Sta jij ook wel eens tijdens het boodschappen doen in de supermarkt met zo’n dubbel gevoel? Je ziet in het schap voor je een lekker stuk vlees of kaas. Of heerlijke – helemaal uit Spanje verscheepte – sinaasappelen. Allemaal niet best voor het milieu, zo weet je. Maar waarom zou je moeilijk doen over wat je eet? Zoveel invloed heeft dat vast niet. Toch?
In Amerika is nu een studie gepubliceerd die het tegendeel bewijst. Voedselkeuzes blijken namelijk wel degelijk een grote invloed te hebben op de uitstoot die gepaard gaat met je dagelijkse boodschappen. Kies je ervoor om in je dieet rekening te houden met groene keuzes, dan zal dit leiden tot een significant lagere uitstoot van broeikasgassen als CO2. Er is dus wel degelijk een goede reden om dat lapje vlees te laten liggen.
Vervuilende boodschappen
Onderzoeker Rebecca Boehm en haar collega’s beschrijven in het wetenschappelijke vakblad Food Policy hoe ze de gegevens van bijna vijfduizend Amerikaanse huishoudens verzamelden over hun dagelijkse boodschappen. Deze gegevens koppelden ze aan cijfers over de broeikasuitstoot van de verschillende producten. In deze cijfers, verzameld door de Amerikaanse milieuorganisatie EPA, zijn allerlei bronnen van uitstoot meegenomen. Denk aan uitstoot bij de productie zelf en bij de transport van het product. Zo achterhaalden de onderzoekers hoe het boodschappenpatroon van al deze Amerikaanse huishoudens hun uitstootpatroon beïnvloedde.
Verreweg de meeste broeikasgassen werden in het totaalplaatje veroorzaakt door de categorie rood vlees: zo’n zestien kilo aan CO2-equivalenten per week per huishouden. Dat is tweemaal zoveel als de nummers twee en drie, verse groentes en kaas. Deze voegden ieder voor ongeveer acht kilo per week per huishouden aan uitstoot toe. De huishoudens die met hun boodschappen de meeste uitstoot veroorzaakten, waren ook de huishoudens waar het meeste vlees werd gegeten.
Het verschil maken in de supermarkt
Het is misschien weinig verrassend dat huishoudens die veel geld besteden aan vlees en zuivel de meeste uitstoot van broeikasgassen veroorzaken. Toch is het goed dat dit nu in degelijk onderzoek is aangetoond. ‘Ons onderzoek laat zien dat je echt een verschil kunt maken door consumenten aan te moedigen om voeding te kiezen die minder broeikasgassen veroorzaken’, aldus Boehm in het persbericht.
Interessant is dat de onderzoekers ook naar de sociaaleconomische posities van de huishoudens keken. Waar je misschien zou verwachten dat in hoogopgeleide huishoudens meer bewustzijn is over het milieu en dus duurzamere boodschappen worden gehaald, blijkt uit de studie het omgekeerde. Hoogopgeleide (en rijkere) huishoudens bleken juist vaker veel dierlijke producten in te slaan. Zij zorgden daardoor voor significant meer uitstoot dan huishoudens met een lage sociaaleconomische positie. ‘Veranderingen in de voedselconsumptie in deze huishoudens zouden een onevenredig grote invloed op de uitstoot van broeikasgassen kunnen hebben’, concludeert co-auteur Sean B. Cash dan ook.
De studie is een goed argument vóór maatregelen als een CO2-belasting. En bovendien: heb je de komende tijd weer last van dat dubbele gevoel in de supermarkt? Weet dan dat je duurzame keuzes in de supermarkt écht verschil maken.
