Geplaats door Wyke Potjer woensdag 28 mei 2025 Duurzaam body & mind

Waarom het goed voor ons is om wat vaker buiten te zijn

We brengen gemiddeld 80% van onze tijd binnen door. De New York Times schreef er in 2018 al een artikel over met als titel The indoor generation. En eerlijk gezegd, verbaast het me niks, want gemiddeld genomen rollen we van ons huis (binnen) via onze auto (binnen) naar ons kantoor (ook binnen). Of we werken thuis en komen op die dagen überhaupt niet buiten, ware het niet dat de hond uitgelaten moet worden en er een kind naar voetbal gebracht moet worden (bijvoorbeeld).

Bovenste foto is van fotograaf Marie van der Heijden

Ook ik betrap mezelf er geregeld op dat ik binnen aan de computer vast geplakt zit en ondanks al mijn goede voornemens en het lonkende mooie weer van die dag nauwelijks een stap buiten zet. Toch zou ik daar prioriteit van moeten maken op mijn to-do lijstje en mezelf wat vaker moeten uitlaten. Dit is waarom.

Binnen is de lucht minder schoon

Kort gezegd is binnen zitten niet per se gezond voor je. Het wordt door sommigen zelfs in het rijtje gezet van roken, ongezond eten en zitten (want ook dat is slecht voor je en doen we meestal binnen). Dat binnen zitten niet gezond voor je is, heeft alles te maken met de luchtkwaliteit in huis, kantoor of op school. In principe is de lucht binnen dezelfde als buiten, maar daar komen nog extra factoren bij.

Zo koken we binnen, branden we kaarsen, drogen we de was en douchen we. Dit kan dan weer leiden tot schimmel en fijnstof in huis wat symptomen van astma of bijvoorbeeld COPD kan versterken. De lucht binnen kan hierdoor tot wel vijf keer zo vervuild zijn als de buitenlucht, schrijft de New York Times, terwijl 1 Vandaag (2017) het zelfs over 10 keer heeft. Uit recent onderzoek van de University van Birmingham bleek zelfs dat in sommige gevallen de hoeveelheid fijnstof in huis boven de limiet van de WHO (World Health Organisation) lag. Kortom: wie frisse lucht wil, moet naar buiten. Het is niet voor niks zo dat we zo heerlijk slapen na een dagje buiten.

Daglicht is goed voor je

Wat ook een rol speelt, is het gebrek aan daglicht als je de hele dag binnen zit. We zijn van buitenmensen geëvolueerd tot mensen die overdag grotendeels binnen in de schemer zitten. De Duitse Til Roenneberg kwam er na een enquête onder duizend respondenten achter dat werknemers gedurende een gemiddelde werkdag maar 15 minuten buiten zijn. Dit heeft invloed op de hersenfunctie, slaapkwaliteit, stemming en productiviteit.

Als je te veel tijd in de schemering doorbrengt, weet het lichaam niet meer wanneer het nou dag of nacht is. Het helpt dan niet dat we – als het buiten donker is – de hele tijd in het licht zitten van lampen of telefoons, computers en tablets. Kort samengevat leven we daarmee tegen de natuur in: overdag als het licht is zitten we binnen in de schemer en ’s avonds als het donker wordt baden we in het licht. Daarvan raakt ons bioritme in te war, waardoor we slechter slapen, onze hersenfunctie achteruit gaat en onze gezondheid in het algemeen ook. Zoveel invloed heeft dat dus.

Betere concentratie, meer energie

De Amerikaanse journaliste Florence Williams schreef een boek over de voordelen van het buiten zijn: The nature fix: why nature makes us happier, healthier and more creative. Toen ze van de stad Boulder (Colarado, USA) in de bergen naar het hectische Washington DC verhuisde, merkte ze dat ze meer moeite had om uit bed te komen, zich slechter kon concentreren en minder goed beslissingen kon nemen. “I felt disoriented, overwhelmed and depressed,” schreef ze.

De voordelen van meer buiten zijn, zijn legio. Zo stelde de Japanse dokter Qing Li al dat het regelmatig ‘bosbaden’ je meer energie geven en je creativiteit en concentratie stimuleren. Ook uit onderzoek van de Universiteit van Melbourne blijkt dat groen je concentratie verhoogt en de Universiteit van Californië stelde al in 2002 al dat groen de genezing van patiënten bevordert. En groen? Dat vind je over het algemeen buiten (al kan je binnen natuurlijk ook een groene oase creëren).

Meer naar buiten: hoe dan? 

De Wageningen University en Staatsbosbeheer deden een paar jaar geleden in samenwerking met Bever onderzoek naar het buiten zijn. Daaruit bleek dat twee derde van de Nederlanders meer buiten wil zijn, maar als excuus wordt vaak aangegeven dat we te druk zijn. Iets dat ik maar al te goed herken. Dus hoe gaan we dit aanpakken om vaker een frisse neus te halen?

Enige tips:

  • Maak er een gewoonte van om na elke maaltijd even een wandelingetje te maken, ook als het regent. Op die manier ben je al drie keer per dag buiten.
  • Neem je thee of koffie mee naar buiten om er daar van te genieten.
  • Ga met het openbaar vervoer naar je werk en neem de fiets naar het centraal station: dan ben je al meer buiten dan als je met de auto reist. En het is beter voor het milieu.
  • Ga buiten sporten in plaats van binnen in de sportschool: joggen, fietsen, wandelen, skeeleren (of schaatsen in de winter), golf, tennis. Er zijn opties zat.
  • Neem een hond: die dwingt je om in ieder geval drie keer per dag de deur uit te gaan. Maar als je dan niet wilt: laat dan jezelf gewoon regelmatig uit (zet je alarm).
  • Ga kamperen: dan ben je al veel meer buiten dan als je in een huisje of hotel zit tijdens je vakantie of weekendje weg.
  • Begin een moestuin of maak je tuin of balkon groen: goed voor het milieu en het dwingt je regelmatig buiten te zijn om de tuin te onderhouden (en te kijken wat al bloeit).
  • Plan quality time met je vrienden buiten: van een picknick in het park tot een barbecue of een wandeling, fietstocht of kanotocht: heerlijk.
  • Wordt vrijwilliger op een regeneratieve boerderij bij jou in de buurt, zoals die van Lenteland: dan ben je sowieso buiten bezig.

Het jij nog tips? Laat het ons vooral weten door een reactie achter te laten.

Over de schrijver

Wyke Potjer

Wyke Potjer is content manager van hetkanWEL. Ze heeft journalistiek gestudeerd en werkt sindsdien fulltime voor landelijke radio, televisie, print en online media. Ze is vegan, heeft geen auto, probeert plastic uit haar leven te bannen en biologisch te eten. Naast haar freelance bestaan als journalist geeft ze yogales (vinyasa en yin).