De opwarming van de aarde is steeds vaker onderwerp van gesprek. En alleen al zo’n eerste zin kan heel uiteenlopende reacties oproepen: “Noem je dat vaak? Het zou er veel vaker over moeten gaan!” of “Oh ja? Nou, niet in mijn vriendkring hoor, wat een gezeur.” Klimaatverandering raakt ons allemaal en roept vaak heftige emoties op. Ook tijdens de feestdagen. Hoe kun je dit onderwerp aansnijden zonder dat je elkaar in de haren vliegt, de maat neemt, of de weerstand in praat? In dit artikel delen we 7 vuistregels voor een goed klimaatgesprek met je.
Om te beginnen is het goed om je te realiseren dat we onderaan de streep dichter bij elkaar staan dan we denken. Je zou het niet altijd zeggen wanneer je kijkt naar onze keuzes, maar ruim driekwart van de Nederlanders zegt zich zorgen te maken over klimaatverandering. En hoewel je buurvrouw misschien liever spreekt van ‘klimaatontwrichting’ en je oom roept dat hij jeuk krijgt van ‘klimaatdrammers’: uiteindelijk willen we allemaal veilig, gezond en gelukkig zijn.
Het groeiende besef dat die basisbehoeftes voor onszelf en voor komende generaties steeds moeilijker te vervullen zullen zijn wanneer we het roer niet snel en drastisch omgooien, maakt veel los. Angst, woede, verdriet, rouw. Ontkenning, verlamming, wegkijken. Of juist dadendrang en tomeloze energie voor de opbouw van een schone en rechtvaardige nieuwe wereld.
Vuistregels voor een goed klimaatgesprek
Als we met elkaar in gesprek gaan over klimaatverandering, kunnen we elkaar helpen omgaan met misschien wel de grootste uitdaging waar de mensheid ooit voor heeft gestaan: het binnen de perken houden van de gevolgen van de opwarming van de aarde.
Met een paar vuistregels hou je zo’n gesprek respectvol en laat je je gesprekspartner in zijn of haar waarde, zonder je eigen standpunten onder het kleed te vegen of bij te kleuren om de lieve vrede te bewaren. Hier komen ze:
1. Luister
En dan echt. Dus niet invullen wat de ander denkt, of alvast nadenken over het tegenargument waarmee jij de ander straks omver gaat blazen. Wees nieuwsgierig naar wat de ander drijft en probeer je daarin te verplaatsen. Zet je eigen (voor)oordelen opzij.
“Klinkt echt supergaaf, die reis. Fijn dat de kinderen het ook zo spannend vonden. Echt een andere wereld, natuurlijk, Zuid-Amerika. Zijn jullie weer helemaal opgeladen?”
2. Praat vanuit je hart
Benoem wat jij voelt en hou het bij jezelf. Als wat de ander zegt jou tegen de haren in strijkt, probeer dan te benoemen wat er gebeurt en waar dat vandaan komt, zónder de ander de schuld te geven of verwijten te maken.
“Dat had ik ook heel graag gedaan, de wereld laten zien aan onze kinderen. Maar ik merk dat ik het niet meer voor mezelf kan verantwoorden, zo’n verre vliegreis. Zó jammer vind ik dat!”
3. Let op je timing
Vraag niet naar vegetarische alternatieven op het moment dat je schoonmoeder de rollade op tafel zet. Dan bied je haar nauwelijks ruimte om mee te bewegen. Ze kan hooguit aanbieden om een boterham met pindakaas voor je te smeren, maar de stemming is dan waarschijnlijk al niet meer optimaal.
4. Accepteer de ‘klimaatspagaat’
We worstelen allemaal met gemengde gevoelens: we willen onze impact beperken, maar óók nog genieten van ‘het goede leven’. Zelfs die donkergroene vriendin kiest niet altijd de allerduurzaamste optie. We zijn allemaal mensen en: beter inconsequent duurzaam, dan consequent níet duurzaam.
“Er komt bij ons haast geen vlees meer op tafel, maar zo’n pannetje stoofvlees in de winter, dat is toch moeilijk te vervangen…”
5. Beweeg mee met de emotie van de ander
Schiet de ander in de weerstand (door boos of geïrriteerd te raken, in de aanval te gaan of juist dicht te klappen), dan is dat een signaal dat je op een andere manier moet reageren. Ga niet in discussie, maar stel meer vragen om helder te krijgen wat de ander voelt. Als jouw veganistische gesprekpartner verontwaardigd reageert op het bovengenoemde pannetje stoofvlees, bijvoorbeeld.
“Dus jij eet helemaal geen vlees meer? En wat is voor jou de voornaamste drijfveer: dierenleed of milieu-impact?”
6. Probeer niet te overtuigen
Als feiten voldoende zouden zijn om anderen mee te krijgen, zou er al lang geen klimaatprobleem meer zijn. Helaas komt er bij gedragsverandering heel wat meer kijken. Je kunt hooguit een zaadje bij de ander planten. Hoe? Door begrip te tonen en te laten zien hoe het ook kan.
“Goh, gezellig hoor, zo’n shopweekend met je dochter. Weet je wat wij dit jaar doen met Sinterklaas? We geven elkaar ervaringen, of alleen dingen die we al hebben, een boek of een spel of zo. Oók heel leuk!”
7. Pick your battles
Wanneer de weerstand aanhoudt en een gesprek dreigt te verzanden in verwijten of andere onaangenaamheden, verander dan van onderwerp. Verder praten leidt dan alleen tot nóg meer onbegrip.
“Oké, hier staan we duidelijk anders in. Dat kan gewoon, toch? Heerlijk zeg, deze soep, vind je niet?”
Maak het niet te zwaar
Een beetje (zwarte) humor mag best in een klimaatgesprek. Het thema is al zwaar genoeg en samen lachen brengt je dichter bij elkaar.
Geen woorden maar daden?
Misschien denk je na het lezen van dit artikel wel: moeten we niet vooral iets gaan dóen, in plaats van nog meer praten? Natuurlijk. Maar het is allebei nodig. Al was het maar omdat iets waar niet over gepraat wordt, minder urgent voelt. Hoe meer het ergens over gaat, hoe sneller je denkt: daar moet ik ook wat mee. Het wordt zichtbaarder. Vergelijk het met zonnepanelen: hoe meer buren die op hun dak hebben liggen, hoe sneller jij ze ook zult laten installeren.
Nog maar weinig mensen (volgens onderzoek ongeveer een vijfde van de volwassen Nederlanders) zetten hun klimaatzorgen om in actie of andere keuzes. Kortom: heel veel mensen maken zich wél zorgen, maar gaan gewoon op de oude voet door. Misschien weten ze niet waar ze moeten beginnen of denken ze dat je ‘in je eentje’ geen verschil kan maken. Misschien zijn ze wanhopig of hebben ze alle vertrouwen verloren. Praat er eens over. Wie weet waar het toe leidt!
3 gedachten over “7 vuistregels voor een goed klimaatgesprek”
Hey Annelies,
Herkenbare tips voor mij als ware Stichting Klimaatgesprekken fan! Ik heb de klimaatgesprekken workshop gevolgd, begin van dit jaar en heb erg veel aan de tips gehad.
Keep up the good work!
Liefs, Liona
Ik denk dat de belangrijkste vuistregel voor welk dan ook gesprek is: besef dat eenieder door zijn eigen bril kijkt. En die is gekleurd. Een zichzelf moreel superieur voelend persoon is voor niemand een prettige gesprekspartner. Dat belerende element klinkt helaas ook door in dit artikel. Het cliché van schoonmoeder en haar rollade bijvoorbeeld. En dan nog in dit verband; wanneer mag er weer over het milieu gesproken worden in plaats van enkel het klimaat? De bredere context van het milieu waarvan het klimaat een onderdeel is. Dan kom je vaak tot andere keuzes. En de olifanten in de kamer: (over)bevolking en (over)consumptie zijn helaas maar al te vaak taboe in de gehele klimaatdiscussie.
Mooi eens iets te lezen,wat ik zelf ook denk en waarover inderdaad niet altijd te praten valt.
Reacties zijn gesloten.