Hoeveel kleding heb je écht nodig? Minder dan je denkt (en dat voelt beter dan je verwacht)

Hoeveel kleding koop jij per jaar? We kopen meer kleding dan ooit, maar dragen een fractie ervan. De gemiddelde Nederlander schaft elk jaar zo’n 46 nieuwe kledingstukken aan. En dat onderzoek is al bijna tien jaar oud, dus het aantal ligt inmiddels waarschijnlijk nog hoger. Toch hoeft het niet zo te zijn: bij het hetkanWEL-testpanel* ligt het gemiddelde op slechts 12 nieuwe items per jaar. En dat voelt – verrassend genoeg – niet als tekort, maar als rust.

Dus hoe weet je nou wat genoeg is?

De stille groei van onze kledingberg

De meeste kleding verdwijnt niet omdat ze versleten is, maar omdat we er op uitgekeken zijn. Of omdat het niet meer lekker zit. Of omdat de trend alweer voorbij is. Soms zelfs omdat we niet meer precies weten waarom we het ooit kochten (en ja, dan hebben we het over die trui die nog steeds met label in de kast ligt).

Even snel iets bestellen voor een feestje, een aanbieding die “zonde is om te laten liggen”, of de drang om iets nieuws te dragen als de seizoenen wisselen. Zo groeit je kledingkast stukje bij beetje, tot je op een punt komt waarop je het overzicht kwijt bent – en tóch denkt: “ik heb niks om aan te trekken.”

Duurzaam, natuurlijk – maar ook bewust

Gelukkig letten we steeds vaker op misstanden in de fashionindustrie en kiezen we vaker voor eerlijke productie en duurzame merken. Maar zelfs de meest verantwoorde jeans heeft impact als je er vijf in de kast hebt hangen en maar één draagt.

Naast vragen als “Waar kun je duurzame kleding kopen?” en “Hoe houd ik mijn kleding langer mooi?”, is het dus minstens zo belangrijk om je af te vragen: hoeveel kleding koop ik – en waarom?

Hoeveel kleding is ‘genoeg’?

Een goede capsule wardrobe bestaat doorgaans uit 30 tot 40 kledingstukken. Maar dit is geen magisch aantal dat voor iedereen werkt. De één heeft vijf werkoutfits nodig, de ander leeft in twee favoriete jeans en een stapel T-shirts. Wat vooral telt, is hoeveel kleding je écht draagt.

Dit ontdek je simpelweg door eens goed door je kledingkast te graven. Hiervoor hoef je echt geen professionele Marie Kondo te zijn. De absolute favorieten die je vaak draagt, bewaar je. Leg de twijfelgevallen apart en vraag je af waarom je ze niet meer draagt. Zit het niet meer lekker? Geef het dan weg. Kun je het nog repareren? Doe dat. Heb je deze kleding na een jaar nog niet gedragen, dan kun je er beter afscheid van nemen.

Zo creëer je meer overzicht in je kledingkast en zul je zien dat je veel meer hebt dan je eigenlijk dacht. Misschien ontdek je zelfs wel nieuwe combi’s waardoor je kleding vaker aan doet.

Wanneer kleding niet meer bij je past (letterlijk en figuurlijk)

Een van de meest genoemde redenen om kleding weg te doen, is dat het niet meer past. Niet omdat het stuk is, maar omdat ons lichaam of ons leven verandert. En daar wringt het vaak: de mode-industrie denkt in standaardmaten, terwijl geen mens standaard is.

Kijk uit naar (tweedehands of duurzame) kleding die past bij je figuur en waarin je je comfi voelt. Wurm je niet in te kleine kleding met de gedachte dat die kilo’s er nog wel af gaan. Er zijn ook merken die zich specialiseren in een maatje meer, zoals JP1880. Een webshop voor mannen met grote maten, waarbij alle maten dezelfde prijs hebben. Kies kleding die past bij je pasvorm en stijl, zodat je niet hoeft te kiezen tussen comfort en er goed uitzien. Zo voorkom je dat dat mooie jurkje alsnog in de kast blijft liggen omdat ie toch net iets te veel accentueert op plekken waar je dat niet fijn vindt.

De echte prijs van ‘nog één shirt’

Een T-shirt lijkt onschuldig, maar er schuilt een enorme voetafdruk achter. Voor de productie van één katoenen T-shirt is gemiddeld 2.700 liter water nodig – dat zijn dertig douches. Tel daar transport, verfstoffen en verspilling bij op… We hoeven het ook eigenlijk niet meer uit te leggen: elk kledingstuk dat je níet koopt, maakt verschil. En vergeet niet: zelfs gerecyclede of biologisch katoenen kleding vraagt nog steeds om energie, water en transport.

Stel je voor dat iedereen in Nederland één kledingstuk minder koopt per jaar. Dat scheelt miljoenen liters water, tonnen CO₂ en een berg textielafval. En het mooie is: het kost je niets, behalve een beetje bewustwording.

De psychologie van ‘genoeg’

We kopen vaak omdat we iets missen, niet omdat we iets nodig hebben. Kleding kan een oppepper zijn, een manier om onszelf opnieuw uit te vinden of even wat controle te voelen in een druk leven. Maar dat effect slijt snel, en wat overblijft, is weer een vollere kledingkast.

De kunst is niet om te stoppen met kopen, maar om te leren kiezen. Te herkennen wanneer iets je echt blij maakt, en wanneer het vooral een reflex is (hallo Black Friday en Cyber Monday). Soms is het genoeg om even stil te staan bij die vraag: waarom wil ik dit eigenlijk hebben? In plaats van: hoeveel kleding heb ik nodig?

Lees ook: shoppen in je eigen kledingkast: met 10 tips om je koophonger in bedwang te houden.

Hoeveel kleding je nodig hebt, gaat vooral over weten wat in je kast ligt en wat je juist niét nodig hebt.

Misschien is dat wel de mooiste ontdekking: dat “minder” niet per se betekent dat je iets inlevert. Integendeel. Een kast vol kleding die past bij jouw lichaam, stijl en leven – dát is genoeg. En dat voelt beter dan je verwacht!

* Het hetkanWEL opiniepanel bestaat uit 3800 mensen, die duurzaamheid (heel) belangrijk vinden. 440 mensen uit het panel vulden de enquête over duurzame kleding in. Zij zijn tussen de 18 en 65 jaar oud en 85 procent is vrouw.  Wil je ook af en toe je mening geven of producten testen? Schrijf je dan in voor het hetkanWEL test- en opiniepanel.