Tips voor een onderhoudsarme groene tuin

Vorige week schreven we het al: Groen is goed voor je! Toch ligt bijna de helft van de Nederlandse tuinen vol met stoeptegels. Een veel gegeven verklaring hiervoor is dat we het te druk hebben om de tuin te onderhouden. Maar een groene tuin hoeft niet per definitie veel tijd te kosten. Je kan ook een onderhoudsarme groene tuin aanleggen. We vroegen onze lezers om tips en die kregen we. 

Zaai klavertjes uit over je gazon

Een gazon is niet per definitie het meest onderhoudsarm: je moet het maaien, besproeien en verticuleren. Maar:  als je het niet erg vindt dat je grasveld er niet als een strak gazon bij ligt, kan het wel. Je zou dan bijvoorbeeld klavertjes kunnen zaaien. Die zorgen ervoor dat je geen mest nodig hebt, niet hoeft te verticuteren en dat open plekken in no-time weer dicht groeien. Bovendien ziet het er leuk uit en kan je op verloren momenten heerlijk op zoek naar klavertjes vier. Dus als je aan een gazon denkt, denk dan ook aan klavertjes.

Laat onkruid lekker staan

Wie heeft er ooit besloten dat onkruid onkruid is en dus weg moet? Niet meer wieden zorgt voor een goed gevulde tuin met veel kleur en bloemen. Het is natuurlijk wel oppassen geblazen dat het onkruid niet je hele tuin overneemt, zodat er geen plek meer is voor andere planten. Af en toe snoeien of hier en daar iets met wortel en al eruit trekken blijft er dus bij horen, maar hoeft niet zo fanatiek als het lijkt.

Gebruik mulchen

Zie je dat onkruid toch niet zo zitten? Denk dan aan mulchen, oftewel organische materiaal dat dient als bodembedekker. Dit laat wel het regenwater door, maar houdt ook het onkruid tegen om overal maar neer te strijken en te settelen. Mulchen zorgt er ook voor dat je minder bemesting nodig hebt, minder water hoeft te geven en dat je planten in de winter beter beschermd zijn tegen vorst. De mulchlaag moet trouwens wel een aantal centimeters dik zijn voor het juiste effect.

Plant bodembedekkers

Wil je niet teveel moeite doen voor je tuin, maar wel lekker genieten van het groen? Kies dan voor een aantal bodembedekkers, zoals de kleurige Geranium of Erigeron of voor in de schaduw bijvoorbeeld een Lamium. Ook deze bodembedekkers zorgen ervoor dat onkruid minder licht krijgt en dus minder snel z’n weg vindt om jouw tuin te overwoekeren. Minder werk dus.

Gebruik inheemse planten

Kies voor planten, die bij de bodemsoort van jouw tuin passen. In het plaatselijke tuincentrum kunnen ze je hier ongetwijfeld meer over vertellen. Sommige planten groeien nou eenmaal goed op bosgrond, maar niet op drassige veengrond of klei. Voor andere planten geldt weer precies het tegenovergestelde. Bedenk ook of je tuin veel zon heeft of juist veel schaduw. Als je de juiste planten plaatst, die bijvoorbeeld goed gedijen op drassige moerasgrond in de schaduw, scheelt dat een heleboel frustratie.

Zet planten in de volle aarde

Planten in potten staat heel leuk en gezellig, maar bedenk wel dat de planten in een pot eerder uitdrogen. Dat betekent dus dat je meer water moet geven en dat je de buren moet inseinen als je op vakantie gaat, zodat je tuin vol potten wel overleeft. Als het enigszins mogelijk is, plant de planten dan in de volle grond, want dan moeten ze het zelf kunnen redden qua water.

Leg een makkelijke moestuin aan

Niet meteen schrikken: een moestuin lijkt misschien veel werk, maar dat hoeft niet zo te zijn. Je kan ook een kleine moestuin aanleggen in je (stads)tuin. Er bestaan gratis apps, die je stap voor stap helpen bij het aanleggen van een moestuin en het onderhouden ervan. Denk bijvoorbeeld aan makkelijke moestuin. En hoe leuk is het nou om een verse salade te maken met tomaten en komkommer uit eigen tuin?!
Dank voor al jullie tips! Ontbreekt er nog een tip, laat het ons dan vooral weten.