‘regels’, of noem het ‘methoden’, te vinden op het world wide web. Zo is er de 3-3-3 ratio, waarbij je drie tops, drie broeken/rokken en drie paar schoenen meeneemt. Dit had mij al uit de penarie geholpen in bovengenoemd incident. Zelf ben ik meer fan van de 5-4-3-2-1 radio: vijf tops, vier broeken/rokken/jurken, drie paar schoenen, twee items om laagjes aan te brengen (vest, blouse, jasje) en een bonusitem (zoals een pyjama of een yogasetje of hardloopkleding).

Hier bovenop komen overigens nog accessoires (een zonnebril, pet of zonnehoed, sjaal, sierraden en tasje voor onderweg), ondergoed, sokken en zwemkleding die je ook moet inpakken. Want ook als je niet naar een warm land gaat, is zwemkleding altijd handig om te hebben voor je weet maar nooit, je zou in de winter maar een duik willen nemen in een wak bij Oslo bijvoorbeeld (zoals ik heb gedaan, lees er hier meer over).

Kleuren kiezen

Ik ben zo’n nerd die kleding koopt op kleur én kleding op kleur sorteert in haar kast. Mijn vriendinnen moeten daar altijd om lachen, maar ik word er rustig van. En daarbij komt dat ik – qua kleur- eigenlijk alles wel met elkaar kan combineren wat in mijn kast hangt. Maar als dat niet het geval is, dan is het handig om ervoor te zorgen dat dit in je vakantiegarderobe wél zo is. Zo kan je met weinig kleding heel veel setjes combineren en makkelijk laagjes aandoen voor de onverwacht koude (of warme) dag.

Kleuren die eigenlijk overal goed bij staan zijn blauw, (gebroken) wit en zwart. Maar -afhankelijk van je garderobe- ook kleuren als olijfgroen of lichtgeel of rood zijn verrassend goed te combineren. Leg voor het inpakken je 3-3-3 verzameling of je 5-4-3-2-1 verzameling op bed en je ziet vanzelf of de kleuren bij elkaar passen. Trek je kleding voor de zekerheid ook even aan, zeker als je het al een tijdje niet gedragen hebt, om er zeker van te zijn dat er geen gaten of vlekken in zitten en het überhaupt nog comfortabel zit. En soms ‘werken’ bepaalde kledingstukken gewoon even niet voor je op dit moment, om wat voor reden dan ook.

Natuurlijke materialen

Nou zijn we bij hetkanWEL sowieso niet dol op synthetische stoffen, maar toch nog maar eens (voor de zekerheid): kies voor natuurlijke materialen! Merinowol houd je lekker warm én koel bijvoorbeeld. En linnen en katoen laten je huid lekker ademen (al ben ik persoonlijk niet zo’n fan van linnen, omdat het kreukt als een malle, ook als je het netjes oprolt). Synthetische materialen zitten juist vaak vervelend, omdat ze statisch kunnen zijn of aan je lijf plakken. Al is het ook zo dat ze sneller opdrogen (handig in hele benauwde, vochtige omgevingen) en je ook juist warm kunnen houden (denk aan je thermoshirt in de winter, al vind ik persoonlijk merinowol daar meer voor geschikt).

Het basisidee van een capsule wardrobe is natuurlijk ook dat je niet 10 spijkerbroeken koopt, maar een of twee die van goede kwaliteit zijn, met een perfecte snit en van een materiaal dat goed blijft. Als je die kleding dus al in je kast hebt hangen, zit je voor je vakantie ook goed. Dat maakt het inpakken een stuk makkelijker (dan hoef je niet eerst te kijken of alles nog wel past en niet helemaal vormeloos, vaal en pillerig is geworden).

Een fashion statement

Voordat je denkt dat je drie weken lang alleen maar op slippers en in een sarong loopt (waar niks mis mee is: heerlijk zelfs!): je kan met al deze items óók een fashion statement creëren voor als je een keer uit eten gaat of naar een concert of gaat dansen. Dit kan je doen door te werken met een accentkleur, een grote armband of ketting toe te voegen, een leuk sjaaltje in je haar te doen of om je nek of juist een opvallende riem om je middel te dragen, waardoor die strandjurk ineens een heel ander karakter krijgt. Nagellak vind ik zelf ook altijd goed werken, net als lippenstift. En die nemen bij het inpakken heel weinig ruimte in 😉

Schoenen

Als je een keuze maakt uit je schoenen (of je er nou twee of drie paar meeneemt), dan is comfort natuurlijk essentieel. Kies die gympen waar je uren op kan lopen en die slippers of sandalen die een voetbed hebben (zodat je ook die zonder pijn aan je voeten de hele dag aan kunt). En dan kan je als derde paar bijvoorbeeld kiezen voor wandelschoenen (als je gaat hiken), fietsschoenen (als je gaat fietsen) of iets gekledere schoenen (als je daar zin in hebt, voor die keren dat je in een restaurant zit).

En dan heb je naast je kleding en accessoires natuurlijk nog je andere dingen nodig: toilettas (mét zonnebrand!), telefoon met oplader, e-reader met oplader, eventueel laptop met oplader (maar als het even kan: laat ‘m thuis), eventueel een powerbank, eventueel een wereldstekker, paspoort, bankpas en creditcard en een boekje met pen waarin je eventueel dingen kan noteren (zoals noodnummers voor als je telefoon gestolen wordt, true story, en eventueel dus je pin: maar die laatste dan wel cryptisch en alleen voor jou begrijpelijk).

Wat zijn jouw tips ’n tricks voor het inpakken van je koffer of rugzak voor je vakantie? Laat het ons weten door hieronder een reactie achter te laten.