Een eigen huis bouwen zonder enige ervaring is al niet eenvoudig, laat staan een heel zelfbouw appartementencomplex. Toch is dat precies wat Mireille Capiau samen met Daniël Bakker gedaan heeft. Sinds een jaar wonen ze met 26 huishoudens in het duurzame pand Wij_Land op IJburg in Amsterdam. “Er zijn genoeg momenten geweest dat het niet door dreigde te gaan,” vertelt Mireille tijdens een rondleiding door het complex.
Het kersverse Centrumeiland in IJburg (Amsterdam) is nog verre van af. Tussen de voltooide panden kieren nog gaten van plekken waar nog gebouwd moet worden. Er liggen nog hopen zand en de bekende rood-witte afzettingen kleuren het straatbeeld. Toch worden er al panden bewoond, waaronder Wij_Land. En hoewel het pand nog niet helemaal officieel opgeleverd is en de bewoners gezamenlijk nog de gemeenschappelijke ruimtes aan het afbouwen zijn, woont iedereen er inmiddels een jaar. En dat wordt natuurlijk gevierd.
Samen met Mireille loop ik langs de galerijen aan de achterkant naar boven. Op de begane grond is onder de planten een regenwateropvang weggewerkt. Het is de bedoeling dat het groen zich na verloop van tijd langs het ijzer omhoog slingert. Op de bovenste verdieping bevindt zich op het dakterras een gemeenschappelijke moestuin en een kas. We lopen over de galerij naar haar appartement, dat ingericht is met veel hout en groen. “Ik zou mijn eigen woning nu niet meer kunnen betalen,” zegt Mireille, terwijl ze thee zet. “Maar doordat wij zeven jaar geleden met een kleine groep zijn gestart en het financiële risico al die tijd zelf hebben gedragen en invloed hadden op uitgaven, budgetten en kosten – zonder tussenkomst van een projectontwikkelaar- is het voor mij betaalbaar gebleven.
Een duurzaam appartementencomplex
Het idee voor Wij_Land begon zes jaar geleden. Mireille wilde op óf dicht bij het water wonen, in Amsterdam, samen met leuke mensen en dan ook graag betaalbaar. “Het idee ontstond om met een collega en een vriendin een soort tweede Schoonschip te bouwen, maar toen ik de gemeente belde kreeg ik te horen dat ze voorlopig geen waterkavels meer uitgaven. Wel zou er een nieuw zelfbouw eiland op IJburg komen. Dat was niet op het water, maar wel heel dichtbij.”
Mireille besloot de architect van Schoonschip, Space&Matter, te bellen om te vragen hoe je dat aanpakt, zo’n duurzaam zelfbouwproject. En vooral, hoe je aan een groep potentiële bewoners komt, want die heb je wel nodig om het van de grond te tillen. Wat volgde was een bijeenkomst van zo’n 30 geïnteresseerden die ook contact hadden gezocht met de architect. Daar ontmoette Mireille ook Daniël, de andere kartrekker van Wij_Land.
Een kavel op Centrumeiland
En toen kwam de kavel vrij op centrumeiland in IJburg. “We hebben onze groep in tweeën gedeeld om dubbele kans te maken op die kavel. De groep van Daniël heette Wij_burg en mijn groep heette Wij_Land. Dat werd nog een heel traject. Eerst checken ze allerlei zaken: of je geen projectontwikkelaar of andere professionele partij bent bijvoorbeeld, want die schrijven zich soms blijkbaar ook in voor dit soort zelfbouwkavels en dat mag niet; een CPO (Collectief Particulier Opdrachtgever) is echt alleen voor particulieren. Daarna moesten we op gesprek komen en dan krijg je een interview, wat wel iets weg heeft van een kruisverhoor. Echt, dat was niet gezellig. En vervolgens mochten we meedoen aan de loting en kwamen we met Wij_Land bij de laatste 5 lootjes terecht.”
Ineens ging het snel. “Ik weet nog dat ik dacht: ‘Shit, straks word ik het echt’, terwijl ik eigenlijk nog gewoon als journalist nog aan het researchen was. De rest van de groep schrok ook, want veel van hen hadden nog helemaal niet duidelijk voor ogen wat ze wilden. Maar als je zo’n unieke kans krijgt in Amsterdam, moet je wel meteen beslissen en dus ben ik met een klein groepje een plan gaan opstellen voor Wij_Land.”
Sociale insteek bij zelfbouwproject
Uitgangspunt bij dit zelfbouwplan was niet duurzaamheid, want dat vond Mireille een gegeven, maar het sociale aspect. En dus kwam er een plan waarin gedeelde ruimtes centraal stonden zodat je kleiner (en goedkoper) kan wonen en kan ontspullen. “In die gedeelde ruimtes kan je een feestje of etentje geven of mensen kunnen er logeren,” legt Mireille uit. “Daarnaast delen we ook veel spullen, zoals gereedschap en auto’s: dat is duurzamer en ook goedkoper.”
Er waren dingen die wel konden en dingen die niet konden. “We zijn met de groep heel erg gaan plussen en minnen en nadenken over wat haalbaar is én onderhoudsarm. Want ook onderhoud heeft impact op het klimaat in de vorm van hoogwerkers en vrachtwagens die jaarlijks langs moeten komen om te boel te schilderen of impregneren, zoals bij hout,” legt Mireille uit. “We wilden daarom kiezen voor een passief, energiezuinig en vooral onderhoudsarm gebouw en zijn vanuit die gedachte gaan kijken naar waar we duurzame materialen kunnen gebruiken.”
Grijs water
Ook het idee om met grijs water de wc door te spoelen en eventueel een was te draaien, sneuvelde gaandeweg. “Daarvoor blijk je een heel groot buizensysteem nodig te hebben waardoor je restjes regenwater met machines omhoog kan pompen,” legt Mireille uit. “Dat gaat natuurlijk nergens over en daarbij hebben we hier ook niet genoeg regenwater om alle bewoners van een groot gebouw als Wij_Land van water te voorzien. We hebben nu net genoeg om de planten water te geven.” En dus kwam er alleen een systeem om water te bufferen en overtollig regenwater eerst te gebruiken voor de planten en het groen.
“We hebben veel discussies gevoerd over dit soort onderwerpen. Want wat is nou duurzaam? En voor onderhoudsarm is ook wat te zeggen. Zo hebben we gekozen voor hout aan de binnenkant van het pand, maar voor beton – en waar mogelijk gerecycled beton – aan de buitenkant waar de wind altijd op staat. Daar kan dan weer mos op groeien, dat maakt voor de constructie niet uit en deze materialen gaan lang mee, verouderen mooi en zijn onderhoudsarm”
Het ging bijna niet door
Mireille heeft zes jaar gemiddeld minimaal 20 uur per week aan dit zelfbouwproject gewerkt. “En toen kwam corona er overheen en de oorlog in Oekraïne en kregen we met inflatie te maken, personeelstekort in de bouw en steeds duurder wordende en schaarse materialen.” Er zijn verschillende momenten geweest dat het project niet door dreigde te gaan. “Zo dachten we eerst nog op 1 april of 1 mei 2020 te kunnen beginnen met de bouw, maar toen was op 12 maart die eerste persconferentie over corona en toen durfde niemand meer te bewegen. Mensen stapten uit het project en daardoor waren ineens bijna de helft van de appartementen onverkocht.”
Dat de groep tijdig weer compleet zou worden en alle woningen zouden worden verkocht, daar had Mireille wel vertrouwen in, maar dat was niet genoeg voor de gemeente en het afbouwgarantiefonds. Die willen logischerwijs zekerheid. “Als zelfbouwer moet je 100% van de woningen verkocht hebben, terwijl een projectontwikkelaar mag beginnen met bouwen als er 70% verkocht is,” legt Mireille uit. “Zij hebben een grotere financiële buffer en zelfbouwers moeten alles uit eigen zak voorschieten.” Onze aannemer wilde het risico wel nemen en deels garant staan, maar dat mocht niet omdat we dan een commercieel product werden, waarbij niet meer alleen de zelfbouwers zeggenschap hebben.”
Omdat er een lockdown was, konden Mireille en Daniël geen nieuwe mensen ontmoeten en enthousiasmeren voor het project. “Toen dacht ik echt: dit gaat niet meer lukken. Maar al ons geld zat erin: van de architect, de aannemer, mijn eigen geld… De handdoek in de ring gooien was geen optie.” Maar het tij keerde weer. “Toen de lockdown langer ging duren, dachten mensen toch: als dit nog jaren zo doorgaat, heb ik een beter huis nodig en een community. Dus toen hebben we toch snel nieuwe bewoners gevonden die onze waarden van Delen, Diversiteit en Duurzaamheid deelden en werden de huizen alsnog in kort tijd verkocht.”
In het najaar van 2020 ging de bouw uiteindelijk van start en twee jaar later trokken de bewoners erin. “We zijn met ons zelfbouwproject inmiddels een mini-samenleving geworden en zie je dat wat Daniël en ik hadden bedacht in de praktijk werkt. Mensen helpen elkaar, we drinken eens een borreltje, werken samen in de tuin, halen een boodschap als iemand ziek is, lenen elkaar gereedschap of helpen met sjouwen. Samen, maar toch individueel samenleven. We zijn heel trots dat het is gelukt.”
De foto’s zijn van Marcel van der Burg, behalve de twee portretfoto’s van Mireille achter: die zijn van Daniël Haazebroek.