Morgen is het Duurzame Dinsdag, de dag waarop al 25 jaar een koffer vol met maatschappelijke initiatieven aan de politiek wordt aangeboden om te laten zien wat er speelt in de samenleving. Na 25 jaar kunnen we concluderen dat Duurzame Dinsdag een voorspellend vermogen heeft. Veel van de duurzame trends hadden we kunnen zien aankomen. Daarom blikken we terug met Ineke van Zanten en Rinske van Noortwijk van GreenWish, de organisatie die elk jaar het trendrapport schrijft.
De afgelopen jaren is een groeiende groep koplopers steeds bewuster en duurzamer gaan leven. Het is een trend om auto’s te delen, vaker plantaardig te eten, afval te verminderen, tuinen te vergroenen of minder (of niet) te vliegen. Daarmee zijn ze een voorbeeld voor anderen. Maar wie inspireerde deze koplopers? Vaak waren dat ‘gewone’ mensen, die innovatieve ideeën bedachten om maatschappelijke problemen op te lossen en zich daar met ziel en zaligheid voor inzetten.
Niet van de ene op de andere dag
Aan het realiseren van die ideeën gaat altijd een lang, moeilijk en – voor het grote publiek – onzichtbaar proces vooraf. Soms lijkt het wel alsof er ‘ineens’ een nieuw duurzaam product of dienst oppopt. Je knippert met je ogen en het schap bij de supermarkt ligt overnight vol met vleesvervangers of shampoo bars, maar als je beter onderzoek doet, zie je dat dit niet zo is.
De plasticrevolutie Inmiddels weet iedereen in Nederland dat we verzuipen in plastic. Of je moet echt oogkleppen op hebben natuurlijk. We scheiden het, betalen voor een plastictasje in de winkel en mensen - zoals Elisah Pals van Zero Waste Nederland – helpen mensen om afvalvrij te leven. Door het voor te doen, maar tegelijkertijd ook door beleidsmakers en het bedrijfsleven een spiegel voor te houden. We zitten volop in een tijd waarin het probleem van teveel plastic wordt herkend en op alle fronten wordt gewerkt aan het verminderen ervan. Het Ei van Columbus hebben we hierin nog niet gevonden, maar we zijn op weg. Misschien hadden we verder kunnen zijn, als we beter hadden geluisterd naar ontwikkelingen in de samenleving. Zo’n vijfentwintig jaar geleden begon die plasticrevolutie. In de koffer van Duurzame Dinsdag zaten de eerste initiatieven, die ons bewustzijn rond plastic en verpakkingen zouden gaan veranderen. Een daarvan was de Superrecyclemarkt Rotterdam bijvoorbeeld. Dit project voorzag dat supermarkten hun verpakkingen weer zouden gaan innemen. Nu, 23 jaar later, is dat inderdaad voor een deel al het geval: glas, plastic en blik én hun eigen verpakkingsmateriaal. Ook Caroli Buitenhuis zette met de Tassenbol (2003) een trend om plastic boodschappentassen te delen en te hergebruiken. Er werden uiteindelijk zo’n 80 Tassenbollen geplaatst. Eerst kwamen er alternatieven voor de plastictas op de markt en in 2016 werden gratis plastic tassen verboden. Duurzame Dinsdag kon zien dat de samenleving daar klaar voor was. Rond die tijd kwamen de verpakkingen in de supermarkt aan de beurt. Het bewustzijn rondom verpakkingen was exponentieel gegroeid. Initiatieven zijn er inmiddels veel. Nu is de overheid aan zet om te leren uit de ervaringen, de initiatieven te versterken en de regelgeving aan te scherpen.
Maatschappelijke initiatiefnemers leven de toekomst voor
Achter elke duurzame ontwikkeling zit bloed, zweet en tranen van de initiatiefnemer(s). Denk aan de eerste vegans. In het begin werden ze uitgemaakt voor geitenwollensok, een beetje lacherig aan de kant gezet of zelfs negatief benaderd. Lange tijd waren ze een soort roepende in de woestijn, maar ze brachten een specifiek thema net zo lang onder de aandacht tot het ergens landde. Mensen gingen meedoen. Rinske: “En dat is precies de waarde van maatschappelijke initiatieven. Ze leven de toekomst voor en helpen ons deze nieuwe levensstijl eigen te maken.”
Een einde aan voedselverspilling Ruim tien jaar geleden deed Kromkommer mee aan Duurzame Dinsdag. De initiatiefnemers vroegen zich af waarom we fruit en groenten met een vlekje of een afwijkend formaat niet gewoon kunnen eten. Ze stopten het idee om soep te maken van deze groenten, in de koffer van Duurzame Dinsdag en ze kregen een vliegende start. Niet lang daarna namen supermarkten hun idee over. Ook zij gingen kromme groenten en fruit verkopen. Kromkommer stopte met soep maken, maar richtte zich op educatie. Sinds 2021 zijn kromme groente en fruit onderdeel van het EU-schoolfruitprogramma. Kromkommer was aanjager voor een nieuw bewustzijn rond voedselverspilling. En ook dit jaar zitten er verschillende initiatieven in de koffer van Duurzame Dinsdag zoals: Orbisk, Horeca Food waste Challenge, ‘Buitenbeentjes’ in het onderwijs, Bierborstel als ingrediënt. Maar er zijn er nog veel meer. De samenleving laat zien dat voedselverspilling echt niet meer kan, en dat er draagvlak is om bijvoorbeeld buitenbeentjes te kopen of aanpassingen in de tenminste houdbaar tot vermelding op verpakkingen.
Je kunt trends zien aankomen
Toch kun je – als je naar initiatieven uit de samenleving kijkt – bepaalde trends wel zien aankomen. Ineke: “Dat is belangrijk, want als de samenleving ermee bezig is mag je verwachten dat er draagvlak voor is. Deze trends worden alleen pas groot en ‘normaal’ als de overheid ze omarmt en helpt ontwikkelen. Dus, hoe sneller de overheid deze initiatieven identificeert, hoe sneller ze ontwikkeld kunnen worden. Daarom verdienen gamechangers echt aandacht.” En die krijgen ze tijdens Duurzame Dinsdag.
In het trendrapport dat op 5 september wordt gelanceerd, staat het mooi verwoord: “eigenlijk zie je pas goed hoe initiatieven de toekomst voorspellen, als je achteromkijkt.” Je kan dus over veel onderwerpen zeggen: “dat hadden we wel kunnen zien aankomen.” Denk aan duurzame energieopwekking in je huis, de circulaire economie, de plasticrevolutie, een nieuw water-bewustzijn, autodelen, bouwen met biobased materialen, voedselcoöperaties, regeneratieve landbouw, kledingruil, inclusiviteit op de werkvloer en ga zo maar door. De eerste ideeën over deze ontwikkelingen, kondigden een nieuwe koers aan, maar werden vaak nog niet (h)erkend op dat moment. Als we daar beter in worden, kunnen we duurzame ontwikkeling helpen versnellen.
De geschiedenis van het autodelen In 1997 zagen we het eerste initiatief voor autodelen: Autodate. De Autodate campagne wees mensen op de mogelijkheid om autobezit en autogebruik los te koppelen. Daarna volgden er meer; SnappCar zat in 2012 in de Koffer van Duurzame Dinsdag en was toen een van de prijswinnaars met hun concept, waarbij particulieren hun eigen auto’s delen. In 2023 staat bij 90% van alle Nederlanders een van de 10.000 SnappCars in de buurt. Ieder individueel initiatief moest het gevecht aangaan met de eigen gemeente, om parkeerplekken en later ook laadplekken te reserveren, en met verzekeraars om de verzekeringen te regelen. Het waren lange en frustrerende trajecten, maar ze baanden de weg voor anderen, zoals Buurauto Coöperatie Auto Mobigo MeerDelen en Wheelshare Autodelen is nog lang geen gemeengoed, maar initiatieven laten zien dat dat straks gewoner gaat worden. Een belangrijk signaal voor de overheid om deze ontwikkeling te helpen versnellen.
Een trendrapport
Ineke en Rinske maken daarom jaarlijks een trendrapport van maatschappelijk initiatieven voor Duurzame Dinsdag. Ook van de 25e editie duiden zij trends uit initiatieven. Ineke: “Je ziet in 25 jaar bepaalde ontwikkelingen waarvan je weet: dit waait niet over, dit is een blijvertje, dit kan de nieuwe norm worden. Dat noemen we trend. Maar zelfs initiatieven die 25 jaar geleden zijn gestart, zijn er nu nog niet. Ook al wordt de maatschappelijke relevantie alleen maar groter. De overheid heeft hierin een belangrijke rol en kan aan de initiatieven uit de samenleving zien dat er draagvlak is voor maatregelen.”
Het belang van zichtbaarheid
Duurzame Dinsdag maakte in de afgelopen 25 jaar vele duizenden initiatieven zichtbaar. Deze ideeën en initiatieven laten zien dat de samenleving vooruit wil en (ongevraagd!) uiterst creatief en actief aan het werk is voor een duurzamer wereld. “Na 25 jaar kunnen we zeggen: maatschappelijke initiatieven hebben op vrijwel alle grote vraagstukken puzzelstukjes voor de antwoorden. Ze hebben toekomst voorspellende waarde, de inzenders zijn hun tijd vaak vooruit.”
Het versterken van de biodiversiteit Voedselbossen zijn vandaag de dag ongelofelijk populair, maar zo’n vijftien jaar geleden waren de reacties op dit soort initiatieven kritisch. Wat zou het opbrengen? Het voedselbos Ketelbroek, dat in 2009 startte bij Groesbeek, bereidde de weg misschien wel voor veel anderen voor. Na een eerste project werd duidelijk wat een voedselbos opleverde en dat was meer dan iedereen verwachtte. Mensen raakten geïnspireerd en nieuwe vormen en soorten werden ontwikkeld. We kwamen er achter dat voedselbossen een belangrijke bijdrage hebben aan biodiversiteit. Er kwamen Voedselbosopleidingen, voedselbosontwerpers, Tuiny Forests (kleine voedselbosjes voor in particuliere tuinen) en voedselboscoöperaties, zoals de Waalgaard. Inmiddels zijn er naast de honderden kleine voedselbos-initiatieven ook boeren die een voedselbos van minstens vijf hectare ‘ernaast’ begonnen zijn. Er is een Greendeal Voedselbossen en er zijn landelijke doelstellingen en subsidieregelingen voor de aanleg van voedselbossen. Een mooi voorbeeld hoe initiatieven de weg hebben voorbereid voor een ander soort landbouw.
Het wegnemen van belemmeringen
De belemmeringen waar initiatiefnemers tegenaan lopen zijn alleen in 25 jaar niet wezenlijk veranderd. De belangrijkste belemmering is en blijft het vinden van passende financiering. De volgende meest genoemde belemmering is het vinden van samenwerking met de overheid. En ook wordt er door de jaren heen gevraagd naar betere zichtbaarheid. En daar kunnen we allemaal aan bijdragen; door alle mooi en positieve initiatieven die we om ons heen zien te delen via social media. Want ook bij hetkanWEL pakken wij initiatieven op die manier op.
Benieuwd naar de trends van 2023? Lees dan het trendrapport van Duurzame Dinsdag dat morgen verschijnt. En welke trends kunnen we volgens jou nu verwachten? We zijn benieuwd naar jouw ideeën.
Het trendrapport van Duurzame Dinsdag is gemaakt in opdracht van het Impulsprogramma Duurzaam Initiatief van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat en het programma Jong Leren Eten van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.