Door het jaar heen ben ik het braafste duurzaamheidsmeisje van de klas. Recyclen, vegan eten en alles naar de repair shop. Maar op vakantie maakt ik er een potje van. Hoe komt dat toch? En is daar iets aan doen?
“Attention!” gilt een Franse mevrouw. Mijn oudste kind rijdt haar bijna omver met een winkelwagentje. Omdat de jongste me gek zeurt over een paar badslippers, heb ik niet door dat de oudste is gaan racen. “Desolé” mompel ik tegen de mevrouw en roep mijn kinderen tot de orde. Met bonkend hoofd scharrel ik snel wat eten bij elkaar, voor de situatie weer ontspoort.
Terug in de stacaravan pakken we de boodschappen uit. Shit! In mijn haast heb ik boontjes meegenomen uit Kenia. De sinaasappels komen uit Zimbabwe. En waarom zijn die kikkererwten uit China geïmporteerd? Thuis doe ik dit allemaal zo goed, met een lokaal groentepakket en weloverwogen keuzes. Maar op vakantie grijp ik links en rechts naar producten, voordat mijn kinderen de tent afbreken.
‘Ver-van-lokale aankopen in de Franse hypermarché’ is helaas niet mijn enige vakantiezonde. Voedselverspilling ligt ook op de loer. De uitzet van de stacaravan kent geen bewaarbakjes. En de pan ratatouille die wél in de koelkast belandt, verpietert. Want ja … je bent met z’n allen op pad, iedereen is hangry, niemand heeft zin in oude ratatouille en kijk daar staat een pizzawagen langs de weg.
Van al het verspilde eten op vakantie scoort brood het hoogst. Natuurlijk is het leuk iedere dag een andere bakker te proberen. Nadeel: de keiharde stokken en blokken stapelen zich op en aan het einde van de vakantie gooien we alles weg. Thuis had ik er croutons van gemaakt. Of een (vegan) bread & butter puding. Maar wie zet de oven aan, als het 40 graden is?
Schuldgevoel heb ik ook over mijn zwak voor lokale specialiteiten. In Nederland eet ik zoveel mogelijk plantaardig en altijd vegetarisch. Op vakantie gaan de principes overboord en slobber ik graag een Bretons oestertje weg. Of ik zwicht voor een broodje Noorse garnalen. Mij zie je heus geen blikken foie gras weglepelen – er zijn grenzen – maar toch.
Mijn klimaatonvriendelijke gedrag beperkt zich overigens niet tot eten. Probeer ik door het jaar heen zo min mogelijk spullen aan te schaffen, in het buitenland doe ik de ene na de andere noodaankoop. Zwempak vergeten? Hup een nieuwe bikini. Kapotte bergschoenen? Dan zoek ik geen repair shop, maar koop precies dezelfde schoenen nog een keer. Als ik morgen die berg wil beklimmen, ga ik niet drie dagen wachten tot mijn schoenen klaar zijn.
Lees ook:
Waarom is duurzaam leven op vakantie zo moeilijk? Waarschijnlijk omdat een duurzamer leven gepaard gaat met plannen (bijvoorbeeld eten meenemen in plaats van voorverpakte sandwich kopen) en het volharden in gewoontes (fiets in plaats van auto). Op vakantie leef je meer spontaan en in een totaal andere omgeving. Het is daarom lastiger vooruit te kijken en duurzame gewoontes vol te houden. Daarnaast ben ik op vakantie ook makkelijker. “Het was een pittig jaar”, denk ik dan, “en nu mag ik pasta vongole”.
Wil ik hier iets aan doen? Ja, ik zou beter kunnen plannen. Zo kunnen we afval en voedselverspilling op vakantie verminderen. Maar ook nee. Want wil ik echt door zestien hoepels springen om op vakantie net zo duurzaam te zijn als thuis? Dit is voor mij zo stressvol, dat ik hiermee voorbij zou gaan aan het doel (ontspannen, opladen) van vakantie. Daarom probeer ik duurzaam vakantie vieren voor nu als proces te zien. Ieder jaar worden we bewuster van onze voetafdruk en daarmee duurzamer. Dus wie weet zit die zero waste vakantie op Schiermonnikoog er nog wel in. Met een lokale zeewiersalade ben ik zo over de brug.
Wat zijn jouw ervaringen als je op vakantie bent? Kan je dan duurzaam leven? Laat het ons weten en deel vooral ook je tips door hieronder een reactie te plaatsen.
Maartje Krabbe is jurist en wetenschapper op het gebied van mensenrechten. Ze is vega sinds 1986 en draagt haar kleren tot de laatste draad. Maar het kan altijd beter. Bij hetkanWEL deelt ze verhalen over haar zoektocht naar een duurzamer leven.