Voedselbossen zijn populairder dan ooit. Tien jaar geleden had nog niemand van dit fenomeen gehoord, maar nu zijn er tientallen voedselbossen in Nederland en wil het kabinet zelfs dat er de komende jaren duizend hectare aan voedselbossen wordt aangelegd. De stijgende populariteit heeft te maken met onze zoektocht naar natuurinclusieve manieren van landbouw, maar ook met de groeiende wens van veel mensen om lokaal, seizoensgebonden en minder milieubelastend te eten. En dus zetten we kruiden in de vensterbank, leggen we moestuinen aan, gaan we wildplukken en is er nu ook de mogelijkheid om een mini voedselbosje in je eigen tuin te planten, vanaf 4 m².
In een doorsnee bos in Nederland is voor mensen weinig te eten te vinden. Tuurlijk, je komt er vlierbessen, bosbessen en bramen tegen. Of, in deze tijd van het jaar, tamme kastanjes, beukennootjes en paddenstoelen. Maar het is niet genoeg voor een uitgebalanceerd dieet. Een voedselbos wordt aangelegd volgens de principes van een natuurlijk bos, maar dan met bomen, struiken en planten die voedsel produceren zonder dat er veel onderhoud gepleegd hoeft te worden. Of, zoals Wouter van Eck (voorzitter van de Stichting Voedselbosbouw) zegt: “Een goed aangelegd voedselbos moet je vooral met rust laten. Een boswachter moet letterlijk wachten.”
Verschillende lagen
We ontmoetten Wouter vorige jaar toen we voor ons boek op een mooie zomerdag al proevend van planten, bloemen, zaden en bessen door Ketelbroek in Groesbeek wandelde. Dit is het oudste voedselbos van Nederland en het wordt daarom ook wel hét voedselbos genoemd. Wouter leerde ons dat een goed voedselbos opgebouwd is uit verschillende lagen of niveaus. Zo werk je met hoogstam bomen, zoals de walnoot, en laagstam bomen, zoals de vlierbes. Daaronder vind je struiken, zoals de bramenstruik, en weer daaronder groeien kruiden en eetbare planten. Dan zijn er nog de bodembedekkers, zoals eetbare bosaardbeien of kruiptijm, en onder de grond vind je de knollen, zoals aardperen of pastinaak. Tot slot zijn er ook nog de klimplanten, die zich een weg omhoog slingeren, zoals de druif of de Japanse wijnbes.
Deze lagen moet je volgens een zorgvuldig uitgedacht systeem opbouwen. Hoge bomen vangen veel wind en kunnen zo een haag vormen om andere planten juist in het volle zonnetje te zetten en zo te voorzien van een behaaglijk microklimaat. Op die manier kunnen abrikozen of amandelen zelfs in een Nederlandse kwakkelzomer nog genoeg warmte krijgen. Tegelijkertijd bieden de bomen ook schaduw voor de planten, die liever niet (de hele dag) in de volle zon staan. Het kan een behoorlijke puzzel zijn om uit te stippelen wat waar moet staan, maar als je het goed doet, heb je ook wat.
De biodiversiteit van een voedselbosje
In tegenstelling tot een moestuin – waar je vaak met éénjarige planten werkt (denk aan courgette of pompoen) – heeft een voedselbos(je) meerjarige planten. Bij een boom is dat natuurlijk logisch (je gaat niet elk jaar nieuwe bomen planten), maar het geldt ook voor de planten, bodembedekkers en knollen. Omdat het hier om meerjarige planten gaat hoef je minder te schoffelen en te bemesten en wordt het water beter vastgehouden door de wortelstelsels.
Er is nog een voordeel aan een voedselbos: er is geen sprake van monocultuur (een hele moestuin vol sla of een hele akker vol aardappelen) waardoor de biodiversiteit er welig tiert. Het bos houdt zichzelf in evenwicht, met al die lagen en soorten die op verschillende momenten van het jaar bloeien en groeien en daarmee verschillende insecten aantrekken, die op hun beurt weer egels en salamanders lokken. Als je het blad in de herfst bovendien gewoon laat liggen, gaat het bodemleven ermee aan de slag om het af te breken en om te zetten in voeding voor de planten.
Verschillende voedselbosjes
Hoewel het aantal voedselbossen toeneemt in Nederland is het niet iedereen gegeven om zomaar een paar hectare te beplanten. Daarom is het zo leuk dat je nu ook een voedselbos op kleine schaal te planten. Om de puzzel van een voedselbosje in je achtertuin wat makkelijker te maken heeft Sprinklr samen met voedselbosboer Frank de Gram (die wij vorig jaar ook al eens interviewden) twee voedselbosjes samengesteld. Een grote van 10 m² met een appelboom en een kleine van 4 m² zonder appelboom, maar mét allemaal smaken die je niet in de supermarkt koopt. En wat is er nou mooier dan wildplukken in je eigen voedselbosje in de achtertuin, terwijl je daarmee ook nog eens de biodiversiteit vergroot? De voedselbosjes kan je het beste in het najaar aanplanten. Nu dus. Sprinklr heeft speciaal voor onze lezers een kortingscode aangemaakt, gebruik hiervoor HETKANWEL21 bij je bestelling en krijg 5 euro korting.
Heb jij eetbare planten in je tuin staan? Laat het ons weten door hieronder een reactie achter te laten.
2 gedachten over “Wildplukken in je eigen achtertuin: met dit voedselbosje kan dat gewoon”
Een echte aanrader is de moerbeibes.
De struik hebben we nu 4 jaar staan en ieder jaar kunnen we van juni tot eind september meer plukken dan we op kunnen eten!
Onze kids genieten ervan, Heerlijke gezonde natuursnoepjes..
Ik heb inmiddels verschillende struiken….braam…blauwe bes……framboos… wij bes…..aardbeien kersenboom!wil gaan uitbreiden met vlier.Heb ook wat kruiden.Leuke manier van tuinieren.Heb meeste in potten maar wil ze nu in volle grond gaan poten.
Reacties zijn gesloten.