De koele kelder onder de keuken in het huis van mijn opa en oma stond vol met glazen weckpotten. Ik herinner me vooral de grote hoeveelheden sperziebonen die in keurige rijen stonden opgesteld. Maar ook andere groenten van het land vonden hun weg naar de kelder waar ze geduldig wachtten om in de winter als voedsel te dienen. Lange tijd leek wecken of fermenteren een ouderwets principe. Maar dankzij de pandemie en klimaatverandering is lokaal, seizoensgebonden voedsel en fermenteren terug van weggeweest. En dat lijkt meer dan alleen een trend te zijn.
Zo stuitte ik laatst op het verhaal van de Canadese chef David Zilber, die zijn koksmuts (in niet de minste restaurants) aan de wilgen had gehangen om zich geheel toe te leggen op de kunst van het fermenteren als oplossing voor ons voedselprobleem. In een laboratorium in Denemarken werkt hij nu met 40.000 verschillende bacteriën om door middel van fermentatie plantaardige producten mét B 12 te produceren en onze eetgewoonten op die manier wereldwijd een beetje gezonder én duurzamer te maken.
Want werken in een sterrenrestaurant als Noma (wat hij jaren deed) is leuk, maar het is ook elitair zo stelt hij. En dus vertrok hij in 2020 toen de pandemie om zich heen begon te slaan en de horeca in lockdown zat. Op een andere plek, bij een bedrijf dat levert aan giganten als Unilever en Coca-Cola, denkt hij met zijn fermentatie technieken meer impact te kunnen maken en het tij te kunnen te keren voor ons voedselprobleem.
“Onze voedselproductie is niet duurzaam,” zegt hij in een interview met Ktchn Rebel. “Er wordt veel weggegooid en de meeste producten laten een te grote ecologische voetafdruk achter. De opbrengsten van de landbouw slinken. We eten te veel vlees. En slechts een handjevol producenten heeft de hele voedingsmarkt in handen.” De sleutel ligt, volgens Zilber, dus bij fermentatie.
Fermenteren is een eeuwenoude techniek om eten langer te kunnen bewaren. Tegenwoordig definiëren we het als het ‘transformeren van voedsel met behulp van bacteriën, schimmels en gist waardoor de zuurgraad, smaak, geur en het uiterlijk van het product verandert’. Denk daarbij aan producten als bier, wijn, zuurkool, yoghurt, kaas, desem, augurken, olijven of (afkomstig uit Azië) miso, kimchi, thempeh, sojasaus, kombucha of thee.
Simpel gezegd: natuurlijk melkzuurbacteriën die op de groente zitten, zetten suikers om in melkzuur. Daarmee wordt je groente zuur van smaak. Alle andere micro-organismen, die je eten kunnen bederven en je ziek kunnen maken, kunnen niet tegen het zout en leggen het dus af. Hierdoor kan je gefermenteerd voedsel heel lang bewaren.
Zie hier het boek dat David Zilber samen met René Redzepi schreef: ‘The noma guide to fermentation’ (2019), dat wereldwijd gezien wordt als dé bijbel op het gebied van fermentatie.
De meest simpele manier van fermenteren is dus zout toevoegen en de groente vervolgens afsluiten van zuurstof. Dat kan eigenlijk met alle groente, maar laten we eens eentje nemen die we allemaal kennen: zuurkool. Zo maak je dat zelf:
Lees hier hoe je in een handomdraai zelf kan fermenteren.
Bacteriën, schimmels en gisten kunnen, volgens de wetenschap, helpen om de groeiende wereldbevolking van voldoende eiwitten te voorzien. Eiwitten vormen de basis voor groei, reparatie en onderhoud van het menselijk lichaam. De meeste mensen in het Westen halen die eiwitten nu nog uit dierlijke producten, maar daarmee laten we een enorme ecologische voetafdruk achter en dat is -of je daar nou blij mee bent of niet- niet houdbaar.
Lees hier: 25 redenen om te stoppen met vlees eten. En: 10 redenen om te stoppen met het eten van vis.
Willen we iets aan het klimaat en de opwarming van de aarde doen, dan móeten we minder dierlijke producten gaan eten. Fermentatie kan daarin een sleutelrol spelen, zo was deze week ook te zien in het NTR-programma Focus, dat in de wereld van plantaardige eiwitten en fermentatie dook. Niet alleen omdat fermentatie voor de umami-smaakbeleving zorgt, die we normaal ervaren bij het eten van dierlijke producten. Maar ook omdat ‘we’ met micro-organismen eiwitten kunnen maken. Zo wordt er in het laboratorium met behulp van precisie-fermentatie en genetische manipulatie van de bacteriën gewerkt aan het namaken van caseïne waarmee je kaas kan maken zonder dat daar een koe aan te pas komt.
“Het is toch mooi om te bedenken dat het allerkleinste beestje in de toekomst macroscopische het allergrootste effect kan hebben,” zegt wetenschapper Adnan Oner in Focus. Een mooie, hoopvolle afsluiter. Ik ga even de restjes uit mijn koelkast fermenteren denk ik. Jij?
Wyke Potjer is content manager van hetkanWEL. Ze heeft journalistiek gestudeerd en werkt sindsdien fulltime voor landelijke radio, televisie, print en online media. Ze is vegan, heeft geen auto, probeert plastic uit haar leven te bannen en biologisch te eten. Naast haar freelance bestaan als journalist geeft ze yogales (vinyasa en yin).