Met natte haren van onze laatste zwembadduik staan we te wachten op het station van Zaragoza, wanneer onze trein – klaarblijkelijk gevoed met diesel – met veel kabaal voorrijdt. Het is een echte boemel die stinkt en pruttelt en naar gevoel al zo’n 30 jaar in dienst is. Tja, je kan veel beïnvloeden maar niet het treinbeleid van het land waar je op bezoek bent… dan bevindt je je plotseling vijf uur in een oud vies ding.
Per trein door Spanje reizen
Dat gebeurt eigenlijk wel vaker in Spanje. Kraanwater bestellen maar te horen krijgen dat ze dat ‘niet hebben’ of dat je er ziek van wordt (‘estas loco?’). Per ongeluk heel veel ei bestellen omdat je de kaart niet goed hebt begrepen. Of simpelweg heel veel vis eten (terwijl je dat eigenlijk niet wil) omdat er gewoon niks vegetarisch gemaakt kan worden door de keuken, zeggen ze, terwijl de ober je probeert over te halen om toch echt een keer die lekkere jamón te proeven.
Een pruttelende dieseltrein
Gelukkig was er in de dieseltrein wel airco en een tas vol Spaans eten om het humeur goed te houden. Plus natuurlijk de herinneringen aan Zaragoza. Een verrassende, hete stad met oude Arabische architectuur. Want ook hier waren vroeger de Muzelmannen aan de macht, wat heeft geleid tot veel sierlijke kerken (voorheen moskeeën) en een district van smalle straatjes (tubo) waarmee zoveel mogelijk schaduw wordt gecreëerd om de hitte (veelal 35+ graden) te temmen in de tijd vòòr de airco.
Vlak buiten Zaragoza hebben we gefietst in een mooi natuurgebied met veel groen, omdat de rivier daar uit haar bed treedt – in alle Spaanse steden proberen ze fietsen te motiveren met gemakkelijke huursystemen en fietspaden, waar wij natuurlijk graag van gebruik maken! Ook de bars en restaurants in Zaragoza bevielen ons goed, vooral de ijskoffie die je overal kan bestellen was een welkome verkoeling in de hitte van de stad.
Per trein naar Valencia
Laat in de avond, de volle etenstas is inmiddels bijna leeg, rolt onze dieseltrein 30 minuten te laat – zoals we inmiddels gewend zijn in Spanje, inderdaad het stereotype klopt hier dus – Valencia binnen. De eerste echte toeristische stad van onze reis, waar kort daarna de Nederlanders ons om de oren zullen vliegen. Kennelijk kost een retourtje Schiphol – Valencia maar zo’n €30 – bijna evenveel als een reservering met onze Interrailpas…
Interrail
Daar wilde ik het namelijk nog wel even over hebben. De reserveringen. Met een interrail mag je namelijk reizen in alle ‘normale’ treinen, maar moet je reserveringen maken voor de ‘snelle’ treinen. Nu blijkt het dat ongeveer alle treinen in Frankrijk en Spanje met een wat langere afstand worden verstaan als ‘snelle’ treinen, waardoor je bijna altijd moet reserveren – je gaat je Interraildagen (of op z’n Spaans ienterrayl) natuurlijk niet verspillen aan een tripje van 1 uur…
Langzaam aan
In Spanje moet dat reserveren aan de balie, want de papieren tickets duren een aantal weken (!!!) om te versturen per post (!!!). Aangezien wij nog niet alles wilden plannen (je weet wel, vrij leven enzo) hebben we dus al meerdere uren doorgebracht bij de balie van grote treinstations. Let op, grote treinstations, want in Spanje heb je treinen voor korte afstand, middellange afstand en lange afstand. En die lange afstanden kan je dus alleen op grote stations kopen (of ver van tevoren online boeken). Elke reservering kost wat extra, afhankelijk van hoe chique de ‘snelle’ trein is die je wilt nemen. Bij ons was het meestal zo’n 10€ per reservering. Uit ervaring weet ik dat het in Duitsland en Oost-Europa veel makkelijker is, daar hoef je bijna niks te reserveren namelijk.
Terwijl ik dit schrijf hebben we net een half uur doorgebracht op het Valenciaanse station voor een reservering naar Barcelona, waarover later meer!
Wat zijn jouw ervaringen met het reizen per trein door Europa? Laat het ons weten door hieronder een reactie achter te laten.
Dit is deel drie in de serie vakantieverhalen per trein die Helena voor hetkanWEL schrijft. Lees hier haar eerste verhaal en hier het verhaal van vorige week.