Er zijn van die dagen dat je er even helemaal tussenuit wil. Een lang weekend weg om weer op te laden. Dat kan natuurlijk op de Waddeneilanden, in Drenthe of de Achterhoek (om maar een paar voorbeelden te noemen), maar ik koos onlangs voor Le Barn. Dat is een fijne getaway in de natuur vlakbij Parijs waar je heerlijk kan ontsnappen aan het stadse leven. En dat is exact waar ik behoefte aan had.
Le Barn bij Parijs
Le Barn is precies zoals je je een getaway voorstelt. En ook weer niet. Er is het haardvuur bij de receptie, het restaurant La Serre met de fijne hoekjes en zitjes en het overdekte terras waar je met een drankje heerlijk voor je uit kan staren. Maar er is ook de bijna Westernachtige uitstraling van een ranch, of dus eigenlijk ‘een schuur’, met kamers die ruim en comfortabel zijn opgezet maar qua interieur ook een bijna ouderwetse uitstraling hebben.
Hier vind je de luxe van kwalitatieve wijn, copieuze maaltijden, een hottub, sauna, massages en yogales in combinatie met een pretentieloze landelijke uitstraling waarvan je met een gratis fiets van het hotel volop kan genieten. Er is de nabijgelegen manege La Cense (een centrum voor ethologie waarbij het gedrag van dieren centraal staat), de biologisch-dynamische moestuin en het bos van Natuurpark Haute Vallée de Chevreuse waar je met een gids in het donker op een mountainbike op zoek kan naar burlende herten (althans, in de herfst).
Dichterbij de natuur
En, als je mazzel hebt en vroeg genoeg bent, zie je op het terrein wellicht een Beverrat die voor je voeten in de laaghangende mist het meer inschiet (ik word daar blij van). Of kan je bij een heldere hemel genieten van de ontelbare sterren. En dat is precies wat Le Barn voor ogen heeft: de stadsmens (of die nou uit Parijs komt of uit bijvoorbeeld Amsterdam) dichterbij de natuur brengen.
Missie geslaagd zou ik zeggen, want Le Barn biedt een perfecte combinatie van ontspanning en activiteit. Van natuur, stilte, rust en ruimte en toch ook de luxe van uitgebreide, seizoensgebonden maaltijden die minimaal uit drie gangen bestaan met (indien gewenst) bijbehorende hoeveelheden wijn. Het goede leven, of La belle vie, sluipt hier haast onmerkbaar je weekend in, inclusief het droomplaatje van een lunch aan een lange houten tafel in de eigen moestuin waarbij de zon uitbundig schijnt (zeker voor oktober) en de champagne rijkelijk vloeit.
Wie, wat, waar
Le Barn is een initiatief van natuurliefhebber Edouard Daehn en paardensportliefhebber William Kriegel. Het hotel opende in 2018 de deuren in een 19e eeuwse paardenboerderij. De spa (met Ayurvedische of Thaise massage, sauna en stoombad) is gevestigd in een oude molen en de slaapplekken bevinden zich in dezelfde ‘schuren’ waar vroeger ook het paardenpersoneel sliep (maar dan in een luxer jasje gestoken).
Hoe kom je er?
Met Eurostar ben je vanuit Amsterdam in 3,5 uur op Gare du Nord. Daar neem je metro naar Gare Montparnasse waar je overstapt op de trein van SNCF naar Rambouillet (kaartje kan je gewoon op het station kopen). De trein doet er ongeveer 45 minuten over en vertrekt zo’n beetje elk half uur. In Rambouillet kan een taxi van het hotel je komen ophalen (moet je dan wel even vooraf regelen). Je kan natuurlijk ook met de auto naar Le Barn, bijvoorbeeld voor een aangename tussenstop op weg naar het Zuiden.
Wat is er te doen?
Eigenlijk hoef je het terrein van het hotel niet te verlaten als je daar geen zin in hebt. Je kan er heerlijk eten, een massage boeken, in de hottub of sauna zitten of een yogales volgen. Maar je kan er ook gratis een fiets meenemen om de omgeving te verkennen, op mountainbikes door het donkere bos crossen, paardrijden, wandelen, golfen of een gratis workshop fotograferen doen (met zo’n ouderwetse camera van 100 jaar geleden en een donkere kamer).
Mocht je toch behoefte hebben aan iets anders, dan is het stadje Rambouillet dus vlakbij. Hier vind je een van de buitenverblijven van Napoléon waar je een kijkje kan nemen, maar je kan er ook heerlijk over de markt struinen of een wandeling maken door de tuinen bij het kasteel.
Eten
In LeBarn houden ze van lekker en vers eten. Zowel de lunch als het diner bestaat uit drie gangen die zo uitgebreid zijn dat ik in een klap snapte waarom de Fransen nauwelijks ontbijten en volstaan met een kopje kofje. Dat gezegd hebbende, kán je er natuurlijk wel uitgebreid ontbijten, mocht je daar toch behoefte aan hebben.
In principe zijn de gerechten niet vegan of vegetarisch, maar je kan er wel om vragen en dan maakt de chef met alle plezier speciaal voor jou iets lekkers klaar. Van vegan taartjes als dessert tot kaasfondue van noten en gerechten met paddenstoelen en pompoen. Eten met de seizoenen staat centraal en de groente halen ze zoveel mogelijk uit eigen tuin of van producenten uit de buurt.
Lees ook:
- Treinreizen in Europa, zo pak je dat aan.
- Met de trein naar de Franse Alpen.
- Dit zijn de 5 duurzaamste steden van Europa.
-Dit artikel bevat één of meerdere affiliate links-