Een werkweek van 15 uur. Zou dat kunnen?


In 1930 voorspelde de econoom John Maynard Keynes dat we in 2030 allemaal 15 uur per week zouden werken. 15 uur lijkt me wat aan de lage kant (om in 8 jaar voor elkaar te krijgen) maar minder werken gaan we zeker doen. En waarom ook niet. Al die uren die we investeren in ons werk, zijn namelijk helemaal niet zo effectief. En is het streven naar maximale productiviteit op je werk eigenlijk niet hopeloos ouderwets?

Parttime werken zorgt ervoor dat we effectiever zijn. Hoeveel uren dat dan moeten zijn, hangt af van heel veel verschillende factoren. Je persoonlijke situatie, je leeftijd, je fysieke en mentale gezondheid en nog veel meer. Toch werken veel mensen nog steeds fulltime, omdat parttime werken niet kan, of omdat ze het geld nodig hebben om hun hypotheek, de studie van de kinderen of iets anders te betalen. Onze hele economie is ingesteld op groei en consumptie en daar worden we allemaal in meegenomen. Maar is het niet gek dat we nog steeds mensen aansturen op basis van hun ‘aanwezigheid’ op werk en niet op wat de uiteindelijke output is?  

Twee uur volle focus?

Als ik ’s avonds mijn computer uitzet, kijk ik naar mijn rommelige to do lijst en vraag ik me altijd af hoeveel output is zelf eigenlijk had. In de ochtend begin ik altijd voortvarend. De eerste drie actiepunten zijn doorgestreept, maar in de acht uur daarna gaat het ergens mis door de constante stroom aan mailtjes, appjes en telefoontjes, vragen van mijn kinderen, een hond die even uit moest en het feit dat er niets te eten lag in de ijskast. Ook al heb ik vaak het idee dat ik best veel heb gedaan, bekruipt me altijd het gevoel dat ik – met volle focus – niet beter mijn to do lijst in twee uur kunnen afwerken om daarna wat anders te doen.

Constant afgeleid

Het wordt ook uit onderzoek steeds duidelijker dat meer uren werken op een dag niet altijd extra productiviteit oplevert. Op een gewone werkdag ben je drie tot vier uur echt productief. De piek in je alertheid ligt dan rond het middaguur. Naarmate de dag vordert, neemt je alertheid af. De ochtend is dus essentieel om meters te maken. De uitkomsten van zo’n onderzoek variëren natuurlijk per baan. Als je in een callcenter twee uur langer klantvragen beantwoordt, dan ben je gewoon twee uur langer productief (maar misschien wel volledig uitgeput aan het einde van een dag), maar als schrijver of vergelijkbare beroepen kun je soms drie uur lang naar een leeg scherm staren, of je hopeloos verliezen in het onderzoeken van een onderwerp.

Werk en privé lopen door elkaar heen

En terwijl we dat weten, werken we nog steeds lange dagen. In Nederland werken binnen de beroepsbevolking vrouwen gemiddeld 26 uur en mannen 36 uur per week. Misschien wel een stuk minder dan vroeger en flexibeler, helemaal nu we veel meer hybride werken, maar het blijven behoorlijk wat uren, waarbij werk en privé steeds meer door elkaar heen lopen. Wat waarschijnlijk ook niet echt goed is voor de productiviteit, maar daar komen we bij het volgende onderwerp? Waarom zo productief? Waarschijnlijk alleen om ons economische systeem met bijbehorende consumptieniveau in stand te houden.

Productief werken is hopeloos ouderwets

Vanuit de gedachte van groei, moeten we de hele dag productief zijn, maar is die gedachte niet hopeloos ouderwets? Een computer of telefoon is toch al de hele dag productief? Gaat het er niet om dat wij – mensen – op bepaalde momenten pieken en daarmee ervoor zorgen dat je ideeën kunt realiseren, plannen maakt en daadwerkelijk iets bijdraagt aan onze samenleving? Waarbij je juist gebruik maakt van die pieken en dalen in je alertheid nodig om uiteindelijk je doelen te behalen? En of je dat nou doet in drie uur of in 30 minuten zou niet zo veel moeten uitmaken. Met de kanttekening dat dit natuurlijk niet voor alle beroepen geldt. Een machinist van een trein moet natuurlijk gewoon van A naar B. Net als een kapper, die niet halverwege het knippen kan zeggen, dat ze het zo wel goed vindt. Toch denk ik, dat het iets is om over na te denken. Voor de komende jaren, om uiteindelijk op die 15 uur uit te komen.

Nu is het al mooi om te zien dat er zo veel initiatieven zijn om de werkweek in elk geval een beetje te reduceren, waarvan we er een aantal voor je op een rij zetten.

Een vierdaagse werkweek

Uit Brits onderzoek blijkt dat een standaard 4-daagse werkweek zorgt voor productiviteit, maar ook voor werknemerstevredenheid en -geluk. In IJsland hebben ze dat ook geconcludeerd. Daar is de vierdaagse werkweek nu standaard en een overweldigend succes. De Nationale overheid en de gemeenteraad van de hoofdstad Reykjavik deden tussen 2015 en 2019 onderzoek onder 2.500 IJslanders en het bleek dat de productiviteit van mensen die 40 uur werkten en mensen die 36 uur hetzelfde was. Hierdoor hadden de vakbonden munitie om de cao’s opnieuw te onderhandelen, waardoor 86% van de IJslanders recht hebben op een kortere werkweek, waarbij ze evenveel betaald krijgen. En vooral dat laatste is natuurlijk voor veel mensen een reden om juist niet minder te werken.

Een verplichte vrije dag

Het Australische bedrijf Versa heeft een andere aanpak. Zij geven hun werknemers een verplichte vrije dag op woensdag. Betaald nog wel. Het begon als een test. De directie wilde kijken wat deze dag deed met de productiviteit van de werknemers. Op woensdag konden ze uitrusten, bijtanken en tijd investeren in hobby’s, projecten of hun gezin. Donderdag kwam iedereen weer uitgerust op werk, alsof het weekend was geweest. En het werd een succes. De medewerkers waren tevreden, er was minder verloop en daardoor waren ook klanten tevreden en zo werd het uiteindelijk beleid van dit bedrijf.

Een driedaagse werkweek


Uit onderzoek van het Melbourne Institute of Applied Economics and Social Research blijkt dat mensen boven de 40 het beste presteren met een werkweek van drie dagen. Dus een volledige werkweek is helemaal niet nodig. Aan het onderzoek deden 3.500 vrouwen en 3.000 mannen mee. Zij voerden cognitieve tests uit, zoals het matchen van letters en cijfers onder tijdsdruk, hardop voorlezen, en nummerreeksen achterwaarts oplezen. De onderzoekers analyseerden de cijfers en legden relaties met verschillende factoren, zoals levenskwaliteit, gezinsstructuur, economisch welzijn en dienstverband en ze ontdekten dat mensen met een gemiddelde werkweek van 25 uur het beste presteerden.

Een ‘4 hour workweek’


In het boek ‘4 hour workweek’ wordt werken gereduceerd naar 4 uur per week. Toen ik het las, werkte ik zelf lange dagen, dus het idee sprak me aan. Ik kan in 4 uur niet eens een artikel schrijven, dus het is een utopie (en eigenlijk vind ik werken veel te leuk om het maar 4 uur per week te doen), maar het inspireerde me om na te denken over de invulling van mijn werkdag. Na het lezen van het boek ging ik vaker even iets anders doen, als ik vastliep met schrijven of plannen maken, om het daarna weer op te pakken. Het boek was een mooie wakeup call.

Veel werkplezier vandaag! En laat me weten wat je vindt: is het achterhaald om alleen maar te kijken naar het aantal uren dat iemand werkt?

Over de schrijver