Meestal ben ik wat traag als het op tech-ontwikkelingen aankomt. Zo weigerde ik in het nokia-tijdperk in eerste instantie een mobiele telefoon, omdat ik niet altijd bereikbaar wilde zijn. En snapte ik jaren later niet onmiddellijk wat de toegevoegde waarde van een smartphone was (want wat zou je nog meer willen van een telefoon dan bellen en sms’en? –famous last words) Zo ook bij AI, artficial intelligence. Ik weet nog hoe ik naar het scherm tuurde toen iemand me liet zien hoe Chatgpt een rommelige boodschap in een klap wist te veranderen in een helder geformuleerde mail.
Handig voor hem, dacht ik toen nog. Want hij houdt niet van schrijven en verstuurt dagelijks tientallen mails, wat hem veel tijd en energie kost. Maar, dacht ik ook, ik heb daar als journalist en schrijver natuurlijk niets aan. Dat idee was van korte duur. Niet dat ik mijn artikelen (of mijn mail) nu door Chat laat schrijven (of door andere programma’s zoals Claude of Gemini). Maar ik vraag wel geregeld andere dingen aan chat.
Om een eerste opzet te maken voor een marketingplan bijvoorbeeld. Of om een planning te maken voor een bepaald project. Of om uit te leggen hoe een bepaald communicatiemodel werkt, waarover ik via google niet zo snel een heldere uitleg kon vinden. Ik vroeg Chat zelfs een keer om raad toen ik op een avond bijzonder verdrietig was – bij wijze van experiment. En hoewel dat vooral cliché’s en platgetreden paden opleverden, leek het wel alsof er een luisterend oor aan de andere kant van de lijn zat.
Waarmee ik maar wil zeggen: Chat en alle andere AI-programma’s zijn superhandig. Ze kunnen ons werk uit handen nemen, ons van feedback voorzien en zelfs meedenken over bepaalde plannen. Maar om nou te zeggen dat Chat mijn beste vriend is geworden? Nee. Nog niet, moet ik daarbij zeggen. Want hoewel ik nog steeds niet elke dag iets te vragen of te bespreken heb met AI, neemt de frequentie wel toe. En daarmee ook de handigheid om een goede prompt (een korte tekst met je vraag of opdracht aan AI) te schrijven, waardoor de kans toeneemt dat ik het antwoord krijg wat ik nodig heb.
Met dit toenemende gebruik rijst ook de vraag hoe duurzaam AI eigenlijk is. Zeker nu Google ongevraagd bij elke zoekopdracht de AI-motor aanzwengelt en de reacties van Gemini bovenaan zet. Althans, meestal. Want bij de vraag hoe duurzaam AI eigenlijk is, verschijnt een artikel van de NOS als eerste resultaat en pas als tweede de reactie van AI (in dit geval dus Gemini) zelf.
Het antwoord van AI is op basis van 5 artikelen die allemaal komen van minder bekende sites en zeker geen onafhankelijke sites. Dus niet van bijvoorbeeld de onafhankelijk site van de NOS of van de site van TU Delft die er onderzoek naar hebben gedaan. Waarschijnlijk omdat AI vooral kijkt naar het aantal keer dat een artikel is gelezen en niet naar hoe betrouwbaar een artikel is als bron. Kort samengevat is dit het antwoord van Gemini:
AI kan helpen om bepaalde processen in bedrijven en fabrieken efficiënter te maken en dus duurzamer, omdat er energie bespaard wordt. Ook kan AI helpen bij het voorspellen van milieurisico’s. Aan de andere kant is er veel water en energie nodig om AI-modellen te trainen en leveren de servers en hardware die nodig zijn voor AI-systemen veel e-waste op.
Chat komt niet met bronnen aanzetten, maar is daarentegen wel wat concreter en komt met een overzichtelijke opsomming van de negatieve en positieve impact van AI in iets helderder taal (vind ik zelf) en met emoji’s, bulets en nummering. Samengevat is dit het verhaal van Chatgpt:
De negatieve impact bestaat grofweg uit twee facetten: het energieverbruik en de grondstoffen en e-waste. Zo kan het trainen van één groot taalmodel net zoveel CO2-uitstoot opleveren als een auto die meerdere rondjes rond de aarde rijdt (hoeveel rondjes is hier onduidelijk -WP). Ook het gebruik van AI vereist constante energie van datacenters. Voor het gebruik van AI zijn krachtige servers en chips nodig waarvoor zeldzame aardmetalen gemijnd moeten worden. En de snelle veroudering van hardware kan leiden tot meer e-waste.
AI kan ook een positieve impact hebben op duurzaamheid. Het kan processen in bedrijven optimaliseren, wat kan leiden tot een lager energieverbruik. Het kan helpen bij het ontwikkelen van nieuwe materialen, klimaatmodellen en zelfs duurzame energieoplossingen zoals batterijtechnologie en zo wetenschappelijke doorbraken versnellen. En het kan afval sorteren, herbruikbare materialen detecteren en zo de circulaire economie stimuleren.
Ook Claude zegt eigenlijk precies hetzelfde en trekt daarbij de conclusie dat de werkelijke duurzaamheidsimpact van AI afhangt van hoe we het implementeren en of de voordelen opwegen tegen de milieukosten.
Dit zijn natuurlijk fijne opsommingen: bij Gemini mét bronvermelding, maar dat zijn niet per se hoogstaande bronnen, bij Chatgpt zonder bronvermeldingen maar net iets concreter en bij Claude ook zonder bronvermelding en net iets beter geschreven, maar geen idee waar het vandaan komt. De simpele oplossing daarvoor is trouwens om in de promt erbij te zetten: kan je de bronnen toevoegen van de informatie die je geeft. Dan weet je al meer.
Maar toch, als we naar het artikel van de NOS kijken komen we verder (om maar even te onderstrepen dat AI heus niet alles overneemt en álle banen overbodig maakt). Zo staat er -heel concreet- te lezen dat datacentra wereldwijd zo’n 3% van de energie opslurpen en verantwoordelijk zijn voor 1% van de CO2-uitstoot. Dat lijkt niet veel, zeker niet als je het vergelijkt met de 10% van de mode-industrie, maar het is de helft van de luchtvaartuitstoot die verantwoordelijk is voor 2 tot 3% én het groeit hard.
Daar waar we met z’n allen behoorlijk doordrongen zijn van het feit dat we minder moeten vliegen (of we daad bij het woord voegen is vraag 2), moet ik de eerste persoon nog tegenkomen met ‘dataschaamte’ of ‘AI-schaamte’ of ‘volle inbox schaamte’…. Nou ja, tot die laatste groep behoor ik zelf; daarom zocht ik ook al eens antwoord op de vraag hoe vervuilend een volle inbox in (het antwoord lees je hier) en hoe je digitaal het beste kan ontspullen (dat lees je hier), want dat is echt broodnodig. En nog steeds iets waarmee ik struggle trouwens, dus alle aanvullende tips hiervoor zijn meer dan welkom!
Goed, terug naar AI. We hadden het al over de trainingssessies van bijvoorbeeld Chatgpt, wat qua CO2-uitstoot gelijk staat aan ‘meerdere rondjes om de aarde met de auto’. De NOS is daar iets concreter in: het kost 500 ton CO2-uitstoot, wat gelijk staat aan 1.000 auto’s die 1.000 kilometer rijden (of 1 auto die dus een miljoen kilometer rijdt, wat bijna 25 rondjes rond de aarde is met 1 auto: is dat ook weer opgehelderd).
Al met al kan je dus concluderen dat AI (waaronder Chatgpt, gemini en claude, maar ook assistent Alexa bijvoorbeeld) niet bepaald duurzaam zijn. Al kan het erger (zoals de mode-industrie laat zien). Gelukkig zijn er wetenschappers die hard bezig zijn om de milieu-impact van AI te temperen, zoals Sander Bohté in Amsterdam die bezig is met ontwikkelen van een chip op basis van onze energiezuinige hersenen, waardoor er uiteindelijk hopelijk geen datacentra meer nodig zullen zijn. Want dat AI zal verdwijnen, lijkt ons een illusie.
Heb jij nog tips over het verkleinen van je digitale footprint? Laat het ons weten door hieronder een reactie achter te laten.
PS De eerste foto is door AI gemaakt en dus geen echt persoon, als je goed kijkt zie je dat ook.
Wyke Potjer is content manager van hetkanWEL. Ze heeft journalistiek gestudeerd en werkt sindsdien fulltime voor landelijke radio, televisie, print en online media. Ze is vegan, heeft geen auto, probeert plastic uit haar leven te bannen en biologisch te eten. Naast haar freelance bestaan als journalist geeft ze yogales (vinyasa en yin).