In Den Haag verruilt een wijk hun parkeerplaatsen voor picknicktafels. Dat kan dankzij het grote succes van autodelen in de wijk. Zo worden parkeerplekken overbodig en komen er meer plekken om elkaar te ontmoeten.
Ooit zag ik een foto van Amsterdam voordat auto’s de grachten hadden overgenomen. Er was rust en ruimte, de lucht was schoon en het was een stuk veiliger. En ontzettend lang geleden. Vanaf de jaren zestig van de vorige eeuw werd het ‘normaal’ om een auto voor de deur te parkeren en de impact van die auto’s op de openbare ruimte bleek ongelofelijk groot. Veel steden – en ook inwoners – willen best weer terug naar een autoluwe stad. Maar hoe draai je zoiets terug?
Steeds meer (snel)wegen en parkeerplaatsen
In de afgelopen decennia is het aantal (snel)wegen in en rond steden enorm toegenomen. Dankzij deze wegen konden steden uitbreiden en mensen wat verder van hun werk gaan wonen. Dat leek even ideaal, maar leidde ook tot files, ongelukken, lawaai, luchtvervuiling en groen dat moest wijken voor asfalt.
Ook geparkeerde auto’s bleken een aanzienlijke hoeveelheid ruimte in beslag te nemen. In veel steden wordt een groot deel van de publieke ruimte gebruikt voor auto’s en dat gaat ten koste van voetgangers en fietsers. Een gevolg daarvan is, dat er minder plek is voor groen, sociale ontmoetingen en recreatie in de stad.
Lees ook: wordt de Herengracht in Amsterdam straks autovrij? en Autoluw: in deze steden heeft de fiets voorrang
Meer parkeerruimte voor auto’s dan voor mensen
Volgens Marco te Brömmelstroet, hoogleraar planologie en bekend als ‘de fietsprofessor’, denken we te beperkt over de rol van mobiliteit in onze publieke ruimte. Bij VPRO Tegenlicht noemde hij de straat een monocultuur voor verkeer. Volgens Te Brömmelstroet is er in Nederland meer parkeerruimte voor auto’s dan woonruimte voor mensen.
In plaats van ons te richten op een zo efficiënt mogelijke verplaatsing, is Te Brömmelstroet van mening dat we mobiliteit veel meer vanuit een sociale kant moeten bekijken. Als we ons op een andere manier verplaatsen, hebben we veel meer tijd en mogelijkheden voor ontmoetingen in de openbare ruimte en ruimte voor groen. Iets dat in tijden van enorme regenval en hittestress ook steeds belangrijker wordt.
Haagse wijk verkiest sociale contacten boven parkeerplaatsen
In Den Haag worden er langzaam stappen gezet om dit principe te omarmen. De reacties op deze plannen zijn gemengd. Van bezorgd en boos tot blij. En op dat laatste richten we ons met hetkanWEL natuurlijk het liefst.
De Haagse Fultonstraat experimenteede met het omzetten van een parkeerplaats in een ‘terras’ met vlonders en picknicktafel.
En wat blijkt? De hele buurt gebruikt de tafel voor een praatje en kinderen spelen er omheen. In de wijk kan dit ook, omdat 85 huishoudens uit de omliggende straten 11 auto’s delen via het platform DEEL.
De gemeente was niet meteen overtuigd van het succes en een tijdlang bleef het onzeker of de picknicktafel mocht blijven. Klagende buurtbewoners hadden bezwaar aangetekend voor het verlies van een parkeerplek en dat woog de gemeente ook mee. Maar de kogel is door de kerk. De plek blijft autovrij en de buurt mag dankzij het succes van het autodelen ook voor zes andere parkeerplekken bankvlonders aanvragen. Zo verdwijnen er nog meer parkeerplaatsen en komen er picknickplekken bij. Of extra bomen, plantenbakken of bankjes. Wat de buurt wil.
Autoplatform DEEL
DEEL helpt buren met écht autodelen. Autodelen is goedkoper dan in je eentje een auto bezitten (of huren) en je hebt altijd parkeerplek.
Buren stappen in een buurtcoöperatie en van daaruit worden leaseauto's gehuurd. Dat klinkt ingewikkeld, maar DEEL helpt met tools & begeleiding om dit te realiseren.
Zo wil DEEL ruimte maken voor een mooi leven in de drukke stadsbuurten door dátgene te verminderen dat het meest in de weg zit: auto’s.
We zijn benieuwd en denken dat dit een inspiratie is voor meer steden.