Waarom we 10.000 stappen tellen

De stappenteller gaat al meer dan tien jaar mee en lijkt -zeker dankzij corona- onverminderd populair. Gewapend met onze apps, telefoons en horloges checken we dagelijks of we de vermaarde 10.000 stappen wel hebben gehaald vandaag. En zo niet? Dan zijn we bereid om met de fiets aan de hand naar huis te wandelen of nog een paar extra rondjes door de huiskamer te lopen om tot de tien te komen en zo ons beloningscentrum te activeren. Maar waarom zijn we zo gehecht aan dat magische getal van 10.000? En waar komt dat getal vandaan? 

In Japan neemt wandelen een belangrijke plek in

Het getal van 10.000 stappen is, hoe kan het ook anders, afkomstig uit Japan. Wandelen neemt daar een belangrijke plek in in de cultuur. Zo is in het boek Japanese people don’t get old or fat te lezen, dat ouderen dagelijkse kilometers wandelen. In het voorjaar nemen hele gezinnen vrij om de kersenbloesem te bewonderen en samen wandeltochten te maken door de natuur.  Volgens de Japanse dokter Qing-Li is mindful in het bos wandelen de sleutel tot een gezond en gelukkig leven. En in een boeddhistisch klooster in de buurt van Kyoto wonen monniken, die 100 nachten achtereen een 35 kilometer lange voettocht over een berg maken om tot een staat van verlichting te komen, zo is te lezen in het boek De god van het lopen.

Manpo-Kei: de eerste stappenteller

Het is dan ook niet verwonderlijk dat de eerste stappenteller juist in Japan uitkwam. In de jaren ’60 al verscheen daar de zogenaamde manpo-kei, wat zoiets betekent als ’10.000 stappenmeter’. Het ding werd op de markt gebracht door arts Yoshiro Hatano en was onmiddellijk onmetelijk populair. Hatano was tot de conclusie gekomen, dat als we dagelijks voldoende zouden bewegen we veel gezonder zouden zijn. Een filosofie, die prima past in het huidige tijdperk waar ‘zitten het nieuwe roken is’, helemaal in Nederland. Want in geen enkel ander land in Europa blijkt zo’n groot gedeelte van de bevolking meer dan 8,5 uur per dag te zitten als bij ons. En dat is niet alleen slecht voor het lijf, maar ook voor het brein. Niet voor niets startte het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid  deze maand met een campagne om mensen meer te laten bewegen: de Nationale Beweegminuut noemen ze het. Maar met een minuut kom je natuurlijk bij lange na niet aan die 10.000 stappen.

Waarom juist 10.000 stappen

Hatano berekende dat we gemiddeld 6.000 stappen per dag zetten (althans, in Japan). Afhankelijk van de lengte van je stap, is dat tussen de 3.6 en 4.2 kilometer laat een handige rekenhulp zien. En aangezien we gemiddeld 4 à 5 kilometer per uur lopen, zouden we dus beter voor een Beweeguur kunnen gaan, maar goed dat is misschien niet voor iedereen haalbaar. Toch stelde Hatano dat je, om gezond te leven, eigenlijk dagelijks een half uurtje meer zou moeten bewegen dan we al deden.  Dat zou neerkomen op ongeveer 4.000 stappen extra. In totaal dus 10.000 stappen per dag, wat neerkomt op een uur en een kwartier, oftewel 7 á 8 kilometer per dag.

Maar hoe dan?

Dat klinkt natuurlijk aardig, maar in een maatschappij waar we de hele dag op onze kont in de auto of achter een bureau zitten, is het best lastig om die 10.000 stappen te halen. Het internet staat dan ook vol met tips over hóe we die kunnen inplannen in ons drukke, moderne, zittende bestaan. Denk daarbij aan: parkeer je auto wat verder weg, stap een bushalte eerder uit, loop rondjes over het perron als je op de trein moet wachten, ga aan de wandel als je moet telefoneren, loop een rondje tijdens je lunchpauze en ga lopen in plaats van op de fiets (als dat qua afstand mogelijk is).

Er is ook kritiek

Toch is er ook kritiek op de richtlijn om 10.000 stappen per dag te moeten zetten. Professor Greg Hager van de Amerikaanse John Hopkins Universiteit vindt het verontrustend dat iedereen zich aan een specifiek getal probeert vast te houden. Zeker omdat dit getal stamt van een Japans onderzoek, dat meer dan 50 jaar oud is. Hij stelt dat het getal van 10.000 nooit wetenschappelijk is bewezen en waarschuwt dan ook dat we er niet te obsessief mee bezig moeten zijn.
Daarbij komt dat de stappentellers helemaal niet zo nauwkeurig zijn als wij denken. Medisch specialisten van de Stanford universiteit onderzochten in 2017 zeven stappentellers en concludeerden dat de hartslag vrij goed werd gemeten, maar dat het aantal verbrande calorieën absoluut niet klopte. Het energieverbruik zat er bij rennen en lopen ongeveer 30% naast.

Cijfers geven een gevoel van controle

Toch houden we van cijfers, want meten is weten. “Cijfers geven een gevoel van controle in een complexe wereld”, zo schrijft econometrist Sanne Blauw in De Correspondent. “Maar als cijfers te belangrijk worden, schieten ze hun doel voorbij.” Zo kunnen cijfers er ook voor zorgen dat we het uiteindelijke doel uit het oog verliezen. In het geval van de stappenteller is dat een goede gezondheid. Met haar boek Het best verkochte boek ooit (met deze titel) wil Sanne cijfers weer op hun plek zetten. Van rapportcijfers tot je pensioenleeftijd en van calorieën tot aan stappentellers: overal bepalen cijfers hoe ons leven eruitziet. Maar meten is mensenwerk, dus cijfers zijn niet zo objectief als ze lijken.

Gebruik jij een stappenteller? En kom je dagelijks aan de 10.000 stappen?  Laat ons dan je ervaringen weten.

Over de schrijver

1 gedachte over “Waarom we 10.000 stappen tellen”

  1. Tof! Ik heb voor het eerst gehoord over 10 duizend stappen in het boek: The Story of the Human Body: Evolution, Health, and Disease van Daniel Lieberman. (in het Nederlands: Het verhaal van het menselijk lichaam). Echt een super boek. Ik wist wel niet dat het van Japan kwam.
    Bedankt voor de informatie
    Groetjes
    Tania

Reacties zijn gesloten.