Je hebt er misschien wel eens van gehoord. Fast furniture. De letterlijke vertaling is snel meubilair en refereert aan de term fast fashion die we inmiddels allemaal wel kennen. Maar in tegenstelling tot mode is fast furniture vaak nog een blinde vlek voor de meesten van ons. Daarom nemen we je even mee in de wereld van ons interieur. Wat is fast furniture nu precies en hoe herken je meubilair dat tot deze categorie behoort (zodat je kan voorkomen dat je het per ongeluk koopt)? We leggen het uit.
Foto’s van het duurzame interieur van Iris komen uit ons boek Anders Wonen en zijn van fotografe Marie van der Heijden
Fast furniture is meubilair dat gemaakt is om kort mee te gaan. Net als het bekendere fast fashion worden deze producten snel, goedkoop en ver weg gemaakt, met goedkope, vervuilende materialen. En je kunt je voorstellen dat de arbeidsomstandigheden waarin deze producten gemaakt worden ook niet goed zijn.
Fast furniture speelt in op woontrends waardoor collecties snel wisselen. Hierdoor kan je als consument het gevoel krijgen dat je achter loopt en je interieur moet blijven vernieuwen. En omdat de prijzen laag zijn en we de pijn financieel dus niet zo erg voelen, wisselen we producten en hele meubelstukken snel in voor iets nieuws.
Zo gaat een bank gemiddeld zes jaar mee voordat we ‘m bij het grof vuil dumpen. Jaarlijks zetten we in Nederland maar liefst 247 miljoen kilo aan meubels bij het afval. En omdat deze met goedkope materialen gemaakt zijn, zijn ze (net als bij fast fashion) niet recyclebaar en worden ze dus verbrand. Fast furniture is daarmee vervuilender dan de inhoud van je kledingkast (die ook al behoorlijk vervuilend is, dus kan je nagaan).
De meesten van ons weten inmiddels dat we eigenlijk niet bij Temu, Shein of Primark zouden moeten winkelen. Maar hoe zit dat met meubilair? Hoe herken je het en hoe voorkom je dat je fast furniture je huis in sleept?
Fast furniture bestaat vaak uit goedkoop plaatmateriaal zoals mdf of spaanplaat. Dit materiaal kan je vaak niet jarenlang gebruiken omdat het makkelijk afbreekt. Denk bijvoorbeeld aan een kast of bijzettafeltje.
Ook bevatten fast furniture producten vaak materialen die aan elkaar verlijmd zijn of vastgeniet. Hierdoor kunnen de verschillende materialen niet of nauwelijks uit elkaar worden gehaald, wat wel nodig is voor recycling.
De meeste banken staan bijvoorbeeld bij het grofvuil zodra de vering is doorgezakt, er vlekken in zitten of iets is afgebroken. Het product kan vaak niet gerepareerd worden waardoor het in z’n geheel bij het afval, en dus in de oven belandt. Een belangrijk punt hierbij is ook dat veel van dit soort producten chemische stoffen bevatten die slecht zijn voor onze gezondheid en die van de aarde. Op waarzitwatin.nl, een website van de overheid, kun je hier meer over lezen.
Het beste is om zo lang mogelijk met je meubels te doen. Of – als je er zelf op uitgekeken bent – ze weg te geven of te verkopen, zodat iemand anders er nog plezier van kan beleven.
Heb je iets nodig kijk dan allereerst of je iets tweedehands kunt kopen. Koop je toch iets nieuws, dan zijn hier een aantal punten waar je op kan letten:
Kortom fast furniture zijn meubels die snel, goedkoop en ver weg gemaakt zijn en die een korte levensduur hebben. Je herkent deze meubels aan goedkope en slechte materialen die je niet kan repareren of vervangen. Als je dit meubilair niet wil aanschaffen kijk dan vooral naar tweedehands opties van goede kwaliteit (die gaan lang mee) en meubels waarvan je de levensduur kan verlengen (door onderdelen te vervangen, te repareren of van een nieuwe stof te voorzien). Lang leve slow furniture!
Vind je dit interessant? In het boek ‘Puur natuurlijk wonen’ van Iris van Asselt geeft ze nog meer tips om te kiezen voor interieurproducten die beter zijn voor je eigen gezondheid en die van de aarde.
Lees ook: Duurzame verf: welke soorten zijn er en waar kan je die vinden?
Als duurzame interieurontwerper bij Studio Duurzaam Wonen creëert Iris van Asselt persoonlijke interieurs met natuurlijke materialen en duurzame producten. Ze woont met haar gezin in een eco-community waar ze hun duurzame huis met tiny footprint zelf hebben gebouwd. Ze inspireert anderen graag met haar manier van leven en daarom schrijft ze voor hetkanWEL blogs over duurzame keuzes in huis.