Inheemse planten in je tuin: is dat echt beter?

Het NK Tegelwippen is weer begonnen! Kort gezegd moedigt deze competitie iedereen aan om tegels uit je tuin te wippen en te vervangen door planten. Gifvrije (biologische) én inheemse planten is dan vaak het advies. Klinkt logisch, maar is het echt nodig om alleen maar inheemse planten in je tuin te hebben vroegen wij ons af. We zoeken het uit.

Vijf jaar geleden liep ik voor ons eerste boek met Wouter van Eck door het allereerste voedselbos van Nederland. Het was een wandelend college over planten, struiken en bomen die elkaar versterken en aanvullen. Sommigen waren neergezet omdat ze anderen uit de wind houden. Anderen omdat ze schaduw bieden. Er was rekening gehouden met grootte, dikte en bloeitijd. Want in een voedselbos wil je, net als in een tuin, dat er het hele jaar planten in bloei staan. Dat is niet alleen mooi, maar biedt ook voedselzekerheid voor zowel insecten en andere beesten (vogels bijvoorbeeld) als voor de mens.

Wat zijn inheemse planten?

Eén van mijn meest gestelde vraag aan Wouter was destijds: is dit een inheemse plant. Hij rolde dan met zijn ogen, want ‘inheems’ bestond in zijn ogen niet. Wanneer is een plant inheems? Als het hier al voor de ijstijd voorkwam? Als het hier op een natuurlijke manier terecht is gekomen, bijvoorbeeld door de wind? Of als we het zelf ooit hebben geplant en het hier bijzonder goed doet en prima voedsel biedt voor mens en dier en het de andere planten niet overwoekert of verdrijft? Tulpen, om maar wat te noemen, zijn geen inheemse planten. Net zo min als aardappels. En toch zien we beiden als oerhollands. Kortom, hij vond het een zinloze discussie.

Ik denk hier regelmatig aan terug als ik weer ergens zie staan dat we niet alleen gifvrije biologische planten in onze tuin moeten zetten, maar ook inheemse planten. Of zelfs alleen maar inheemse planten. Want wat wordt hier dan bedoeld met inheemse planten? Meestal gaat het over planten die extra goed zijn voor bijen en insecten: die twee hebben elkaar namelijk nodig.

Zonder bijen wordt het stuifmeel van de bloem niet verspreid en zonder bloemen is er geen voedsel voor de bij. Als ze dus niet goed op elkaar aansluiten (de plant biedt geen voedsel voor onze insecten, bijen en vogels), dan gaat er iets mis. De planten sterven uit en de insecten dan wel vogels sterven uit (als er niet elders alsnog genoeg voedsel te halen is).

Kortom: inheemse planten zou je kunnen zien als planten die het hier prima naar hun zin hebben, genoeg voedsel bieden voor de beestjes en misschien ook wel de mens, en geen schade aanbrengen aan de natuur (zoals de Japanse duizendknoop die de boel totaal overneemt: dat noemen we invasief). Verder gaat het hier bij het woord inheems niet per se om wat er binnen de Nederlandse landsgrenzen voorkomt (want de natuur heeft maling aan landsgrenzen), maar wat er in noordwest Europa groeit of kan groeien.

Alleen maar inheemse planten: is dat een goed idee?

Enfin, so far so good. Over wat inheems is, valt dus te discussiëren. Maar er bestaat wel een algemeen idee over welke planten goed zijn voor de biodiversiteit in je tuin en welke niet. Zo is de hortensia (die het erg goed doet in Nederland, maar oorspronkelijk uit Azië en Amerika komt) niet per se goed voor het bevorderen van de biodiversiteit, omdat de plant nauwelijks stuifmeel en nectar aanmaakt. Of de vlinderstruik (die oorspronkelijk uit China komt) en -in ieder geval in Vlaanderen – steeds meer invasieve trekjes lijkt te vertonen.

Betekent dit dat alle hortensia’s en vlinderstruiken moeten wijken om plaats te maken voor bijvoorbeeld vingerhoedskruid, kattenkruid, wilde marjolein, bosooievaarsbek, kamperfoelie en de egelantier? Nee, niet per se krijgen we vanuit verschillende hoeken te horen. Inheemse planten hebben zeker een groot voordeel: ze zijn goed voor bijen, insecten en vogels en tuinen en helpen dus bij het behoud of het vergroten van de biodiversiteit. En tuinen, voor de duidelijkheid, nemen een belangrijke plek bij die biodiversiteit. We hebben in Nederland namelijk 4,5 miljoen tuinen met een totale oppervlakte die 10x zo groot is als de Nationale Veluwe. Samen vormen onze tuinen dus het grootste natuurgebied van Nederland.

Nadelen van inheemse planten

Maar inheemse planten hebben ook nadelen: ze bloeien vaak wat korter dan de gecultiveerde planten die zo gemaakt zijn dat ze zo lang mogelijk bloeien. En ze groeien vaak wat wilder. Bij dat laatste kan je je afvragen wat dat uitmaakt, maar het betekent kort gezegd dat ze wat minder te temmen zijn tot een compacte struik en bovendien na het bloeien vaak in elkaar zakken. En met een tuin wil je, eerlijk is eerlijk, niet alleen een grote voedseltuin voor de beestjes bieden, maar ook een genot voor het oog voor jezelf.

Daarbij stelt Sprinklr dat je voor een tuin met alleen inheemse planten wat meer kennis en ervaring met tuinieren nodig hebt dan dat de gemiddelde Nederlander heeft. En als dat betekent dat mensen alsnog voor de ‘nette en onderhoudsarme tegel’ kiezen, dan zijn we verder van huis. Oftewel: een mix van inheems planten en gecultiveerde planten is prima voor de tuin. De hortensia en vlinderstruik mogen blijven.

Lees hier hoe lang pesticiden op planten blijven zitten (voor het geval je niet weet waar die vlinderstruik vandaan komt of je hebt hem cadeau gehad).

Gecultiveerde planten

Ook met gecultiveerde planten (om ze maar even zo te noemen, als tegenhanger van de inheemse planten) kan je een betere of slechtere keuze maken trouwens. Zo is het beter om voor open bloemen te kiezen, waar de bij makkelijk bij kan, zoals Dahlia’s. Ook is het slim om voor planten te kiezen die in het najaar bloeien, want dat doen inheemse planten doorgaans niet. Dan hebben de beestjes ook in september en oktober nog wat te eten. En het zorgt natuurlijk voor onszelf ook voor een mooi beeld.

Conclusie:

Inheems planten zijn beter voor de biodiversiteit, omdat de beesten en de planten samen geëvolueerd zijn en elkaar perfect aanvullen. Maar inheemse planten zorgen wel voor een iets wildere tuin en bloeien korter. Zo zijn er in het najaar geen bloemen meer in je tuin. Inheemse planten zijn dus prima aan te vullen met gecultiveerde planten (of exoten), dan wel het liefst planten met een open bloem (waar de bij makkelijk bij kan) en die later bloeien (zodat de beestjes na augustus ook nog wat te eten hebben). En natuurlijk wel gifvrij, want anders werken ze biodiversiteit alleen maar tegen.

Welke planten zet jij voor deze zomer in je tuin? Met deze kortingscode hetkanwel255 krijg je 5 euro kortin bij een bestelling vanaf 30 euro bij Sprinklr. Geldig t/m 31 mei.

Over de schrijver

Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *