Je interieur is vervuilender dan je kleding, maar daar kan je iets aan doen!

Dat fast fashion vervuilend is, weten we inmiddels. Maar dat er ook zoiets is als fast furniture, daar denken de meesten van ons (nog) niet over na. Laat staan dat we weten dat het interieur van je huis zelfs vervuilender is dan de inhoud van je kledingkast. Volgens The Substitute, dat zich inzet voor een duurzaam interieur, gaat het bij een gezin van 2 volwassenen en 2 kinderen om een CO2-uitstoot van 1009 kg. Bij kleding is dat 650 kilo. Gemiddeld genomen natuurlijk. “Wat veel mensen zich niet realiseren is dat ze met reguliere verf gewoon plastic op hun muren smeren,” zegt Machteld Rijnten van The Substitute daarover tegen hetkanWEL.

Hoe vervuilend is je interieur?

Als we kijken naar ons interieur dan zit de grootste impact verborgen in onze meubels, gevolgd door de badkamer en onze keukenapparatuur. Jaarlijks wordt er ruim 11 miljard kilo aan meubels weggegooid in Europa. Daarvan wordt 80 tot 90 procent verbrand of eindigt op de vuilnisbelt. Slechts 10 tot 15 procent wordt gerecycled. En dat is alleen nog maar de impact aan het einde van de levensduur van meubels. De verborgen impact, de niet zichtbare impact tijdens het maken en vervoeren van onze spullen, is vele malen groter.

Naast CO2-uitstoot spelen er meer problemen bij ons interieur. Denk aan het gebruik van giftige stoffen, niet faire arbeid of zelfs kinderarbeid, de vernietiging van natuur en biodiversiteit plus de vervuiling door grote olietankers die onze spullen vanuit lagelonenlanden hierheen transporteren. Want 60 procent van de in de EU geïmporteerde meubels die bedoeld zijn voor consumenten komt uit China. En als je niet al te veel geld uitgeeft aan bijvoorbeeld een bank, is het ook geen probleem om na 5 tot 7 jaar weer een nieuwe te kopen en de oude bij het vuil te zetten. En zo is de vervuilende cirkel rond.

Hoe verduurzaam je je interieur?

Hoe lossen we dit op? hoor ik je nu denken. Door te beginnen bij ons eigen consumentengedrag. Op het moment van aanschaf maak je de meeste impact, dus ben je toe aan een nieuwe bank (om maar even bij dat voorbeeld te blijven), stel jezelf dan de volgende vragen:

  • Heb je echt een nieuwe bank nodig of kan je je oude bank laten stofferen? Of je meubels laten repareren? Of upcyclen en customizen, zodat het weer net een andere (persoonlijke) look & feel krijgt en het weer jaren mee kan.
  • Kan je die bank (of een ander meubelstuk) tweedehands kopen? Daar zijn verschillende sites voor, zoals Marktplaats, Reliving of Whoppah
  • Kan je jouw meubelstuk ook lenen of huren (steeds meer meubelstukken kan je huren, dat scheelt onderhoud en als je het zat bent, ruil je het meubel in)
  • Kijk ook naar de materialen: is het biobased (natuurlijk) of bestaat het voor meer dan de helft uit gerecyclede materialen? Dan is de impact al minder.
  • Kies voor een modulair ontwerp, waarvan je delen kan vervangen of terugbrengen
  • Vraag bij aanschaf altijd waar het product gemaakt is (dat scheelt qua transport en vaak ook qua arbeidsvoorwaarden). Lokale producten zijn vaak de meest eerlijke en veilige keuze (dan weet je zeker dat er geen kinderarbeid aan te pas komt bijvoorbeeld).

De toekomst van ons interieur

In Europa wordt hard gewerkt aan wetgeving om ‘het recht op reparatie’ uit te bereiden van elektrische apparaten naar andere producten en om je meubels te kunnen traceren. The Substitute is zelf ook bezig met het berekenen van de milieu-impact van de verschillende onderdelen van je interieur. Zo is een gietvloer vele malen slechter voor het milieu (CO2-uitstoot, impact op biodiversiteit en toxiciteit) dan bijvoorbeeld een marmoleum vloer, terwijl ze ongeveer even lang meegaan en evenveel kosten. We houden je op de hoogte van meer cijfers op dit gebied!

Lees ook:

Over de schrijver